dinsdag 25 december 2007

Audio-Visuele Media

In 1864 toonde de Engelse mathematicus Clerk‑Maxwell theoretisch het bestaan aan van electromagnetische golven.

Een kwarteeuw later (1888) slaagt de Duitse geleerde, Herz, er in de theorie van Clerk‑Maxwell proefondervindelijk te toetsen. Aan communicatie door middel van electromagnetische stralingen twijfelt hij, toch zou zijn naam verbonden blijven aan de eenheid van radiogolven.

In 1892 komt de Fransman Eduard Branly met een middel om electromagnetische golven op te vangen en hij slaagt er in over een afstand van 150 meter signalen draadloos over te brengen. In hetzelfde jaar schijnt de mogelijkheid voor radiocommunicatie voor het eerst te zijn opgekomen bij de Brit Crookes.

In 1895 bouwt de Rus Popov een gevoelige ontvangstantenne terwijl op hetzelfde tijdstip de jonge Italiaan, Marconi, de beslissende stoot geeft om de draadloze telegrafie tot snelle ontwikkeling te brengen. Het lukt hem signalen over een afstand van twee kilometer over te seinen. De Italiaanse Post en Telegraaf heeft echter geen belangstelling voor zijn uitvinding. Daarom reist de familie Marconi naar Engeland waar Sir William Peerce, hoofdingenieur van de Britse posterijen, hem alle faciliteiten verleent om zijn experimenten voort te zetten.

In 1896 overbrugt hij een afstand van 16 km met morsetekens.

In 1899 brengt hij de draadloze verbinding tussen Groot‑Brittannië en Frankrijk tot stand.

Op 14 november 1900 was er het eerste scheepsradiostation in De Panne. Toch ging het hier steeds om draadloze telegrafie of telefonie, communicatie dus van één punt naar een ander punt. Voor radio‑omroep, dit is de mogelijkheid vanuit één punt velen draadloos, namelijk via de ether of de lucht, te bereiken met boodschappen in gesproken woord of muziek had Marconi geen belangstelling.

In 1901 verwezenlijkt Marconi een transatlantische verbinding die meer dan 3.000 km lang is. Door aankoop van octrooien van andere uitvinders, zoals Oliver Lodge, weet hij de draadloze telegrafie en ook telefonie aanzienlijk te verbeteren. Zijn onderneming "Marconi's Wireless Telegraph Company" zou spoedig tot een wereldconcern uitgroeien.

De beslissende technische stap om van draadloze telegrafie naar radio‑omroep over te gaan werd gezet door de Engelse professor Fleming die in 1904 de grondslag legde voor de "radiolamp".

Die uitvinding zou in 1906 verbeterd worden door de Amerikaan Lee de Forest, die zo de eerste buisversterker vervaardigde. Tenslotte was het de Canadees Fessenden die met de koolmicrofoon de grondslag legde voor een behoorlijke werking van de radiotelefonie, voortaan zouden niet alleen morse‑ of codetekens maar ook de menselijke stem en muziek overgebracht kunnen worden.

Omstreeks 1910 waren alle grondslagen gelegd om een radio‑omroep in het leven te roepen, de visie ontbrak echter om dit in werkelijkheid om te zetten.

In België vond de eerste muziekuitzending plaats op 28 maart 1914. Vanuit het Koninklijk Paleis te Laken werd een muziekconcert, opgedragen aan Koningin Elisabeth, rechtstreeks uitgezonden. Het experiment, ontstaan onder impuls van Koning Albert, was een groot succes en er werd besloten iedere zaterdag om 20.30 u. een muziekconcert uit te zenden dat tot op een afstand van 60 á 70 kilometer beluisterd kon worden. Lang zouden deze uitzendingen niet duren. Toen op 20 augustus 1914 Duitse troepen Brussel binnenvielen gaf Koning Albert bevel de zender op te blazen. Het uitbreken van de eerste wereldoorlog maakte trouwens in het algemeen een einde aan de experimenten. De draadloze telegrafie zou voorlopig uitsluitend voor militaire doeleinden worden aangewend, wat gepaard ging met intense industriële inspanningen om de vooroorlogse technische apparatuur te vervolmaken.

Uiteindelijk zou in 1916 de jonge Amerikaan David Sarnoff de voor de hand liggende stap van draadloze telegrafie naar omroep zetten. Hij beschreef het toekomstige radiotoestel als een eenvoudige "Radio Music Box" en voorspelde dat een breed publiek gelijktijdig, vanuit één enkel zendcentrum, een grote waaier van programma's zou ontvangen. Toen al besefte de Brit Burrows dat dit niet louter een technische aangelegenheid was, maar dat ook politieke en sociale factoren een rol zouden spelen. Hij stelde vast dat er ogenschijnlijk geen bezwaren waren om binnen een paar jaar er voor te zorgen dat de toespraken in het Britse parlement draadloos in de redactiezaal van elke krant in Groot‑Brittannië beluisterd zouden kunnen worden.

Gewoonlijk wordt aangenomen dat het eerste radiostation, die naam waardig, in Pittsburgh stond: de zender K.D.K.A. van de Westinghouse Company. Maar een Canadees station (initially XWA, then CFCF and CIQC) actually started in 1919 and went to a regular schedule six months before KDKA.

Op 6 november 1919 is de mars "Turf in je ransel", het eerste populaire muziekstuk dat op de Nederlandse radio wordt uitgezonden. Op dat moment worden die uitzendingen nog verzorgd door radio-amateurs die nauw verbonden zijn aan bedrijven voor radio-apparatuur (in Nederland is dat uiteraard Philips). De Nederlander Idzerda wordt beschouwd als de pionier van de omroep, als omroepuitzending wordt gedefinieerd een uitzending met een verstrooiend karakter voor algemeen publiek dat tevoren werd aangekondigd en regelmatig karakter had. Daaruit groeit dan de Hilversumsche Draadloze Omroep (HDO), die uitzendt via de zender van de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (NSF).

In juni 1920 wordt een concert door Nellie Melba uitgezonden in Groot-Brittannië.

In april 1921 is er de eerste rechtstreekse sportuitzending: een bokswedstrijd in de Verenigde Staten.

Op 15 november 1922 start het persagentschap Reuter in Londen met dagelijkse nieuwsberichten.

De eigenlijke radiogeschiedenis in België begint met de inwijding van « Radio‑Belgique » op 24 november 1923. "Radio‑Belgique" werd gesticht op initiatief van SBR, de Société Belge Radio Electrique, het eerste bedrijf dat zich in ons land specialiseerde in het vervaardigen van radio‑ontvangsttoestellen. SBR kreeg machtiging over de Belgische ether en mocht zendtijd verkopen voor publicitaire doeleinden. De uitzendingen gebeurden vanuit de "Union Coloniale" in de Stassartstraat te Brussel, nabij de Naamse Poort. Deze lokalen zouden door het toekomstige N.I.R. nog gebruikt worden tot in 1938. Aanvankelijk werd vooral muziek uitgezonden, maar dagelijks werd toch ook een kwartier uitgetrokken voor persberichten en spreekbeurten, «Radio‑Belgique» verkocht zendtijd aan firma's en aan politieke en godsdienstige verenigingen. De schrijver‑journalist, Theo Fleischman, die nu algemeen wordt beschouwd als de vader van het radionieuws zoals we dat nu kennen, startte bij Radio‑Belgique met een echt radiojournaal van een half uur, bondig en levendig gepresenteerd. Radio Belgique was een uitsluitend Franstalige aangelegenheid. Een Vlaamse kon niet uitblijven.

Op 26 januari 1926 stelt John Logie Baird "true television" voor, d.w.z. dat hij ook verschillende tinten grijs toevoegde aan wat vroeger enkel zwart en wit was. Op minder dan twee jaar tijd heeft hij - puur wetenschappelijk - ook kleurentelevisie, 3D, infrarood en video gedemonstreerd.

4 december 1926 De privé-zender Radio-Antwerpen (in de volksmond Radio Kerkske) gaat voor het eerst in de ether.

Ze worden gevolgd, zij het zonder zendvergunning door Etienne Vergote van de West-Vlaamsche Radio-Omroep (Kortrijk) sedert 1927.

In 1928 wordt in Antwerpen de neutrale «Vlaamse Radio‑Vereniging» (VRV) opgericht, die vanuit de Dierentuin, via een relais van Radio Belgique, de eerste Vlaamse radioconcerten verzorgde. Haar doel was alle Vlaamse luisteraars te groeperen. Dit initiatief kwam evenwel te laat, want naar het voorbeeld van Nederland, streefden ook in België de katholieken en socialisten naar eigen omroepverenigingen.

6 oktober 1929 N.V.Radio, opgericht door katholieke verenigingen als de Boerenbond, de Christelijke Middenstand en het Davidsfonds, koopt onder de roepnaam KVRO (Katholieke Vlaamse Radio-Omroep) eveneens zendtijd bij Radio Belgique.

Zo ontstonden in 1929 de «Katholieke Vlaamse Radio‑Omroep» (K.V.R.O.), die uitzond via de kort voordien opgerichte eigen Vlaamse zender te Veltem, geëxploiteerd door de N.V.Radio, en de "Socialistische Arbeiders Radio‑Omroep voor Vlaanderen" (SAROV) die eerst programma's uitzond via de VARA, maar later kopen zij zendtijd op de golflengte van «Radio‑Belgique», nog later op die van de "N.V.Radio". Kort daarna volgden ook LIBRADO (de Liberale Radio-Omroep) en VLANARA (de Vlaams Nationale Radio-Vereniging).

Op 14 mei 1930 (volgens Knack op 18 juni) wordt (ondanks de tegenstand van SAROV en KVRO, die worden gepaaid met zendtijd, wat zo zal blijven tot de Tweede Wereldoorlog) het overkoepelende Nationaal Instituut voor Radio (NIR) opgericht (en meteen ook het bijhorend jazzorkest, geleid door Stan Brenders), op 22 juli van datzelfde jaar gevolgd door een wet ter beperking van de privé-radio's. Deze radiostations haalden hun inkomen uit publiciteit, dat in tegenstelling tot het NIR dat als dotatie toen reeds 90% van het luistergeld toegewezen kreeg.. De eenheidsstructuur was, zoals men kan vermoeden, hoofdzakelijk Franstalig getint. De directeur van de Vlaamse afdeling was Gust de Muynck.

De eerste uitzending van het NIR had plaats op 1 februari 1931 en liep van 17 tot 22 uur met een "gesproken dagblad" om 19.30 uur en 22 uur. De schrijvende pers was hiervan zo'n tegenstander dat het nieuws van Belga niet per telex maar per drager diende te worden bezorgd. Bovendien waren deze "loopjongens" eigenlijk gepensioneerden die een tramvergoeding kregen. Om deze uit te sparen gingen ze echter te voet. Radiojournalisten werden door de persbond niet erkend.

9 mei 1931 Gust de Muynck verzorgt vanop het dak van de tribune de eerste rechtstreekse uitzending van een voetbalwedstrijd (België-Nederland in Antwerpen). Datzelfde jaar volgen ook nog rechtstreekse verslagen van de Boeteprocessie in Veurne, de IJzerbedevaart in Diksmuide, de Belgische Dag in Hasselt en de viering van het tienjarige bestaan van het Algemeen Christelijk Werkersverbond in Brussel. De teksten dienden wel te worden voorgelegd aan de minister van PTT, de wallingant François Bovesse, die met name een aantal fragmenten uit de IJzerbedevaart verbood. De technicus moest dan op aangeven van reporter Mon de Goeyse telkens de microfoon even afsluiten.

Radiouitzendingen bestonden voor het uitbreken van de oorlog zowat uit 70% muziek. Anglo-Amerikaanse dansmuziek was echter taboe. Ze werd pas na elf uur 's avonds uitgezonden via zogenaamde lijnuitzendingen, dit waren directe verbindingen met dansgelegenheden. Bij de KRO was jazz zelfs na elf uur nog altijd streng verboden, maar de AVRO organiseerde reeds in 1932 live-concerten van Duke Ellington en Louis Armstrong.

20 of 22 februari 1934 Eerste "kettingreportage" naar aanleiding van de begrafenis van koning Albert.

Op 23 mei 1934 starten de dagelijkse uitzendingen bestemd voor Belgisch Kongo via de kortegolfzender van de RTT in Ruiselede.

De VARA organiseerde in 1935 een jazzweek. Bij de NCRV nam op dat moment de populaire muziek nog altijd slechts 20% voor haar rekening en bij de VPRO zelfs 0,6! Eigenlijk nam men nog steeds node populaire muziek in de programmatie op. Ze werd enkel als lokmiddel gebruikt. Men plaatste daarnaast dan "ernstige" muziek en net als de Verlichtingsfilosofen was men zo naief van te denken dat de mensen automatisch het kwaliteitsverschil zouden horen. Daarnaast werd ontspanningsmuziek ook gezien als een beloning na een dag hard werken. Hoe dan ook, in 1935 zijn er in Nederland reeds één miljoen radiotoestellen in de gezinnen verspreid.

Ondertussen waren in 1936 (het jaar van "Fest der Völker" van Leni Riefenstahl) de Olympische Spelen van Berlijn wel de eerste tv-live-uitzending allertijden.

17 oktober 1936 Als gevolg van parlementsverkiezingen die in het teken stonden van de culturele autonomie, krijgt het NIR een nieuwe structuur, met name het NIR en het INR krijgen elk een eigen directeur-generaal. Voor het NIR was dat Theo de Ronde. Het NIR stond in de jaren dertig in voor 7000 uren uitzending per jaar, waarvan er 5000 door de muziekdienst werden verzorgd. Er waren 132 personeelsleden met daarbovenop ook nog eens 112 muzikanten, verdeeld over drie orkesten: het Symfonisch Orkest, het Radio-orkest en het Genre-orkest.

Op 2 november 1936 zendt de BBC voor het eerst twintig minuten televisiebeelden uit, waaronder de zangeres Adele Dixon met het nummer "Here's looking at you". De uitzending werd eerst volgens het Baird-systeem uitgezonden en daarna herhaald volgens het EMI-systeem, dat een jaar later als algemeen geldend zal worden aangenomen. Deze uitzending had echter enkel een "novelty" aspect. Op dat moment waren er immers ongeveer 400 ontvangers. Aangezien de aanschaf van een toestel heel duur was, konden enkel de betere standen zich dit veroorloven, maar deze keken snobistisch tegen het medium aan. Men kan bijgevolg zeggen dat enkel het dienstpersoneel naar televisie keek, b.v. naar de kroning van George VI.

1938 Het omroepgebouw aan het Flageyplein wordt in gebruik genomen.

Na het plotse overlijden van Theo de Ronde in 1939 werd hij opgevolgd door de hoofdredacteur van De Standaard, Jan Boon.

Op 1 september 1939 werden door de oorlogsomstandigheden de Britse televisieuitzendingen opgeschort middenin een tekenfilmpje van Mickey Mouse.

28 mei 1940 De door de Duitsers gecontroleerde Zender Brussel gaat in de lucht. Vanaf de zomer van 1940 legde het Duits Militair Bestuur en haar Propaganda‑Abteilung alle bioscopen de verplichting op elke langspeelfilm door een filmjournaal te laten voorafgaan. Deze filmjournaals werden geproduceerd in Brussel (in de lokalen waar vandaag de filmschool RITCS gehuisvest is) onder leiding van een Duitse hoofdredacteur.

1942 De benaming NIR wordt in Londen gewijzigd in BNRO (Belgische Nationale Radio Omroep). Er zijn ook afdelingen in New York en Leopoldstad.

4 september 1944 De benaming NIR wordt opnieuw ingevoerd n.a.v. de eerste uitzendingen vanop Belgische bodem.

1945 Oprichting van de Wereldomroep. Nog in 1945 neemt het NIR alle functies van zendgemachtigden over, zodat de regionale commerciële zenders worden afgeschaft, maar in de praktijk omgevormd tot regionale openbare omroepen.

Alhoewel de BBC reeds op 7 juni 1946 haar televisie-uitzendingen had hervat (met datzelfde Mickey Mouse-filmpje), bleef dit een marginaal medium, enkel in stand gehouden om de producenten van TV-toestellen te plezieren.

1947 Oprichting van de gewestelijke omroepen Antwerpen, Kortrijk, Gent en Hasselt.

La Esterella is op 27/9/1948 de eerste Belgische artieste was om voor de BBC-televisie op te treden, nadat ze in Dublin Benjamino Gigli (!) had vervangen als travestierol in Pagliacci. Datzelfde jaar was er ook de eerste rechtstreekse Tour-uitzending, zij het dat het enkel de aankomst in het Parijse Prinsenpark betrof.

In 1951 heeft de eerste officiële Nederlandse televisieuitzending plaats.

Als in 1953 de kroning van koningin Elisabeth live werd uitgezonden (en voor één keer eens zonder de problemen, die in die tijd schering en inslag waren, denk aan het liedje van Toni Corsari: "Even geduld, er zwemt een lady in het aquarium"), ontstond er plotseling een massale toeloop in de winkels en was de populariteit van het medium gevestigd (alhoewel er slechts 350.000 toestellen waren op dat moment, werd de uitzending toch door 20 miljoen mensen bekeken). De conservatieve regering van Winston Churchill had nochtans getracht de uitzending te verhinderen omdat ze een diep geworteld wantrouwen had tegenover de onafhankelijke positie van de BBC.

Op 31 oktober 1953 was er ook de eerste televisie-uitzending van het NIR. Men opent met een "TV-week in Temse". De eerste trekkers kwamen uit de kringen van radio, geschreven pers, film, toneel en literatuur. Ze waren gedreven door een onweerstaanbaar enthousiasme om de mogelijkheden van een nieuw medium te verkennen en uit te bouwen. Bert Leysen, één van de bezielers en aangesteld tot directeur, schrijft in het jaarverslag van 1953: "Dat het er was, ons programma stipt elke avond, blijft een mysterie en een klein mirakel, waarover wijzelf verbaasd hebben gestaan.” Meestal wordt gezegd dat na de bevrijding de Anglo-Amerikaanse muziek definitief de Duitse muziek verdrong als populairste genre, maar niets is minder waar. Integendeel zelfs. Uit angst voor de zedenverloedering die uit Amerika komt overgewaaid neemt het aandeel klassieke muziek op de radio zelfs voor het eerst weer even toe. In 1953 bestaat slechts 27% van de totale programmering van de Nederlandse omroepen uit populaire muziek. In 1935 was dat nog 48%! In datzelfde jaar 1953, het jaar dat de AVRO met de "Bonte Dinsdagavondtrein" start, kan men nochtans zeggen dat ieder gezin zijn eigen radio heeft. Niet te verwonderen dat de "bonte avonden" ongeveer 2,75 miljoen luisteraars bereikten. Met "U vraagt en wij draaien" vindt Henk Nienhuys bij de VARA het verzoekplatenprogramma uit. Het grappige is dat de KRO dit voorbeeld navolgde met echter de veel meer autoritaire titel "Moeders wil is wet".

In 1954 is er nog een rapport dat om meer Nederlandse muziek vraagt. Het zal niet worden gehonoreerd. Nochtans zal het niet vanzelf verbeteren, want datzelfde jaar vindt een boerenzoon uit Tupelo de rock'n'roll uit. De radio stond echter onder het gezag van vader en die was meestal weinig geneigd de rebelse smaak van z'n spruit in te volgen. Ook toen al zaten de BRT (toen nog NIR) en de rode vaan op dezelfde lijn, want ook op de BRT was er geen rock te horen. Het dichtste bij kwam nog "Klanken van heden voor mensen van vandaag" van Jan Torfs, maar de muziek was al even vreselijk als de titel. Dé rock'n'roll-radio in die tijd was Radio Luxemburg, maar zelfs onze gloednieuwe Blaupunkt Barcelona had de grootste moeite om deze verre klanken op te vangen. Vanuit Gent konden we in 1954 wel voor het eerst luisteren naar een mop uit "De Peperbus" van Romain Deconinck. Daarnaast bracht Hilversum op de vrije donderdagnamiddag "Tijd voor Teenagers" (Herman Stok, VARA) en er was zelfs reeds Jos Brink, die samen met Skip Voogd op de AVRO "Tussen 10+ en 20-" presenteerde.

De eerste kwismaster van het NIR was Sus Van den Eynde (+1995). Hij presenteerde in 1954 de "kwis van de humor" als onderdeel van het gevarieerd programma "Kijkkast". Daarna volgden nog "Wat 'n stiel", "Ik ken een lied", "Wie ben ik" en "Knal, wie vangt de bal", het eerste spelprogramma van de openbare omroep. Toch strekt de carrière van Van den Eynde zich slechts uit over anderhalf jaar.

Op 6 juni 1954 wordt de Eurovisie opgericht. De eerste Eurovisie-uitzending van het NIR is een reportage van Nic Bal over de Brusselse Ommegang. Op dat moment waren er ongeveer 15.000 toestellen in België. Twee jaar later zijn er dat reeds 72.000! In Frankrijk komt onder impuls van de gaullisten de private radiozender Europe 1 tot stand. Tekstschrijver Pierre Delanoë (1918-2006), zelf een overtuigd gaullist, zal er tot 1960 de programmadirecteur van zijn.

In de VS gaf de film "Lassie come home" met de elfjarige Elizabeth Taylor uit 1943 in 1955 aanleiding tot de zeemzoete televisieserie met meer dan 600 afleveringen. Zelfs ik bootste op de duur de roep van Porky na als ik op het binnenhof van Ronny Vercauteren arriveerde (waar tevens mijn grootmoeder woonde). Alles gaat terug op een kortverhaal van Eric Knight in The Washington Post van 1938.

Op 12 maart 1955 ging Bob Davidse voor het eerst op antenne, beter gekend als Nonkel Bob. Nonkel Bob (in De Rode Vaan nr.31 van 1985): "Het is natuurlijk wel zo dat bij mijn debuut de televisie nog een wonder was. En zo gebeurde het vaak dat ik op bezoek kwam bij zieke kinderen en dat die verwonderd waren me via de deur te zien buitengaan. Die vroegen aan hun moeder: moet hij nu niet terug in onze kast kruipen?"

Ondanks het feit dat "Schipper naast Mathilde" (10/5/1955) een legendarische serie was (185 afleveringen op negen jaar!), was het toch niet de eerste serie op de Vlaamse televisie, dat was wel "De familie Bluts" uit 1954, die vroegtijdig werd afgevoerd omdat prille TV-kijkers, die normaal gesproken al content waren dat er iets bewoog, zelfs hierin hun gading niet meer konden vinden. Zoals de meeste TV-uitzendingen uit de pioniersperiode werden de afleveringen live uitgezonden zodat er haast geen beeldmateriaal meer van bestaat.

In Groot-Brittannië wilde het koningshuis de conservatieven maar al te graag tegemoet komen, maar een perscampagne belette dit. Daarom kwamen de conservatieven dan maar met een tegenzet op de proppen: een commercieel station als concurrentie. Op 22 september 1955 ging dit van start en net zoals dat later met VTM het geval was, begon men meteen met alle goede elementen over te kopen (b.v."The Goon Show" van Richard Lester met Peter Sellers en Spike Milligan). Bovendien geholpen door de uiterst conservatieve reflexen van de BBC-top, ging op de kortste keren de commerciële zender met de kijkcijfers aan de haal.

Op 3 november 1957 wordt het hondje Laïka met een Sputnik meegestuurd. Het stierf naar verluidt reeds van stress bij de lancering, maar het zou hoe dan ook bij de terugkeer in de atmosfeer samen met de Sputnik zijn opgebrand. Om het wereldwijde protest van dierenvrienden wat te kalmeren, werd echter een filmpje gedraaid, waarbij twee mannen en een vrouw die er als een verpleegster uitziet een vrolijk springend hondje uit een ruimtecapsule bevrijden.

In 1957 presenteerden Paula Semer, John Bultynck en Cyriel Van Gent "Koken met Archibald". Cyriel Van Gent werd op aanraden van zijn leraar Frans Primo enkel omwille van zijn figuur gekozen als Archibald en moest voor elke uitzending (die live ging!) vlug het gerecht inoefenen bij een Gentse dame. Cyriel Van Gent heet eigenlijk Cyriel Verbrugghen en het pseudoniem is afkomstig uit de tijd dat hij een bediendenbestaan leidde en zich telkens ziek meldde om ergens te gaan optreden. "Eigenlijk woon ik al mijn hele leven in Sint-Amandsberg. Van dit dorp hou ik nog veel meer dan van Gent, maar ik kon mezelf moeilijk Cyriel Van Sint-Amandsberg noemen! Met zo'n naam raakt een acteur niet heelhuids door het leven!" (TV-Story)

In 1958 was er "100.000 of niets", achtereenvolgens gepresenteerd door Pros Verbruggen, Bob Van Bael (1925-2002) en Toni Corsari. Jeugdfeuilletons hebben (terecht) altijd op een speciale belangstelling kunnen rekenen in de Vlaamse televisie. Als auteur werd bijna steeds Louis De Groof (1914-1996) aangesproken. Het begon in 1958 met "Professor Kwit"! De expo van 1958 was overigens de aanleiding om de televisieloze maandag en de zomervakantie af te schaffen, zodat er voortaan alle dagen werd uitgezonden. Dat jaar komen ook de eerste videorecorders in gebruik. Aangezien ze zowat een halve huiskamer in beslag nemen, zijn het enkel professionelen die er gebruik van maken. Maar vanaf nu kunnen televisieprogramma's dus vooraf opgenomen worden.

1 januari 1959 Eerste tv-uitzending van het nieuwjaarsconcert vanuit Wenen.

Op 17 september 1959 komt de eerste programmadirecteur van de Vlaamse televisie, Bert Leysen, om het leven door een auto-ongeluk. Hij wordt in januari opgevolgd door Paul Vandenbussche. Deze volgt ook administrateur-generaal Jan Boon op, als die op het eind van 1960 overlijdt. 't Klinkt een beetje cynisch, maar in 1959 was er op televisie ook "Blijf jong" met... John Lundström.

De jeugdfeuilletons werden vooral een succes vanaf 1960 toen ook gedeeltes op film werden opgenomen. Dat was in "Het geheim van Killary Harbour" met Wies Andersen en Cyriel Van Gent, nadat men vroeger gewoon rechtstreeks in de studio acteerde ("Manko Kapak" b.v.). Wies Andersen was op dat moment overigens de echtgenoot van Dora Van der Groen, iets wat enkele tientallen jaren later eerder ongelooflijk lijkt. Hun zoon Brick De Bois (Andersen heet eigenlijk De Bois) is na veel omzwervingen uiteindelijk ook in het theater terechtgekomen. Datzelfde jaar werd Renaat Van Elslande adjunct-minister van Nationale Opvoeding en zo de facto de eerste minister van Nederlandse Cultuur. Als jong (46) minister wou hij iets doen en hij drukte de Omroepwet erdoor, waardoor de BRT en de RTB ontstonden i.p.v. NIR/INR. Dat was vooral het werk van Paul Vandenbussche die werkzaam was op zijn kabinet. Ook oprichting van BRT 3.

Het zou nog tot in 1960 duren vooraleer BRT 1 dankzij de ironische basstem en de spitse commentaren van de toen pas 18-jarige Guy Mortier een volwaardig "teenagerprogramma", zoals dit toen werd genoemd, ging uitzenden, met name "Schudden voor gebruik". Dat jaar neemt in Nederland (en wellicht ook bij ons, maar daar is bij mijn weten nog geen onderzoek naar verricht) de Anglo-Amerikaanse muziek voor het eerst het merendeel van de populaire muziek voor haar rekening (60%). En dat op een moment dat quasi ieder gezin (96%) een radio bezit en 20% zelfs een tweede toestel, zodat de jeugd op haar eigen kamertje kan gaan luisteren. Geen wonder dat rond die tijd het begrip hit ook hier te lande ingang vindt (Theo Uden Masman van The Ramblers presenteert b.v. bij de VARA "Hits van de Spits"). Het verandert meteen drastisch het fenomeen grammofoonplaat. Vroeger brachten inlandse artiesten immers slechts een plaat uit als ze via de radio bekend was geworden. Nu worden hits uit vinyl geboren en op radio populair gemaakt. In plaats van zoveel mogelijk verschillende nummers te draaien (cfr. de kritiek op Guy Mortier: "Ja maar, je hebt de achterkant nog niet gedraaid!"), gaat men nu juist met playlists werken. De hitparade is daarbij de norm. Het belang van een disc-jockey wordt dan ook heel groot. Als een echte jockey "berijdt" hij de platen. Hij praat over intro's, wacht niet tot de plaat helemaal gedaan is, want vooral: er mag geen moment stilte meer te horen zijn op de radio! Het behang dient volgeplakt. Als de d.j. het allemaal niet meer aankan, dan wordt de jingle uitgevonden als stoplap. De diverse radiozenders gaan ook steeds meer op elkaar lijken. In Nederland leidt deze ontzuiling naar een permissive society, zodat dit bij uitstek calvinistische land zich vanaf nu als een haantje de voorste gaat gedragen. Toch beantwoorden de officiële zenders niet aan het beeld dat de jeugd zich van een dergelijke maatschappij vormt. Daarom wordt Radio Veronica vanaf de eerste uitzending op 21 april 1960 de populairste zender in Nederland en omstreken. En zeggen dat zelfs Veronica in die beginjaren 's avonds nog een klassiek programma had! De oude gewaden worden trouwens slechts moeizaam afgelegd. Zo wordt het leven van The Ramblers nog wat gerokken door de gitaargroep The Lords (met Rob Denijs) eraan toe te voegen.

In 1961 was "Tijl Uilenspiegel" het eerste jeugdfeuilleton dat helemààl werd opgenomen. Jef Cassiers creëert "Het Manneke", een jaar nadat hij met zijn broer "Patati Patata" had gebracht (o.a. op tekst van Jan Christiaens). En er was "Echo".

In 1962 was er in de VS "The Addams Family" en bij ons "'t Is maar een woord" en "Canzonissima". Het miljoenste televisietoestel in België gaat de deur uit. Start van de BRT-Schooltelevisie. De geschiedenis van Radio 3 gaat terug tot in het najaar van 1962 (het jaar dat een wet de medewerking aan radiopiraten verbiedt) toen bij het toenmalige NIR Karel Aerts en Georgette De Rijcke de opdracht kregen enkele uren per week "ernstige" programma's uit te werken. "De vrouw is woord geworden en de man een melomaan," aldus het latere nethoofd Pieter Andriessen.

22 november 1963 “De dood van Kennedy was de definitieve doorbraak van de televisie; bij de moord op hem en bij zijn begrafenis maakten wij het begin mee van de dominerende positie van de televisie in onze cultuur – want de televisie dient het indrukwekkendst zijn eigenbelang en fascineert het meest met beelden van de te vroege dood der uitverkorenen en succesvollen. Als getuige bij het afslachten van helden in hun bloei – en van alle zo te zien heilige onschuldigen – bereikt de televisie zijn abominabele hoogtepunt.” (John Irving, Owen Meany, p.450-451)

In 1963 wordt de eerste live-uitzending van een wielerwedstrijd verzorgd (de Omloop Het Volk), in datzelfde jaar nog gevolgd door de Ronde van Frankrijk en natuurlijk ook het wereldkampioenschap in Ronse. Het jaarlijkse jeugdfeuilleton van Louis De Groof is "Zanzibar" en op 5 oktober is er de eerste uitzending van "Een tegen allen".

Op 11 april 1964 zijn The Ramblers voor het laatste live op de radio te beluisteren. Alsof het een teken aan de wand was, was een maand eerder de Texaan Don Pierson naar Europa afgezakt om de "piratenzender" Radio Caroline van de 23-jarige Ier Ronan O'Rahilly te beluisteren. Alhoewel hij geen afspraak met O'Rahilly kan versieren en de programmatie van Caroline hem tegenvalt, is dit toch de eerste stap tot oprichting van Radio London.

In september 1964 gaat "Hier spreekt men Nederlands" van start. Nog in 1964 kreeg het zogenaamde "Derde Programma" 's avonds en gedurende het weekend ook een eigen FM-frequentie, los van het Eerste Programma. Nog tien jaar later werd het als BRT 3 een volledig zelfstandig net. Dat liep niet van een leien dakje, want gedurende een tijd werden b.v. de voormiddagprogramma's zelfs geschrapt uit bezuiniging. Nog in 1964 is er "Kapitein Zeppos" met Senne Rouffaer in de hoofdrol en Raymond Bosschaerts als zijn jonge vriend Ben. Cyriel Van Gent speelt de domme postbode Gust. Op de set van Zeppos leert Senne Rouffaer Vera Veroft kennen, met wie hij echter pas twintig jaar later zal gaan samenwonen. Hij zal overigens nooit scheiden van zijn vrouw José Dolhain, met wie hij vier kinderen had: acteur Peter, regisseur Vincent, zakenman Bruno en Bart, die op zijn twintigste overleed in een verkeersongeluk. Nog in 1964 komt Maurits Balfoort als regisseur bij de BRT, nadat hij (na een loopbaan van 23 jaar als regisseur bij de KNS) in aanvaring was gekomen met de nieuwe KNS-directeur Van Kerkhove. Op dat moment liep het feuilleton "De kat op de koord" (geschreven door Aster Berkhof en met o.a. Walter Moeremans, Denise De Weerdt en Dora Van der Groen) ten einde (ze had geen succes omdat de gemiddelde Vlaming zich niet herkende in dit kleinburgerlijke gezin) en vroeg men hem om "Jeroom en Benzamien" op te starten naar een atypisch boek van Ernest Claes, die het immers als weddingschap met Herman Teirlinck in diens stijl als stadsroman had geschreven. Het was zo'n succes dat Balfoort nadien startte met "Wij, Heren van Zichem", gebaseerd op twintig romans en novellen van Claes die hij had samengevoegd. Ook dat was weer een enorm succes, maar de opvolger, "De vorstinnen van Brugge", was een tegenvaller. Balfoort (die van socialistische komaf was) trachtte hierin sociale geschiedenis te schrijven en dat pikten de kijkers blijkbaar niet.

Op 15 december 1964 brengt Paula Semer voor het eerst homoseksualiteit ter sprake op televisie t.g.v. een aflevering van het vrouwenprogramma "Penelope". De uitgenodigde psychiater, Dr.Ballet, sprak erover weliswaar in termen van "perversie", maar dan wel met een zekere neerbuigende sympathie t.o.v. de "geperverteerde". Ook Hilda Verboven wijdde er een uitzending voor jongeren aan ("Zo zijn"), die door de TV-pers met een prijs werd bekroond.

In 1965 was er het succesvolle jeugdfeuilleton "Johan en de Alverman" met Frank Aendenboom als Johan, Jef Cassiers als de Alverman, Cyriel Van Gent als Don Cristobal en Rosemarie Berghmans als zijn dochter Isabel.

In 1966 volgde "Axel Nort" met Nand Buyl in de titelrol. Jef Cassiers regisseerde dat jaar twee praatprogramma's. Eerst "Van de hak op de tak" (met Ivonne Lex) en nadien "Zien naar Jozefien" (met Jo Leemans).

Op 1 januari 1967 gaat Omroep Brabant van start. Op 25 juni is er de eerste Mundovisie-uitzending (o.a. met "All you need is love"). Op 14 augustus wordt in Groot-Brittannië de "Marine Offences Act" van kracht en verdwijnen bijgevolg de piratenzenders uit de ether. Nog in 1967 was Jef Cassiers nog eens als acteur te zien in het jeugdfeuilleton "Midas" met Rik Andries. Radiojournalist Jan Van Rompaey gaat bij "Echo" werken.

"Binnen en Buiten" (presentatie Mike Verdrengh; regie Jef Cassiers) wint de prijs van de kijker in 1968 en de TV-oscar in 1969.

In september '69 start Nand Baert met "Wachtwoord".

Drie jaar later dan in de buurlanden steekt bij ons de kleurentelevisie op 1 januari 1971 van wal. Dit wil zeggen: men vertoont kleurenproducties uit het buitenland, want voor eigen producties zou het nog duren tot in juni met "de Gouden Zeezwaluw in Knokke". Daarom is in het jeugdfeuilleton "Het Zwaard van Ardoewaen" Mike Verdrengh nog altijd te zien in zwart-wit, maar ook in een allerschattigst minijurkje (of was dat in "Keromar"?). Daarvóór had hij ook nog in een popgroepje gezeten, The Ypsilon Boys. 1971 is ook het jaar van de kabeltelevisie. Op dat moment zijn er nog slechts 120.000 kabelkijkers, maar dat aantal zou weldra spectaculair stijgen (750.000 in 1976). De concurrentie van Nederland wordt nu echt groot.

In 1972 was het uit met het rijk van Louis De Groof: "De Kat" (met Rik Andries) was zijn laatste feuilleton. "Skandalon" naar een scenario van René Kalisky werd door de BRT uitgezonden op 3 juli met Leo Madder (Giancarlo Volpi, eigenlijk Fausto Coppi), Kris Lomval (Silvana Paggin, de tweede echtgenote, geïnspireerd op "la dame blanche", die wil dat hij met wielrennen zou stoppen), Gerard Vermeersch (Bassa, zijn blinde verzorger) en verder Gastone Pitti, zijn sponsor, Felice Riario, zijn sportdirecteur, en Bernardo Chiari, zijn ongure manager. Dat jaar krijgt Jef Cassiers de persprijs in Montreux voor "Baratzeartea" met Liesbeth List tussen schilderijen van Magritte en de Belgische Persprijs voor zijn hele oeuvre.

Ondertussen dringen co-producties met Nederland zich op. Eén van de eerste is "Een mens van goede wil" naar Gerard Walschap (1973). "Terloops" vervangt "Echo".

In 1974 ontvangt Jef Cassiers de Bert Leysen-prijs voor "Irreversibel" (Hildegarde Knef, deze keer tussen schilderijen van Felix Labisse). "De paradijsvogels" werd gemaakt naar een scenario van Marc De Bie naar Gaston Martens. Met Anton Peters (Bolle), Jef Burm (Rietje Rans), Piet Balfoort (Staf Verhelle), Alex Willequet (Hippoliet), Luc De Smet (Polleke), Gerda Marchand (Manse Lapp), Polly Geerts (Flavie), Marijn De Valck (Brozie), Linda Lepomme (Rozeke) en Luc Perceval. In het jaarverslag van de BRT van 1974 klaagt men de belemmeringen aan waarmee de Dienst Jeugd 'nog steeds' te kampen heeft: te klein budget, onvoldoende studioruimte, captatie‑ en repetitiemogelijkheden, onvoldoende technische faciliteiten, tekort aan vast personeel, tekort aan regisseurs en regie‑assistenten in vaste dienst, wat het programmabudget aanzienlijk verzwaart. Na de ondertekening van het Verdrag van Straatsburg dat radio- en televisieuitzendingen verbiedt buiten nationaal grondgebied, moet Veronica op 31 augustus de boeken sluiten. Nog geen twee jaar later keert de piraat als officiële omroep weer om binnen de kortste tijd de populairste zuil te worden. Als in 1995 de ontzuiling verder gaat, neemt Veronica de kans te baat om opnieuw als privé-station te starten.

In 1975 wordt in het kader van de "zenderkleuring" (Hilversum 1 actualiteiten, Hilversum 2 familiale zender, Hilversum 3 popzender) Hilversum 4 opgericht. Ondanks het feit dat deze klassieke zender ook muzikaal behang uitzendt (zodanig zelfs dat midden de jaren tachtig Hilversum 5 "voor kleine doelgroepen" wordt opgericht) luistert slechts een marginaal aantal mensen ernaar. In Vlaanderen: start van de Instructieve Omroep. De omroepgebouwen verhuizen naar de Reyerslaan.

In 1976 komt Peter Simons bij de BRT werken. Hij regisseert meteen "Ik zag Cecilia komen", naar Felix Timmermans. Belangrijker is dat het VHS-systeem van JVC de Betamax-video's van Sony wegconcurreert, zodat video nu ook een "huishoudelijk" product wordt. Ondertussen kunnen we op televisie kennismaken met een ander drietal vrouwen die hun mannetje kunnen staan: "Charlie's Angels". Dit feuilleton zal vooral succes kennen met zijn zogenaamde "jiggle-shots", wat twintig jaar later tot in de treure zal worden gekopieerd in beach-series als "Pacific Blue" en "Baywatch". Jiggle betekent namelijk schommelen en je mag één keer raden wat er "al schommelend" in beeld werd gebracht... Over jiggle-shots gesproken: nog in 1976 wordt in Italië het monopolie van de RAI (specialist in grote blonde vrouwen met enorme... hersenen, die ook uitgebreid in beeld komen) doorbroken, een jaar later gevolgd door Fil Bleu (van de jonge Giscardiens), de eerste vrije radio in Frankrijk. Guido Cassiman wordt het hoofd van Omroep Brabant.

Op 26 april 1977 gaat het tweede BRT-net van start: eerst twee avonden per week, in oktober zijn er dat reeds vier. Na de "Wies Andersen Show" en "Het Rad der Fortuin" start ook "Noord-Zuid" met Johan Anthierens en Mies Bouwman. Vanaf 1978 is er ook geen plaats meer voor klassieke muziek op BRT 2. Eind 1978, begin 1979 was op de BRT en de AVRO de verfilming te zien van "Maria Speermalie" van Herman Teirlinck met Tessy Moerenhout in de titelrol en Luk De Koninck als Ruige. De tekst van Herman Teirlinck werd hiervoor bewerkt door Johan Boonen.

Op 8 mei 1979 worden de eerste vrije radio's in ons land (meer bepaald in Wallonië) in beslag genomen. Maar toch is er van dan af geen houden meer aan. Peter Simons krijgt de Bert Leysenprijs voor "Het koperen schip" (naar Libera Carlier, 1926-2007).

1980 Invoering van Teletekst. De schorsing van Eliane Morissens op 30/10/1980 gebeurde op basis van een RTBF-televisieprogramma van twee dagen eerder.

1982 Jef Cassiers regisseert de TV-opera "De ballade van de soldaat Johan".

In 1983 regisseert Jef Cassiers zijn eerste jeugdfeuilleton, "Xenon". In dat jaar is er ook de reeks "Transport" (met o.a. scenario's van Jan Christiaens). Er was in het begin van dat jaar ook een vracht aan onaangenaam nieuws over het medium televisie als dusdanig te vernemen. De regering stond namelijk een directe straalverbinding tussen Brussel en Luxemburg toe om het Belgisch nieuws vlugger in het Hertogdom te doen geraken bij de commerciële zender aldaar waardoor deze in zekere zin het BRT-monopolie zal ondergraven. Diezelfde groep landsbestuurders (?) overweegt ook een definitief ontwerp uit te werken tot het invoeren van buisreclame in de BRT-RTBF-programma's en er eind deze maand mee uit te pakken. Daarnaast was er ook nog sprake van de verhoging van het kabelgeld omdat men binnenkort ook de BBC gaat overnemen en dit bijkomende auteursrechten zal kosten. Eén mens werd er daarnaast toch gelukkig gemaakt door een ander nieuwsbericht namelijk Maurice De Wilde die mocht vernemen dat ook de TV-critici zijn documentaire reeks over "De Nieuwe Orde" hadden gelauwerd. De sterreporter van de BRT viel alzo een zoveelste onderscheiding te beurt voor een programma dat een enorm werkstuk te noemen is, dat een schat aan materiaal bevat over het politieke leven in ons land, vóór en tijdens de oorlog. Maar dat er op eerder stroeve vorm van de reeks wel iets aan te merken viel - zoals een confrontatie zegde en schreef - daar konden ook wij inkomen. Daarom hadden wij graag enkele eervolle vermelding zien toegekend worden aan programma's die meer TV-mindend opgevat werden. Er gingen in dat opzicht wel enkele stemmen naar "De soldaat Johan" van Jef Cassiers, naar "Het leven dat wij droomden" van Robbe De Hert, naar de "Kijk mensen" over demente bejaarden, naar "Een mens die sterft". Maar niemand onder hen kon zich uiteindelijk echt doorzetten. Zodat wij moeten besluiten dat de meeste TV-critici nog altijd inhoud boven vorm stellen, wanneer een perfecte harmonie tussen beide evenwel het streefdoel zou moeten zijn. Waarmede wij de bekroning van "De Nieuwe Orde" en van Maurice De Wilde niet willen afvallen. Wij trachten haar enkel in een ander daglicht te plaatsen.

1983 Oprichting van Studio Brussel. Ontkoppeling gewestelijk nieuws. Nadat zondag op 23 januari op een kalme en toch boeiende manier de levensloop van de schrijver-treinwachter Gustaaf Vermeersch werd geschetst in een docu-drama van de hand van Anton Stevens dan werden op 30 januari door Juul Claes op een gezocht nerveuze wijze enkele bewogen dagen uit het bestaan van een sjacheraar in tweedehands auto's getekend in de TV-film "Leer om leer". Behoorde het eerstgenoemde werk tot de categorie van de kwaliteitswaar waarvan men rustig kan genieten in de huiskamer van wat laatst genoemde prent eerder onder te brengen in de reeks van de witte producten die enkel een flauw afkooksel zijn van wat de (slechte) cinema in zalen biedt. Waarmee nogmaals aangetoond werd dat "Made in Vlaanderen" wel een interessant initiatief is om de filmmensen van bij ons aan het werk te zetten maar... dat deze nog veel moeten leren om telkens weer de goede middelmaat te bereiken. Om geen hoger norm te stellen...

Eerst was er "Elektron", waarin Bart Peeters - als enige ter wereld wellicht - scheikunde en popmuziek op een vlotte manier aan elkaar praatte. Die wat inspiratieloze videoclips werden behouden en aangevuld met eigen live-opnamen en interviews en dat werd dan "Popelektron", wat ook soms boeiende uitzendingen opleverde (zoals die over hard-rock bijvoorbeeld). Zonder presentator werden de verschillende live-captaties aan elkaar gebreid tot "Live-elektron", alweer prijs vooral wegens de diversiteit (zelfs klassieke muziek!) en de kwaliteit van de opnamen. En nu is er de "PVBA Elektron" (31.1), een ambitieus satirisch programma, wat de kroon op het werk zou moeten worden. Helaas. Sommige nieuwlichters waren maar al te vlug bereid om die kroon uit te delen nu "TV-Touché" wel helemaal de mist is ingegaan. Maar satire is een moeilijk vak en ook de PVBA moet nog leren. Voorlopig rust alles te veel op de schouders van één man, Frank Dingenen. Het jonge trio dat naast hem debuteerde (Jo Van Damme, Leah Thys en...?), houdt wel beloften in zich, maar voorlopig was het toch een beetje te schools. Met als gevolg dat Dingenen van zijn kant gaat chargeren. Ook inhoudelijk moet er nog meer aan gewerkt worden. Het onderdeel met de kritiek op de sportredactie was hiervoor een schoolvoorbeeld. Zeer terecht werd immers te keer gegaan tegen het kritiekloos brengen van racistische en opruiende uitspraken van Anderlecht-supporters. Maar de manier waarop dit gebeurde was inspiratieloos, ja zelfs van een zelfde laag niveau. Volgende keer beter dus, en dat kón ook volgens ons.

Met de jongste aflevering van "IJsbreker" (11/4/1984) met als thema "Laat u niet ont-goochelen" was het weer volop prijs. Zodanig zelfs dat we ons afvroegen of we ons al die tijd niet hebben vergist. Misschien is het juist het opzet van "IJsbreker" om ruzies uit te lokken. En dat was in déze aflevering natuurlijk te verwachten indien men enerzijds goochelaars (mensen die doelbewust truuks gebruiken en daarop ook fier zijn) en anderzijds mensen die zich met parapsychologie inlaten (en die als dusdanig beweren een beroep te doen op "paranormale" gaven en alle truuks schuwen... ook al worden zij door professionele goochelaars vaak ontmaskerd als bedriegers) op het scherm brengt. Traditiegetrouw werden zij van elkaar gescheiden (Gent en Kortrijk) en in de studio te Brussel plaatste men een professor en zijn akoliet die een paar kritische vragen stelden aan de "parapsychologen" en bijgevolg ook door deze "bezetenen" werden bestreden, zodat de spraakverwarring compleet was. Nogmaals, "ont-goocheld" waren we niet want dit blijkt nu eenmaal het opzet te zijn van "IJsbreker". Alleen dus een technische opmerking: het moet toch mogelijk zijn om de klank in de andere lokaties weg te draaien terwijl iemand aan het woord is? Zou dit niet beter zijn dan het elkaar voortdurend onderbreken? Alles bij elkaar misten we de lichte insteek, of inbreng pardon, van een Lode Willems, oud-r.v.-redacteur en nu sterrenwichelaar bij een blad voor mensen die denken dat ze denken. Die zal zeker weer de bus gemist hebben...

Kijkend naar de (niet uitermate boeiende) rechtstreekse reportage van de voetbalinterland Polen-België hebben wij slechts een gedeelte kunnen volgen van de “Mondelinge geschiedenis van de Vlaamse Vissers” (17.4). Wij pikten het gedeelte mee waarin enkele van die oude zeebonken vertelden over de wijze waarop zij destijds bij IJsland kabeljauw vingen met lijnen. Het was genoeg om - nog eens - vast te stellen hoe de werkvoorwaarden rond de eeuwwisseling in ons land (en elders) waren. De weemoed en de trots die telkens weer in deze verhalen opklinkt, treft en ontroert ons altijd opnieuw. Niet alleen in de visserij maar ook in vele andere takken van de nijverheid moest er toen hard gezwoegd worden, verdiende men zijn weinige geld letterlijk in het zweet zijns aanschijns. Geen wonder dan ook dat de meeste bewuste arbeiders uit die tijd zich gingen inzetten voor een verbetering van hun bestaansvoorwaarden, dat het socialisme voor hen zoveel betekende en gezien werd als een uitkomst, een verlossing van de zorgen. Dankzij de strijd van vele dapperen uit die periode is er in de loop van de jaren heel wat veranderd en verbeterd, zijn de werkvoorwaarden menselijker geworden. Maar zulks betekent niet dat er geen onrechtvaardigheid meer zou bestaan, dat er een einde zou zijn gekomen aan de uitbuiting. Integendeel. Zij heeft wel andere vormen aangenomen. Het is die vaststelling, die aanwijzing die telkens weer onvoldoende aangetoond wordt in deze "Mondelinge geschiedenisvertellingen". Zij worden - misschien ongewild - wat al te zeer folkloristische uitzendingen waarbij men een zucht van opluchting slaakt. "In die tijd was het nogal wat, nietwaar, maar wij hebben het gelukkig beter", is de tendens die er al te veel in opklinkt. Daarom dat de reeks - mits iets bijgestuurd te zijn - mag en moet voortgezet worden. Zij bevat unieke tijdsdocumenten die later nog aan waarde zullen winnen.

De "Steek-er-wat-van-op-show" laat ons steeds meer op onze honger zitten. Ook de jongste aflevering - spijts het magische getal nummer 7 in de reeks - deed zulks. De onderwerpen die erin aangesneden werden (zelfhulporganisatie, bodybuilding en transplanteren van organen) kwamen weer onvoldoende uit de verf. Men raakt telkens weer interessante aspecten aan maar tijd voor verdere uitdieping blijkt er nooit te bestaan. Daardoor werkt het decor, het publiek, het handgeklap, het tussenspel met de muzikale omlijsting steeds meer op onze zenuwen. Het lijkt ons alles bijkomstig gedoe. Geld en moeite zouden beter aan de eigenlijke thema's van de avond besteed worden. Wat niet betekent dat wij er een dorre voordrachtenreeks zouden willen van maken. Maar iets minder show en wat meer opsteekmateriaal zou volgens ons toch wenselijk zijn. Vooral zo laat op de avond (22-23 uur) verwachten de dappere kijkers geen Vegas-glitter van een ernstig programma. Voor dit soort buisgenot (?) kunnen zij dan op andere kanalen terecht.

De noeste werker Maurice De Wilde zal wel nooit rust en vrede kennen. Nu heeft men hem weer een proces aan het been gelapt omdat er in zijn "Nieuwe Orde"-reeks gezegd werd dat enkele Belgische krijgsgevangenen op het einde van de oorlog nog bij het Waals Legioen verzeild geraakten. Smaad en eerroof heeft een ere-kolonel gezegd zonder de feiten als dusdanig te ontkennen. Tevens wordt De Wilde (en de BRT) het leven zuur gemaakt omdat "De Nieuwe Orde" nu zonder de uitdrukkelijke toestemming van alle personen die in de reeks aan het woord komen op de RTBF loopt, zelfs al nemen de aansluitende debatten op die zender soms een heel verdachte en ietwat revanchistische wending aan. En zo zal het waarschijnlijk nog verdergaan. Een logisch iets zeggen sommigen. De Wilde heeft een slecht karakter. Hij treedt op als een krijgsauditeur. Hij maakt de mensen af. Zou het niet eerder voor de aard van de onderwerpen zijn die hij in zijn nu al lange loopbaan steeds weer met verbeten ijver aangesneden heeft - dat de topreporter van de BRT zoveel moeilijkheden kent? Van in zijn "Panorama"-tijd (met het bekende thema van Zoltan Kodaly) tot op heden heeft hij het aan de stok gehad met lieden die niet gediend waren met zijn onthullingen, met zijn dossierkennis. Het is de inhoud en niet de vorm van zijn reportages die velen in knellende schoentjes heeft gestoken.

Slechts voorafgegaan door de BBC (in wier opdracht de film werd gemaakt) en de VOO, was de BRT-aankoopdienst er alweer toch tamelijk vlug bij om een belangrijke productie op het scherm te brengen, met name "Threads" ("Draden"), een soort van Engelse "Day after" (19-10). De meeste critici zijn het erover eens dat deze TV-film van M. Jackson zijn Amerikaanse tegenhanger ver overtreft, al heeft hij niet geprofiteerd van de verschrikkelijke barnumreclame die van "The day after" zelfs voorpaginanieuws maakte. Rechtvaardigde de intrinsieke kwaliteit van deze laatste film dez publiciteit niet, dan waren wij er toch niet rouwig om omdat hij op die manier miljoenen mensen aan het denken zette over de gevaren van een eventuele kernoorlog. Het feit dat de première van "Threads" relatief onopgemerkt is voorbijgegaan roept bij ons dan ook enkele vraagtekens op. Misschien was "Threads", dat meer docu-drama is dan "The day after", té goed (lees: té realistisch)... Dat wil echter niet zeggen dat we ook hier geen kritische opmerkingen kunnen formuleren. Zo is het natuurlijk logisch dat indien een atoomconflict vanuit westers standpunt wordt benaderd, het Sovjetrussische kernkoppen zijn die dood en vernieling zaaien. Dat is onvermijdelijk en wie deze premisse moeilijk kan slikken, zal moeten wachten op een "Day after" van Oost-Europese makelij. Anderzijds moeten we toch eerlijk toegeven dat in de Amerikaanse film de schuldvraag over wie nu eigenlijk met het conflict begon meer in het vage wordt gehouden. In "Threads" hanteerde men echter zonder schroom de volgende hypothese: het alomvattende nucleaire conflict is een escalatie van een door de Sovjets gestarte lokale kernoorlog in Iran, waar een door de Amerikanen gesteund regime aan de macht is gekomen. Geef toe, een hypothese die menig vredesmilitant zal doen blozen. Overigens, was "Threads" voor ons, West-Europeanen, veel interessanter dan de zich in de Verenigde Staten afspelende "Day after", dan blijven we na deze film toch ook op onze honger. Allicht wegens de insulaire mentaliteit van de Britten wordt er immers met geen woord gerept over de gevolgen van het cataclysme voor het continent. De "Draden" werden dus alweer niet over de zee gespannen ...

Hoe de showprogramma's van de BRT er na "de bom" zullen uitzien kwamen we niet te weten in de hierboven aangehaalde film. Wel weten we na het bekijken van de jongste “Zingezong” hoe ze anno 1984 gebracht worden. En dat is niet om over naar huis te schrijven. Integendeel, daar schrijf je enkel in de krant over en hoé ... Hoe men het immers aandruft om de veel tax betalende televisiekijker op zaterdagavond met zo'n snertprogramma te confronteren is zowat de enige vraag die ons overblijft na het bekijken van het hopeloze gehuppel en geklungel dat ons tijdens de jongste editie (20/10) vanuit één of andere Lokerse zaal voorgeschoteld werd. De oubolligheid van presentator Henk Van Montfoort, het schreeuwerige decor en de ondermaatse "attracties" maken dit programma tot één der minderwaardigste uitzendingen die men vanuit de Reyerslaan op het kijkende publiek loslaat. Tenware men er daar van overtuigd is dat op zaterdagavond toch iedereen op familiebezoek, naar het voetbal of op café is en het dus toch niet zo nauw steekt wat men dan uitzendt.

Traditioneel op zaterdagavond is er ook Terloops waarin deze keer (20/10) een interessante reportage zat over het telen van witloof en de problemen van de telers. Een meer menselijke dan economische benadering van het probleem die er mocht zijn. Al bleven we toch wat op onze honger - zeker na het zien vanal dat lekkere witloof. Een algemene situering over de witloofproductie had zeker het geheel verrijkt.

Rijk, maar dan aan problemen was ook de jongste Extra-time (22/10). Oorzaak daarvan was het (grotendeels) rechtstreeks uitzenden van een basketbalwedstrijd. Een goed initiatief dat echter wegens het uitlopen van de wedstrijd (onder andere een kapotgedunkt bord moest vervangen worden) zorgde dat de uitzending heel wat langer duurde dan gepland was. In tegenstelling met wat vroeger al gebeurde, was dat deze keer echter geen aanleiding om de uitzending te stoppen. Integendeel, men schakelde deze moeilijkheden vlot in het programma in, zodat de sportliefhebber deze keer zeker gediend werd door de regie. Eén en ander bracht echter mee dat het evenwicht in het programma verstoord werd en het vooral basketbal was dat te genieten viel. Voor ons geen probleem, maar de voetballiefhebbers die meestal verwend worden door de sportdienst zullen nu zeker niet aan hun trekken gekomen zijn met de eerder magere voetbalbijdragen.

Ik had mij ook reeds lang voorgenomen eens over de Veronica Omroep Organisatie (V.O.O.) te schrijven. Het zal nu zo'n jaar geleden zijn dat verschillende zuilen in Nederland een onderlinge afspraak maakten hun propaganda voor ledenwerving in te dijken, maar bij de V.O.O. is dit duidelijk niet het geval, daar treedt men zelfs geregeld "buiten de oevers". Hun programma's worden razendsnel aan elkaar gemonteerd met de bekende slagzin "Je bent jong en je wil wat”: de eerste exclusieve zuil dus als het ware (exclusief in de letterlijke betekenis: buiten-sluiten, wie niet jong is, mag niet kijken met andere woorden). En dat dus in het "pittig tempo" dat het toenmalige piratenschip Veronica ook heeft ingevoerd in het DJ-wezen en dat wij toen (ten onrechte) als een positieve innovatie ervoeren. Zoals we ook uit andere reclames weten (tabak, frisdranken, enz.), houdt "jong” buiten "vlug" (snel, pittig) ook "sexy" in en de V.O.O. pikt daar overdreven op in. We herinneren ons bijvoorbeeld een zogenaamde "documentaire" over Hawai, die van "normale" documentaires verschilde omdat hij veel zwakker was, veel minder diepgang had (net, alweer, een reclamefilmpje), een zwakte die werd opgevangen door een half ontklede plaatselijke griet die voor 3/4 van de tijd in het beeld was, zogezegd om commentaar te geven (normaal gebeurt dat "off-screen").

Overigens heb ik hier eens een lijstje gemaakt van het element 'seks' op televisie. Vijftien programma's kwamen deze week voor een bespreking in aanmerking en niet minder dan elf speculeerden in mindere of meerdere mate op de attractiviteit die seksualiteit uitoefent op de kijkers (en dan wil ik nog niet eens het effect meetellen dat het zien van al die blote voetbalbenen heeft op de vrouwelijke helft van de bevolking). Nogmaals, ik ben geen zedenpreker (persoonlijk vond ik de Engelse kortfilm "Romance met een contrabas" het hoogtepunt van deze week, van nabij gevolgd door het Nederlandse toneelstuk "Niet bereikbaar", allebei in essentie draaiend om humoristische respectievelijk tragische situaties die uit allerlei vormen van bloot kunnen ontstaan), het is gewoon een vaststelling. De V.O.O. nu heeft daar wel een beetje veel van, waarmee ik bedoel dat het een ballon-effect heeft: zeer mooi en kleurrijk als hij opgeblazen is, maar o zo gemakkeijk te doorprikken en dan blijf je met een walgelijk vodje achter. Zo de film "Demolition man", aangekondigd (alweer) als een "pittig" filmpje en reeds een maand op voorhand gelanceerd met een "pittig" fragmentje. Achteraf bleek het een verschrikkelijk onding te zijn. Idem voor Veronica's Popjournaal. Dat zangers (en natuurlijk vooral zangeressen) van hitparadeliedjes steeds minder aan hebben is een verschijnsel dat we niet willen ontkennen (en zelfs niet betreuren), maar bij de V.O.O. loopt het toch weer de spuigaten uit: in plaats van de Beegees zelf, krijg je bij het nummer "Saturday night fever" telkens een striptease te zien (vroeger idem, bij "Egyptian reggae" van Jonathan Richman). Voor ons niet gelaten, maar we vragen ons wel af welke ambities de V.O.O. koestert eens ze meer zendtijd ter beschikking krijgen.

In een bijlage van het Informatieblad van het Ministerie van nationale opvoeding zijn de resultaten van een kijkonderzoek bij kinderen gepubliceerd, dat gehouden is door de BRT. Het gaat over de kijkgewoonten van kinderen tussen drie en elf jaar. Een eerste belangrijke vaststelling was dat gemiddeld 25% van deze kinderen televisie kijken. Bijna 92% kijkt naar de BRT, 70% naar Ned. 1 en 63% naar Ned. 2. De andere cijfers liggen begrijpelijkerwijze (de taal!) veel lager. Toch halen de RTB en Duitsl. 2 nog 17%. Nog steeds gemiddeld kijkt een kind een uur per dag naar televisie. Op woensdag wordt dat anderhalf uur en op zaterdag zelfs twee uur. Men stipt daarbij wel aan dat het onderzoek heeft plaatsgehad in de herfst en winter, zodat buiten spelen praktisch onmogelijk was. Het spreekt vanzelf dat ook op de BRT soms anderstalige programma's worden uitgezonden. Tekenfilms bijvoorbeeld. Toch zijn deze (samen met "Cirkus Rondau") het populairst. Wellicht omdat de getekende gags veelal geen commentaar behoeven. Toch blijven wij voorstander van het dubben van kinderprogramma's in dezelfde mate als wij hevige tegenstander zijn van het nasynchroniseren van films die voor een volwassen publiek bedoeld zijn. Bij de kleuters is opmerkelijk dat zij nog geen eigen smaak ontwikkeld hebben. Alle programma's voor hen bestemd zijn even goed. Zowel dus het ellendige "Klein klein kleutertje" als het leerzame "Sesamstraat". De BRT wast zijn handen in onschuld wat gewelddadige programma's in de vooravond betreft ("dit is vooral het geval voor Nederland") maar kan toch niet ontkennen dat Space 1999 veel indruk maakt op kinderen. Evenzo Rad der Fortuin, Hallo met Henk, de Muppets, natuurfilms, sportreportages en... Jonger dan je denkt. Geef mij dan maar Ome Willem. Deze week was het thema: waarom willen kinderen altijd iets hebben, wat een ander ook heeft? Deze neiging werd op een zeer speelse manier, zonder ook maar de minste schoolmeestersmanieren tegengegaan. En bovendien verviel men ook niet in het andere uiterste "het is goed dat de ene meer heeft dan de andere" of zo, want niet voor niets is het een programma van de VARA (socialistisch). En bovenal is er dus de levendigheid, de kinderen die gewoon zichzelf zijn en in het programma spontaan tussenkomen... zelfs als het is omdat ze moeten gaan plassen. Andere festijnen voor de kinderen op televisie zijn "The Muppet Show" en "Wicky de Viking", die allebei na een verdiende zomervakantie terug zijn. Voor de moraal in "Wickie", namelijk dat de sterkste niet altijd het recht aan zijn kant heeft, dat men buiten zijn handen ook zijn verstand kan (en moet) gebruiken, zal sommige kinderen wel aanspreken, hoop ik.

Jef Cassiers maakt de tekenfilm "Jan zonder Vrees" in 1985, het jaar dat "Nonkel" Bob Davidse met pensioen gaat. Hij heeft zelf nog de basis gelegd voor "Stad op Stelten", het jeugdprogramma dat Micha Marah en Marijn De Valck voortaan zullen presenteren. Nonkel Bob zal de geschiedenis ingaan met kreten als "TV-Ohee" en "Mieleke Melleke Mol, karwietsel kardietsel kardol" (ter ondersteuning van de Melkbrigade) en liederen als "Kom toch eens kijken" en "Vrolijke vrienden".

In 1986 waren er de eerste dertien afleveringen van "Het Pleintje" naar een scenario van Jan Matterne. Na het succes van "Beschuldigde sta op", "Met voorbedachten rade" en "De collega's" was het misschien normaal dat de BRT hem hiervoor carte blanche gaf, maar eigenlijk was deze reeks een schande. Ten eerste draaide de tegenstelling op "Het Pleintje" tussen de vrijzinnige vrederechter De Lesseweg (een onuitstaanbare René Verreth) en de uiteraard sympathieke pastoor Sickx (Jo De Meyere, wie anders?). Bovendien wordt Sickx bijgestaan door een halve zachte, die op de koop toe de tweelingsbroer van De Lesseweg blijkt te zijn (Manu Verreth in alweer een Jomme Dockx-rol). Als Sickx een halve liefdeshistorie in de schoenen wordt geschoven met de "groene" Barbara (Nora Tilley), is dit ten nadele van twee van haar andere aanbidders, een carrièristische socialist (alweer een subtiele verwijzing) en een onnozele Johnny Voners. Die zijn toenmalige echte madam, Jeannine Bisschops, speelt de gendarm in een huishouden waarin Jaak Van Assche politieagent is, terwijl een ander "unlikely" koppel dat van de kruideniers Tuur De Weert en Tessy Moerenhout is. Dat alles wordt uiteraard druk becommentarieerd in het onvermijdelijke café, waar de dochter Machteld Ramoudt de zinnen op hol doet slaan. Kortom, het was totaal onbegrijpelijk dat de vox populi een jaar later nog zeven afleveringen bij vroeg en dat nog kreeg ook! Dat in tegenstelling tot de terugkomst van Armand Pien die dat jaar met pensioen is gegaan. Hij werd door niet minder dan vier presentatoren vervangen: Georges Kuster, Bob De Richter, Frank De Boosere en diens vrouw Hilde Simons. Deze laatste gaf er tamelijk vlug de brui aan en werd vervangen door ("het belangrijkste zit van voren") Sabine Haghedoren.

Men kan veel zeggen over Yvan Heylen - op de limiet kan men zelfs aanvoeren "dat hij vroeger een populaire zanger was" - maar men kan niet ontkennen dat de man een eigen stijl heeft. Een stijl die ons tegelijk aantrekt en afstoot. Dat was ook zo in de tweede aflevering van "Op zoek naar..." (19 november 1986), waarin hij deze keer het pad van "kunst en wetenschap" (maar what's in a name) kruiste. In bijna elk onderdeel kon je die paradoks onderscheiden. Bij kunstenares Liliane Vertessen was hij niet te beroerd om onbeschaamd door te boren op haar "seksuele obsessie" (zij was overigens ook niet te beroerd om die toe te geven), maar een opmerking over haar in zijn ogen te kleine borsten ("dat was zeker in uw beginperiode") was dan weer volledig onder de gordel - al past die beeldspraak hier niet helemaal. Het beste waren nog de interviews met theatercriticus Wim Van Gansbeke en met hartchirurg Frits Derom. Misschien omdat Heylen hier niet zo "moedig" durfde te zijn als tegenover "gewone mensen" die zich als gewillig schaap naar de slachtbank laten leiden, zoals de zaadschilder, de ei-rechtzetter, de harmonikaspeler, enz. Dit kwam vooral tot uiting in het interview met Erich von Däniken dat ontluisterend was bedoeld voor deze beenhouwer-fantast, maar dat in feite meer op de kap van de "tolk" werd gevoerd. Eén ding staat echter als een paal boven water: er wordt hier televisie gemaakt. Er wordt m.a.w. spits met beeldmateriaal omgesprongen.

De reeks "Adriaen Brouwer" werd uitzonderlijk slecht ontvangen, maar kreeg in Monte-Carlo 1987 zowaar toch de publieksprijs. De maker, Peter Simons, zegt daarover o.a. in "Film en Televisie" (de merkwaardige zinswendingen zijn volledig van zijn hand): "Vroeger zei ik ook dat informatie op televisie belangrijker is dan klimaat. Je geeft een eerste brok informatie en voor ze nog gezegd is, snij je al weg naar de volgende... Zo krijg je hele vlotte, maar automatisch oppervlakkige televisie. Ik noem dat de NMBS-aanpak: Intercity-Interregio: de vlotte aanpak van de NMBS. je hoeft niet veel na te denken, maar er gebeurt niets. Laat ik even heel stout zijn: in één aflevering van Miami Vice gebeurt er veel minder dan in Adriaen Brouwer. We verstaan Miami Vice omdat er niets is te verstaan. De trein van de NMBS raast gewoon naar het einde van uw avond. Maar als dat de functie van televisie is, dan is het oninteressant. Ik vertrek vanuit de artistieke factoren: wat is het klimaat van die informatie? En daardoor ontstaat er een heel andere manier van regisseren, van televisie maken, die indringt tegen dat normale kijkpatroon. Ik beweer dat er in iedere seconde van Adriaen Brouwer iets gebeurt. Alleen kijken de mensen niet. De serie is niet traag. Trouwens, traag is een verkeerd woord. Traag wil zeggen dat er niets gebeurt. Men gebruikt dit woord omdat men geen woorden heeft om iets uit te drukken. Ik bied de mensen de kans om andere televisie te zien. (...) Er zijn zestien kanalen op de televisie (nu zijn het er uiteraard nog meer, maar er is nog minder te zien, RDS) die bij miljoenen mensen in de huiskamer staat. Dus is het mijn recht, het recht van de BRT, om met Adriaen Brouwer de tijd te stoppen. Een voorbeeld: de beul en zijn wit paard dat de helling niet op kan: het geweten is moe. Ik kies voor die integriteit, daarom is die scène niet lang maar gedragen. De informatie kan je snel geven, maar dan heb je nog niets gezien. Ik wil niet de gemakkelijke manier kiezen, ik wil de mensen opnieuw leren kijken."

In datzelfde jaar zette de BRT ook Rita Boelaert aan de deur. Haar privé-leven was al geruime tijd "a mess" en toen haar depressies ook een weerslag begonnen te krijgen op haar presenteerwerk, was dat voor de BRT het moment om in te grijpen. Na een onderzoek door het studiebureau Censydiam werden de verschillende zenders in 1987 hertekend, maar voor BRT 3 bleek dat niet nodig te zijn. De naam werd alleen veranderd in Radio 3 en de nachtuitzendingen werden een feit. Nog in 1987 kreeg Omroep Brabant een nieuwe directeur-generaal. Piet Van Roe dweepte met marktonderzoeken en producers als Wim Van Gansbeke en Luk Saffloer hielden de eer aan zich en stapten op.

"Kwis" werd eigenlijk door het MMT gecreëerd. Pierre Platteau was helemaal niet te spreken over de BRT-versie van dit stuk door Eddy Verbruggen en Jos Verlinden in 1988, ondanks het feit dat ook hier Jaak Van Assche en Manu Verreth de hoofdrollen speelden. De Verreth-broertjes lieten niet lang daarna zien dat de werkelijkheid de fantasie nog altijd overtreft met de "Pak de Poen"-show met "Percy, Percy, u kent hem wel, Percy...". Dat was zo'n succes dat de BRT op het einde van het jaar uitpakte met de Bertjes. Het zou een traditie worden.

Op 1 februari 1989 ging VTM van start. Aan het opstarten van een commercieel televisiestation ging een marktonderzoek vooraf dat o.m. vragen stelde in de trant van: "Reclame is één van de financiële middelen die het een zender mogelijk maakt films aan te kopen. Als u de keuze had, welk alternatief zou u voorstaan: een film met reclame-onderbreking zien of deze film helemaal niet zien?" De voorspelbare antwoorden op dergelijke vragen werden dan later gebruikt om te argumenteren dat het publiek akkoord ging met reclame-onderbrekingen... Tegelijk met VTM ging ook de nieuwe formule van de Rode Vaan van start. Deze werd voorgesteld in de Ancienne Belgique o.m. met een sobere maar gemeende hulde aan Lode De Pooter, onafgebroken redacteur sedert 1947 tot een ziekte hem in 1988 dwong in te binden. Jan Mestdagh en ikzelf brachten hem kort nadien een "bezoek". ("Het bezoek" was het wekelijkse grote interview in de nieuwe Rode Vaan.) Aangezien Lode vooral gekend is als televisiecriticus ging een deel van het gesprek uiteraard dààrover. “Toen ik wist dat jullie gingen komen, heb ik mij wat voorbereid, aangezien ik nog altijd in journalistieke termen denk,” opende Lode zelf het gesprek. “En zo had ik twee titels bedacht: 'Gelukkig dat ik ziek werd en dat ik dit allemaal niet meer moet schrijven' en 'Gelukkig dat ik dit nog allemaal nog mocht beleven'. Met dit laatste bedoel ik dan de evolutie die er de jongste jaren is ontstaan op het gebied van de ontspanning, van de ontwapening, vooral door de voorstellen die door de Sovjet-Unie en andere 'socialistische landen' gedaan zijn. Het is toch verheugend wanneer men veertig jaar lang in koude-oorlogstermen heeft moeten leven en schrijven, wanneer men om de twee of drie jaar een andere bedreiging heeft meegemaakt, dat men nu voor het eerst gedurende een langere periode kan herademen, dat ik voor mijzelf in mijn oude dag en voor mijn kinderen voor een vijf- à tiental jaren zeker ben dat er niets gebeurt. Het andere: gelukkig dat ik dit allemaal niet meer moet becommentariëren, daarmee bedoel ik dan bepaalde evoluties op het gebied van sport en televisie. Om met dit laatste te beginnen: er is nu zo'n verloedering ontstaan door het aantal stations dat meer en meer op de kabel werd geplaatst. En dan heb ik het niet alleen over VTM, alhoewel dit op zich reeds aanleiding heeft gegeven tot een achteruitgang van de BRT die tot mijn grote spijt in plaats van de concurrentie positief te voeren, ook uitpakt met ontspanningsprogramma's van minderwaardig niveau. Maar meer nog is er de vloed van satellietprogramma's die ons te wachten staat uit Engeland, Frankrijk en andere landen met allerlei gespecialiseerde 'chaînes' voor kinderen, sport, muziek, zelfs nieuws, zodanig dat bepaalde kabelmaatschappijen tot 25 programma's uitzenden met alle nadelige gevolgen vandien. Men bewijst de democratie een slechte dienst door over de hoofden van de mensen tientallen informatiekanalen uit te strooien, want het gevolg is dat er geen enkel meer aankomt, dat men van de ene post naar de andere overschakelt, dat men een 'meepikker'-kijker wordt, dat men geen enkele doordachte inspanning meer doet om iets van langere duur te volgen (de term 'zappen' was toen blijkbaar nog niet courant, RDS). Die vloed aan informatie is dus niet verrijkend, maar geestesdodend. En het zijn niet de video-opnamen die de kijker daartegen wapenen. Integendeel, dit betekent nog een grotere overlast, want alle banden die men heeft opgenomen worden zelden een tweede keer bekeken, doodeenvoudig omdat men er materieel de tijd niet voor heeft, omdat er altijd zo'n groot aanbod is van directe televisie. Vandaar dat recente statistieken van videoverkoop en -verhuur op een achteruitgang wijzen. Alleen erotische en gewelddadige films gaan nog van de hand.”

In 1990 wordt BRT2 omgedoopt tot Radio 2. Het is tevens het einde van "De Peperbus" van Romain Deconinck. Op 1 en 8 maart 1990 was de documentaire van Anton Stevens over Van Eyck te zien. Voor het eerst werd ook de NCR-prijs voor literatuur rechtstreeks op televisie toegekend (27 december 1990). Het stramien was duidelijk geënt op de traditie die er in Nederland reeds in zekere zin is gegroeid bij de toekenning van de AKO-prijs. De vraag was dus in hoeverre de BRT erin zou slagen iets op poten te zetten dat op zijn beurt tot een traditie zou kunnen uitgroeien. Het museum van de strip moest als decor dienst doen en tevens werd er een poging gedaan om een zekere cafésfeer op te roepen. Dat alles wellicht om het lied van Hugo Matthijssen, "Wie schrijft die blijft (graag hangen in café's)", te illustreren. Dit korte nummer was wat de muzikale interventies betreft overigens het beste in beeld gebracht, want bij het landerige "Ik ga naar huis" van diezelfde Matthijssen, vond hij in eerste instantie blijkbaar de uitgang (of was het dan toch de camera?) niet en voor de rest waren er een paar enerverende tussenkomsten van een New Orleans jazzband, die als een tang op een varken sloegen. Ik weet wel dat het steeds een moeilijke kwestie is live-muziek op het scherm te brengen (Matthijssen zong playback), maar een piano kan in dergelijke omstandigheden wonderen verrichten. Allicht was men echter van oordeel dat men niet alwéér een beroep kon doen op Raymond van het Groenewoud. In het literaire luik waren de déjà-vu gezichten echter wél troef. Martin Coenen als presentator lag voor de hand, terwijl we in de literaire jury's (zowel de "echte" als de gelegenheidsjury die de BRT had samengesteld) ook een aantal onvermijdelijke gezichten aantroffen. Toch kon men hier nog het argument aanvoeren dat zij nu eenmaal het beste zijn wat Vlaanderen aan literaire critici heeft te bieden. Als bij gesprekjes tussen "toevallige" bezoekers dan echter ook nog eens namen uit dezelfde hoek opduiken (Leo Dehaes b.v.) dan ken ik alvast een paar kijkers die zich de haren uit het hoofd zullen hebben gerukt. De verdediging van de boeken werd waargenomen door bekende "mediamensen", zoals Pascal Deboosere dat merkwaardige fenomeen omschreef. Deboosere trok zich voor de rest behoorlijk uit de slag (de geforceerde rijmpjes die ze soms moest debiteren, zullen we maar op de rekening van haar tekstschrijvers zetten), misschien iets tezeer geëxciteerd, al had ze de kijkers wel vooraf kunnen waarschuwen dat de sprekers zouden worden "weggegongd" indien ze de toegelaten tijd overschreden. Bij de eerste spreker, toevallig dan nog wel Johan Anthierens, was het al meteen prijs en ik moet zeggen dat ik de verontwaardiging, die op zijn gezicht stond te lezen, meteen deelde, al bleek later dat bijna àlle sprekers tot aan de gong zouden doorgaan. Marc Didden had het zelfs zozeer over zichzelf dat hij er niet aan toe kwam over het boek van Erik De Kuyper ook maar iets te zeggen. Blijkbaar waren die "apologieën" echter van geen enkele tel meer en was de prijs toch vooraf reeds toegewezen, want het was precies "Het hoedje van tante Jeannot" van De Kuyper die met de prijs aan de haal ging. Een beetje cru had De Kuyper als enige commentaar dat hij toch graag een nulletje meer had gezien bij het toegekende bedrag (300.000fr), misschien omdat hij ook dringende verbouwingswerken aan zijn huis had, zoals de vorige winnaar Marc Grauws eerlijk verklaarde. Toch had De Kuyper ook wel gelijk, in die zin dat de grootste winnaar van deze wedstrijd duidelijk de sponsor was, die voor zo'n luttele som niet minder dan een uur televisiereclame had gekregen! Technisch liep overigens alles verre van perfect, zo waren er b.v. klankproblemen toen Jacques De Decker van de echte jury onverwacht het woord vroeg. Men zou zich trouwens kunnen afvragen of deze interventie wel "mocht", maar aangezien ze erop gericht was toch een klein steuntje in de rug te geven aan Geert Stadeus, die voor de rest met de grond gelijk werd gemaakt, kon men daar humanitair gezien weinig tegen inbrengen.

1991 De benaming BRT wordt gewijzigd in BRTN (Belgische Radio en Televisie, Nederlandstalige uitzendingen). De eerste Golfoorlog zorgt voor overtrokken reacties bij de BBC. Zo werden "Waterloo" van Abba en "Boom Bang A Bang" van Lulu gebannen. « Niet voor publicatie » is een miniserie die alvast veel inkt zal doen vloeien. Onder het motto 'het moeten niet altijd flikken of pompiers zijn' worden nu immers de journalisten eens te kakken gezet en uiteraard voelen de pennejongens zich dan genoodzaakt achter hun beeldscherm te kruipen om nu eens uitvoerig uit te leggen dat het er in Vlaanderen lang niet zo smerig aan toe gaat als op de manier zoals het in het feuilleton bij het sensatieblad "Express" wordt getoond. De BRT voegt er weliswaar onmiddellijk aan toe dat men zich heeft gebaseerd op Engelse bladen (men zou ook "Bildzeitung" kunnen aanhalen), maar dat belet niet dat door een aantal namen van personages of van bladen die "toevallig" in beeld komen, er wel parallellen worden getrokken naar bestaande toestanden. Bij het openingsbeeld is het reeds prijs: journalist Tony Verbruggen (een glansprestatie van Vic De Wachter) wordt ontslagen op de krant waarvoor hij altijd heeft gewerkt omdat hij de deontologie heeft geschonden. Als hij dan de mantel wordt uitgeveegd door een hoofdredacteur die Lou heet, dan is het gegarandeerd lachen geblazen voor insiders, aangezien scenarist Ward Hulselmans als gerechtelijk journalist werkzaam is bij "De Gazet van Antwerpen" waar Lou De Clerck baas is. De "Frut" is trouwens zo vriendelijk haar drukkerij als decor te laten fungeren. De regisseur van de reeks is Peter Simons, die we nog kennen van "Transport", "Langs de kade" en jammer genoeg ook van "Adriaen Brouwer". Simons beëindigt hiermee zijn vaste betrekking bij de dienst drama die hij sedert 1976 bekleedde. In die tijd realiseerde hij niet minder dan 36 producties. Niets sluit echter uit dat hij als free-lancer nog voor de BRT zal werken. Blijkbaar houdt Simons de deur reeds op een kier door in een dummy van "Express" een doorzichtige link te leggen tussen zijn situatie en die van zijn hoofdpersonage: "Hij stapt van een krant van vertrouwen naar een commerciële krant en hij moet zich aanpassen. Hij moet werken in een systeem waar niet de authenticiteit wordt hoog gehouden, maar wel het verhaal, datgene wat goed doet verkopen. Zijn moraal is die van de 'leescijfers', van de oplage dus." De professionele moeilijkheden van het hoofdpersonage doorkruisen (zoals in het beproefde recept van "Langs de kade" of "Transport") ook z'n privé-leven. Hij leeft gescheiden van zijn echtgenote (een altijd pittige Nora Tilley), zodat hij in zijn nieuwe werkkring meer en meer optrekt met een andere alleenstaande collega Eric De Moor. Deze wordt weliswaar als homofiel flink in de verf gezet, maar toch levert Hubert Damen hiermee een prachtprestatie af. Andere opgemerkte vertolkingen (althans in de eerste aflevering) kwamen van Jakob Beks als een corrupte politie-inspecteur, Bien De Moor en vooral Christel Domen als cocaïne-snuivende fotomodelletjes en een korte maar leuke interventie van Jappe Claes als een leraar biologie die als twee druppels water op Salman Rushdie lijkt. Viviane De Munck heeft als hoofdredactrice van "Express" naast Vic De Wachter het meeste gewicht in het feuilleton, maar deze doorgaans uitstekende actrice moet hier optornen tegen een rol van een zodanige feeks dat het echt niet meer houdbaar is. Soms lijkt ze Jenny Tanghe wel! De titel van de reeks tenslotte moet men veel letterlijker opvatten dan men op het eerste gezicht zou denken. De drie zaken die Tony Verbruggen in even zoveel afleveringen op het spoor is, zullen inderdaad uiteindelijk 'niet voor publicatie' in aanmerking komen. Aangezien we er dus niet zullen kunnen over lezen, wordt het dus alvast kijken! Gestart op 27 januari 1991 zou de reeks nog driemaal terugkeren, zij het dat voor de derde keer (begin 1995) Vic De Wachter er op eigen verzoek werd uitgeschreven. De nadruk kwam dan te liggen op de stagiaire Ellen De Vos (gespeeld door Ann Ceurvels).

Oktober 1991: Jean-Pierre De Decker krijgt de eerste Plateauprijs voor een televisiefilm voor "Dierbaar" (met Els Dottermans en Hans Dagelet). Eind '91: opname van "De wereld van Ludovic", Belgisch luik in een reeks van zes Europese TV-producties waarin het kind centraal staat. Hier zijn dat Mathias Coppens en Bella Van Meel. Daarnaast spelen ook nog Hilde Van Mieghem, Annick Christiaens en Didier Bezace mee. In "Sarah? Sarah!" speelt Sandrien Luytens de twaalfjarige Sarah die door een buurman wordt aangerand, wanneer ze bij hem aan huis komt om met z'n hond te spelen. Ze zal merkwaardig genoeg wraak nemen op de hond. Het scenario van Helena De Vetter werd met de SABAM-prijs bekroond, Jan Keymeulen voert de regie. Op een debatavond over VTM zei Jan Merckx (die in augustus 1992 zou overlijden) dat VTM eigenlijk niet geïnteresseerd is in de rechtstreekse uitzending van wielrennen. Daarop vroeg ik hem of het incident met de Omloop Het Volk (een goede maand na het opstarten van VTM) dan niet opzettelijk werd uitgelokt om het volk in het harnas te jagen tegen de BRT.
Jan Merckx: "Ik meen me toch te herinneren dat het eigenlijk begonnen is omwille van de 750.000fr die de organisatoren voor het eerst aan de BRT dienden te betalen. Akkoord, de avond voor de wedstrijd heeft Cas Goossens deze eis laten vallen, maar dan konden we niet meer terugkrabbelen zonder ons gezicht te verliezen."

1992 Start van Radio Donna. Op 1 mei 1992 stierf in Grimbergen Andries Poppe (°Wenduine, 6 juni 1921). Hij werd vooral bekend door het schrijven van luisterspelen. "Willems en c°" is een BRTN-drama van Marc Lybaert naar een scenario Bart Holsters. Met Christel Domen (Nine), Gunther Lesage (Willems), Veerle Eyckermans (Anita Van Doren), Ugo Prinsen (Albert Van Doren), Monika Dumon (Eva Leibnitz), Horst Mentzel (Otto Leibnitz), Willy Vandermeulen (inspekteur Verheyden) en Jan Steen (Wally Van Doren). J.P.Willems, een jonge jurist, probeert aan de bak te komen als privé-detective. Net op het moment dat hij zwaar verlegen zit om werk, meldt zich de knappe 19-jarige Nine aan als assistente. Ongeveer gelijktijdig krijgt hij van inspecteur Verheyden een tip: misschien valt er wat te rapen als hij de moord op een zekere Albert Van Doren oplost. Willems en Nine zitten daarmee tot over hun oren in een intrige met moord, juwelen, diefstal en drugs... (15/11/1992)

"De Helman factor" is een BRTN-productie naar een scenario van Chris Bossiers en in een regie van Roland Verhavert. Met Peter Rouffaer (Harry Helman), Karen Van Parijs (Linda), Luk De Koninck (Bruno), Hilde Heijnen (Monique) en Ludo Busschots (Michel). Harry Helman kan het leven niet meer aan, zowel zakelijk als privé, en hij verdwijnt spoorloos. Vlak daarna wordt een man door een trein overreden. Het lichaam is onherkenbaar, maar de jas en de koffer maken duidelijk dat het om Harry moet gaan. Zijn vrouw Linda hertrouwt met Bruno, Harry's medewerker, en bouwt de zaak verder uit. Dan duikt Harry opnieuw op. Enfin, dat geloof ik toch, want ik herinner me niet veel meer van deze onzin (heruitzending op Ned.1 op 29/12/1992).

Rond diezelfde tijd schreef Guido Van Meir voor de TV-reeks "Oog in oog" het stuk "Het ergste van al", waarin Dora Van der Groen zo'n madammeke speelt dat beroofd is en die dat op de vreemdelingen steekt. Vuile Mong steekt zijn lof niet onder stoelen of banken: "Dat was wél goed omdat er een enorme ontkrachting kwam aan het einde, als blijkt dat het eigenlijk de door haar verwende kleinzoon was geweest. Guido heeft daar een prijs voor gekregen en is er dus terecht erg fier op, maar ik heb hem wel gezegd: laten we maar hopen dat er niet te veel gezapt werd, hé! Want al diegenen die het om een of andere reden hebben weggezapt, die hebben een Dora Van der Groen gezien, 'die het nu allemaal eens gezegd heeft'. Gelukkig duurde het niet lang. Op die manier denk ik wel dat iedereen gewoon tot het einde is blijven kijken."

Lode De Pooter overleed op 7 mei 1993. In september 1993 wordt Jan Geysen bij een fietstocht in Canada overhoop gereden door een wagen. Hij overlijdt op 56-jarige leeftijd. Met “Moeder, waarom leven wij?” tracht VTM salonfähig te worden. Scenario: Peter Vandekerckhove naar Lode Zielens met Els Dottermans (Netje), Hugo Van den Berghe, Hilde Van Mieghem, Dirk Roofthooft, Chris Lomme, Luk Perceval, Dora Van der Groen, Jan Decleir, Koen De Bouw en het dochtertje van Hilde Van Mieghem.

In 1991 bezat 48,3 % van de Vlaamse gezinnen een videorecorder. In 1994 was dat al opgelopen tot 68,6 %. Zeven procent heeft zelfs meer dan één recorder. Dat blijkt uit een onderzoek van assistent kommunikatiewetenschappen Jan Van den Bulck (K.U.Leuven). Twaalf procent van diegenen die een videorecorder bezitten, gebruikt het toestel bijna elke dag van de week, de helft doet dat tenminste één tot drie keren per week. De recorder dient vooral om TV-programma's op te nemen, want opmerkelijk is dat 46,5 % van de videobezitters nooit videocassettes huurt. 16,5 % doet dat tenminste één keer per week. In Engeland zijn er de eerste experimenten met "video on demand" (interactieve pay-television). Maar of men nu video kijkt of rechtstreeks naar TV, een andere studie heeft uitgewezen dat zware TV-kijkers minder dan anderen geneigd zijn om boeken of kranten te lezen of om naar een film te gaan.

Toen op het Europese kampioenschap downhill van 1994 in het Franse Métabief de 23-jarige Fransman Pierre Lolo overleed na een zware valpartij, waarbij hij verscheidene dagen in een coma had gelegen, werd daarvan op Eurosport totaal geen melding van gemaakt! Dat is immers negatieve reklame en sponsorbelangen blijven doorwegen op deze zender, zoals ook het non-event met de wagenrennen van Swatch-uurwerken in Sicilië bewezen!

Het doek mag dan al gevallen zijn voor "Open doek", de liefhebber van lichte klassieke muziek kon vanaf 21 januari 1995 opnieuw op TV2 terecht voor een gelijkaardig programma dat deze keer de naam "Mollen en kruisen" meekreeg. In vergelijking met z'n voorganger zijn het niet zo geslaagde kwisonderdeel en de vurige Chantal Pattyn verdwenen, maar muziek rond één thema door het BRTN-orkest en Nic Balthazar zijn gebleven. Voor vier van de zes ingeblikte afleveringen is ook dirigent François Huybrechts gebleven, maar aangezien deze Antwerpse Amerikaan in november van vorig jaar totaal onverwacht overleed, zal men in het vervolg naar iemand anders moeten uitkijken. Misschien wordt dat wel de jonge Engelsman Philip Ellis, die nu reeds de twee overige uitzendingen voor zijn rekening neemt, die nochtans nog opgenomen zijn vóór het overlijden van Huybrechts. Nic Balthazar maakt als vanouds een praatje met een centrale gast (met kardinaal Danneels doet men zowaar een gooi naar de kijkcijfers van “Het Huis van Wantrouwen”) en ook de humor is gebleven. Was die vroeger niet altijd even geslaagd, de passage over de verdwenen speer in de Vlaamse Opera blijft nog altijd één van de fragmenten die ooit toch wel eens voor herhaling in aanmerking zouden mogen komen. Deze keer wordt in de rubriek "Krollen en muizen" bewezen dat ernstige muziek niet altijd even ernstig dient te worden genomen. Of kan u soms met een uitgestreken gezicht van een concerto voor drie stofzuigers en een boenmachine genieten? Maar daarnaast is er vooral een nieuw typetje dat wordt opgevoerd, zijnde Antoinette Krusemans alias Antoinette van de operette. Als kleedster heeft zij nog de bloeitijd van de Vlaamse operette meegemaakt en daarover haalt zij nu herinneringen op. Volgens producer Jan Dewilde is dit genre (net als de films van Edith Kiel b.v.) verdwenen door de opkomst van de televisie en wil de BRTN op deze manier een geste van "Wiedergutmachung" stellen. Benieuwd of het niet eerder een trap na zal zijn, want de makers hangen bewust een waas van geheimzinnigheid op rond deze figuur. Slechts door hen op de pijnbank te leggen konden we hen ontfutselen dat het hier eigenlijk de actrice Mieke Verheyden betreft, die teksten van Karel Vereertbruggen brengt. Een maat voor niets, zo blijkt achteraf. Men gaat niet resoluut de komische toer op, al is dat bij zo'n "eerherstel" toch de enige uitkomst. De teksten van die operettes blijken namelijk op niets te slaan. Denken we maar aan de eerste: "Ik ben een modern meisje" van Emiel Hullebroek.

Sinds eind januari, begin februari 1995 is het Vlaamse medialandschap verrijkt met twee nieuwe zenders. Enerzijds is er de nieuwe commerciële zender VT4, anderzijds heeft de bestaande commerciële zender VTM op 31/1/1995 Ka2 gelanceerd om de concurrent de wind uit de zeilen te nemen. De kampioenen van de vrije onderneming hadden eerst getracht de nieuwkomer van de kabel te houden door zich te beroepen op de monopoliepositie die de regering hen destijds voor achttien jaar had toegezegd. Ongetwijfeld was dit echter in de overtuiging die toen b.v. ook heel sterk op de BRTN leefde, namelijk dat VTM geen schijn van kans maakte. Ondertussen is dat wel even anders. De winsten stapelen zich op en geen weldenkend mens kan een monopoliepositie nog langer aanvaarden. Zeker niet als men ziet dat VTM exclusieve contracten met onderaannemers afsluit, die zowat 80 % van de audiovisuele sector in de kou laten staan. Vlaams minister van cultuur Hugo Weckx vond wel dat hij zich aan het regeringsstandpunt moest houden en verbood VT4 op basis van het Vlaams kabeldecreet. De Vlaamse overheid kent zichzelf hierbij het recht toe om te beslissen of een Vlaams station dat vanuit het buitenland uitzendt al dan niet in Vlaanderen op de kabel mag (VT4 zendt uit vanuit Groot-Brittannië). Volgens Europees Commissaris van concurrentiebeleid Karel Van Miert is dit in strijd met de Europese wetgeving. De Europese Commissie zal het kabeldecreet voor de tweede maal aanvechten bij het Europees Hof van Justitie, mocht Weckx voet bij stuk houden. Het kan echter twee jaar duren vooraleer het Hof een uitspraak doet. Binnen enkele weken valt wel al een beslissing over de klacht die VT4 bij de Europese Commissie heeft ingediend tegen de monopoliepositie van VTM. De Vlaamse vice-premier Norbert De Batselier van zijn kant verklaarde aan de redactie van "De Morgen": "Ik heb er geen bezwaar tegen dat VT4 of een andere zender op ons net komt. Want die concurrentie komt er toch. Het gaat hier om een internationaal gegeven dat je niet kan negeren. Wel ben ik ervoor gewonnen dat een aantal kwaliteitsvoorwaarden worden gesteld. Het gaat hier echter om een materie die tot de exclusieve bevoegdheid van minister Weckx behoort. Ik heb geen enkele behoefte om me daarmee te moeien. We zijn geen schepencollege dat zich over alles collegiaal moet uitspreken".

Op 1 mei 1995 dienden zowel Omroep Brabant als het BRTN-Filharmonisch Orkest het Flageygebouw te ontruimen (wegens de asbest). Het orkest vond een onderkomen in de Magdalenazaal, de Omroep in het Amerikaans theater aan de Heizel. Alhoewel uiteindelijk niemand bleek wakker te liggen van de nieuwe zenders, gebeurde toch het onvermijdelijke: op 23 mei 1995 tekende ook Bart Peeters een exclusiviteitscontract bij VTM. En Marc Uytterhoeven stapte over naar Filmnet, ondanks het feit dat zijn "Onvoorziene Omstandigheden" zeer veel succes hadden. Tom Lenaerts deed dan maar alleen verder, occasioneel nog geholpen door zijn collega's Johan Terryn, Michiel Devlieger en Bart Klein van 't Muzertje (later zouden zij samen met Bart De Pauw van "Buiten de Zone" de succesrijke "Schalkse ruiters" vormen) en natuurlijk Jeanne Pennings en Ineke Nijssen. Het televisieprogramma "Het wassalon" van de BRTN won de BBC Trophy 1995 in de categorie multiculturele programma's van de Prix Circom Regional 1995.
"Het wassalon" van Erik Pertz (productie) en Jo Joos (regie) is een collage van gesprekjes tussen de klanten van een wassalon in een Brusselse migrantenbuurt. Het programma werd vorig jaar uitgezonden in de reeks "Document". Ook een aflevering van het documentaire BRTN-programma "NV De Wereld" viel in de prijzen. De Tsjernobyl-reportage "Alles in orde" van Leo De Cock kreeg een derde prijs plus een eervolle vermelding in de categorie non-fictie op de Prix Futura in Berlijn.

Mijn fameuze brief naar Humo (13 mei 1996) die zoveel stof zou doen opwaaien: “Zou men eindelijk eens willen ophouden met dat gelul over hoe goed Arte wel is? 'The hitchhiker's guide to the galaxy' in het Frans overzetten! Geen zinnig mens die het in z'n hoofd haalt. Om dan nog te zwijgen over alle Engelstalige documentaires die door een dreinerige Franse voice-over na de duivel worden geholpen (recente voorbeelden: de muziek van de duivel en de Brian Wilson story). Ondertussen moeten wij in Gent wel de halve finale van de Elisabethwedstrijd missen, uiteraard eerst en vooral omdat de BRTN bij de nieuwe manager op een goed blaadje wil staan en hieraan dus liever geen zendtijd meer verkwist, maar ook omdat Télé 21 hier van de kabel is gehaald. Leuk hoor! Zogezegd omdat de capaciteit "volzet" is, maar u verlangt van mij toch geen opsomming van de onzinnige zenders die wél worden doorgestraald?”

En dan mijn verdediging op al die aanvallen (4 juni 1996) die dus niét is verschenen: “Teveel televisie kijken kan je ogen schaden. Ook teveel Arte kijken. Want dan ben je blijkbaar niet meer in staat om op een behoorlijke manier een brief te lezen in het lettertype dat Humo gebruikt. Uit mijn klacht dat in Gent Télé 21 van de kabel is gehaald, leidt ene GeTy (?) uit Meerhout af dat ik vooral veel zenders à la VTM en VT4 op de kabel wil. Dat lijkt me ook logisch, want de aanleiding was de uitzending van de Elisabethwedstrijd en zoals algemeen geweten besteden dergelijke zenders van 's ochtends tot 's avonds uitsluitend aandacht aan klassieke muziek, af en toe onderbroken voor een dansvoorstelling door Anna Teresa De Keersmaeker. Maar het is waar, daaraan voorafgaand had ik mijn ongenoegen geventileerd over het feit dat zogenaamde intellectuelen alle kritische zin laten varen als het hun geliefde Arte betreft. Daarvan pikt men werkelijk àlles. En wat blijkt? GeTy pikt werkelijk àlles. Ook hij had zich al geërgerd aan de voice-overs en had daarover bij Arte zelf zijn beklag gemaakt. Krijgt hij een lange brief terug "met veel uitleg over satellieten en zo". En ze dronken een glas, pisten een plas en alles bleef zoals het was. De oplossing is immers veel eenvoudiger dan dat: het gebruik van ondertitels. Ik dacht nu toch dat dit zo eenvoudig was dat ik het niet expliciet diende te vermelden. Technisch kan het alleszins, zoals o.m. bewezen werd met de Engelstalige tussenkomsten in het programma over Brigitte Bardot. Maar ja, als de uil niet zien en wil... Dat is de pest met lezersbrieven. Men leest altijd wat er niet staat. Op die manier moet ik mijnheer GeTy uiteindelijk toch nog gelijk geven: ik had beter ook rechtstreeks naar Arte geschreven. Dan had ik ook zo'n mooie brief 'over satellieten en zo' gekregen om mij ermee te kunnen aftrekken.”

Op 16 april 1997 wordt TV2 opgesplitst in Ketnet en Canvas. In augustus '97 volgt Jan Stevens Guido Cassiman op als hoofd van Radio 2 Omroep Vlaams-Brabant. Stevens werd in '72 regisseur-omroeper bij de BRTN-radio, in '85 hoofdregisseur van Radio 2 en sinds het begin van 1997 coördinator van de regionale omroepen van Radio 2. Op 3 november 1997 maakt in "De Standaard" Klaas Tindemans zich boos over de gedubde programma's op Arte. Misschien kan GeTy uit Meerhout, die vond dat ik, toen ik dergelijke opmerking reeds vorig jaar maakte in "Humo", daardoor meehielp Arte van de kabel te verdrijven, zijn pijlen nu op "De Standaard" gaan richten? Nuttiger zou nochtans zijn dat hij en de vele andere aanhangers van Arte zich juist bij Klaas Tindemans aansluiten om een soort van actiefront te vormen. Zelf heb ik b.v. de uitzending over het McCarthisme (de aanleiding voor Tindemans' oprisping) niet gezien, alhoewel de problematiek mij ten zeerste interesseert, omdat Humo op voorhand gemeld had dat de film "Citizen Kohn" in Franse versie zou worden vertoond! (Overigens, bedankt Humo voor deze service.) Dat de technische verklaring, die GeTy naar eigen zeggen na een schrijven van Arte had gekregen, niet opgaat, blijkt uit het feit dat bij de thema-avond over Maria Callas soms ondertitels werden gebruikt en soms niet. Een technische oorzaak kan er dus niet zijn, want als het soms kan, dan kan het ook altijd!”

De directie van de BRTN-televisie en van Radio Nederland Wereldomroep hebben in 1997 besloten de verspreiding van programma's van de Nederlandse en Vlaamse publieke omroepen via de Astra-satelliet voort te zetten, voortaan onder de naam "Wereldomroep-TV". De BRTN levert behalve het Journaal Laat, Tik Tak en Vlaanderen Vakantieland ook documentaires.
Wat de rol van de media betreft: op een commissievergadering van de SP valt Johan Thielemans uit naar Rudy Vandendaele; Lode De Pooter c.s. worden postuum in ere hersteld. Een gebrek aan degelijke televisiekritiek werd terecht aangeklaagd, maar men kan zich wel de vraag stellen of het belang van de kritiek hier niet wordt overschat (aangezien het b.v. over de soaps van VTM ging). Pol Hoste gooit een pluimpje naar Johan Thielemans voor "Eiland" (waarop ik het balletje doorkaats naar "IJsbreker"), maar Thielemans zelf geeft toe dat het medium daar eigenlijk niet voor geschikt is. Leuk is ook de twist tussen hem en Wim Van Rooy over de al dan niet vermeende capaciteiten van Frans Boenders. Koen Raes kiest de kant van Thielemans: "Als ik les gaf zoals Boenders, dan werd ik reeds lang afgevoerd." Eveneens terecht merkt Koen Raes op dat kijkcijfers niets zeggen over de manier waarop gekeken wordt: "Dat is gewoon kijkgedrag." De door hem misprezen Gerard Mortier zou hem hier bijvallen door te wijzen op de kijkintensiteit.

De Franse televisie heeft daar iets op gevonden. Onder de titel "nuits blanches" zenden zij 's nachts continu natuurdocumentaires uit. "Une nuit blanche". De Fransen kunnen dat toch zo mooi zeggen, nietwaar. Want eigenlijk betekent dit verdomme gewoon dat men niet kan slapen, iets wat allerminst poëtisch is. Ik heb het nog niet geprobeerd, maar ik heb zo de indruk dat dit wel een probaat middel zou kunnen zijn om de slaap te vatten. Maar ergens is dit ook erg oneerbiedig natuurlijk. Die documentaires (vooral als ze van Engelse origine zijn) zijn vaak (!) zeer knap gemaakt en één ervan heeft het zelfs tot een heuse bioscoopfilm gebracht. En met succes. We hebben het over "Microcosmos". Jan Van den Bulck (KUL): "In onze natuurdocumentaires zijn beesten altijd lief. Die suikerzoete manier van hoe mensen met dieren omgaan, hebben we van de Amerikanen geleerd. Spaanse natuurdocumentaires bijvoorbeeld tonen veel meer de ruwe dierenwereld." Hij zegt dit in DS Magazine van 7/11/97 n.a.v. een artikel van Inge Ghijs, die de televisieweek van 8 tot 14 september 1997 ontleedde en tot de conclusie kwam dat op de Vlaamse zenders niet minder dan 48,5 % van de zendtijd werd besteed aan Amerikaanse producties. Dit cijfer zou zowaar nog hoger liggen, mocht zij zich beperkt hebben tot Kanaal 2 en VT4, want de twee BRTN-netten en zélfs VTM trekken dit percentage toch een beetje naar omlaag. Toch ligt het nog ontzettend hoger dan b.v. de Waalse zenders (27 %) of de Nederlandse (24 %). Volgens Jan Van den Bulck heeft dit op de eerste plaats met taal te maken: "In veel landen wordt alles gedubd. Wij hebben een cultuur van ondertitels, en iedereen kent genoeg Engels om te kunnen volgen wie wat zegt. Maar bij een Italiaanse of Tsjechische film is dat al een stuk moeilijker."

1 januari 1998 De benaming BRTN wordt gewijzigd in VRT (Vlaamse Radio en Televisie). Alhoewel uitgegeven bij Acco-Leuven is het boek "Van forum tot supermarkt? Consumenten en burgers in de informatiesamenleving" uit 1998 bijna uitsluitend een Nederlandse aangelegenheid. Buiten een vertaling van een werk van de Engelse hoogleraar Roger Silverstone over de toekomst van nieuwe media in Europese huishoudens, zorgt enkel Caroline Pauwels van de VUB voor een "Vlaamse" inbreng. Haar bijdrage handelt over "consumentensoevereiniteit en de audiovisuele sector". Uit haar titel blijkt reeds duidelijk dat zij zich tot het consumenten-aandeel uit de overkoepelende titel richt, terwijl de "burger" hierin slaat op het begrip dat ook hier in Vlaanderen recent opgeld maakt, in de zin van "actief burgerschap", "contract met de burger" e.d. Het boek, samengesteld door Valerie Frissen en Hedwig Te Molder, wil met andere woorden nagaan of voor het beleid de mens in de informatiesamenleving een "burger" is of een "consument" of beide. Hoe interessant en (wetenschappelijk) nuttig dergelijke publicaties ook mogen zijn, zij ontkomen uiteraard niet aan het fenomeen dat zij enkel kunnen bevestigen wat men met oppervlakkige waarneming reeds kan vaststellen, namelijk dat wij op een duale samenleving afstevenen met een groep die mee is en een andere die dat helemaal niet is.
Uit tenminste één bijdrage blijkt alvast dat het hier zeker geen soort van "generatieconflict" betreft, terwijl anderen erop wijzen dat het "niet mee zijn" vaak ook een kwestie van "niet willen mee zijn" is. De voornaamste beleidsbeslissing, die er vooral op gericht is de nieuwe media toegankelijk(er) te maken schiet hier dan ook te kort. Eens te meer blijkt dat er nog niet veel wordt over nagedacht. Andere aanduidingen hiervoor zijn b.v. de problemen rond auteursrecht of privacy op het net, waar men blijkbaar maar niet uit geraakt. De meeste schrijvers komen dan ook tot de conclusie dat een minimumbeleid erin moet bestaan dat via het onderwijs iedereen op z'n minst met gelijke wapens aan de start komt. En aangezien inkomensverschillen natuurlijk erg belangrijk zijn als men over ICT (informatie- en communicatietechnologie) spreekt, moet de overheid ook een basispakket ter beschikking stellen via openbare voorzieningen. Waar iedereen het ook min of meer over eens is, dat is het feit dat er wel een kloof gaapt tussen aanbieders en gebruikers. In die zin dat men steeds meer en steeds meer verfijnde technologie op de markt gooit, zonder dat men er eigenlijk bij nadenkt of daar wel vraag naar is. Dat blijkt dan weer vooral het geval te zijn in de wereld van de "oude" media (televisie e.d.) die via de mogelijkheden geboden door de kabel ook inhaken op de technologische vooruitgang. De top down-benadering zou hier op z'n minst voor een gedeelte door een bottom up-visie moeten worden gecorrigeerd. Een heikel punt daarbij is de financiering van openbare omroepen. Iets waaraan wij enerzijds erg veel belang hechten, maar waarbij wij anderzijds ook moeten vaststellen dat door de vrijheid die "beheerscontracten" met zich meebrengen deze omroepen soms erg afglijden naar wat commerciële stations te bieden hebben. Voor sommigen rijst de vraag dan ook of de overheid in de toekomst niet eerder bepaalde programma's zou subsidiëren in plaats van omroepen in hun geheel. (Waarbij men "programma" niet meer in zijn enge, verouderde vorm moet interpreteren, maar ook vormen van dienstverlening b.v. die via de kabel kunnen geschieden.) De voornaamste conclusie van het boek moet zijn dat het met de "interactiviteit" die de nieuwe media kunnen genereren nog erg povertjes is gesteld, meer zelfs dat deze weinig perspectieven blijkt te bieden. Niet alleen wil de "consument" blijkbaar op de eerste plaats nog steeds een passieve, zappende kijker zijn, die onderuit voor zijn televisietoestel ligt met een bierblikje en chips binnen handbereik, ook de "burger" komt van een kale reis terug als hij denkt dat daarmee de kloof met de overheid wordt gedicht. Het openen van een website, inclusief e-mail adres voor reacties, blijkt in se nog geen garantie voor een "nieuwe politieke cultuur". Daar is immers méér voor nodig. En het consequent beantwoorden van mail is daarvan slechts een eerste stap. En zelfs die stap is er voor sommigen reeds te veel aan... Tot slot nog deze opmerking. Zeker in een context als die van de nieuwe media zou men verwachten dat mondialisering en globalisering verworvenheden zijn, laat staan dat de kunstmatige grens die in 1830 doorheen de Verenigde Provincies werd getrokken nog van enigerlei belang zou zijn. En wat stel je dan vast? Dat er blijkbaar toch grote lokale tegenstellingen kunnen bestaan. Zo beweert Lex van Meurs dat de tijd dat we met z'n allen naar Mies Bouwman of Willem Ruis keken voorgoed voorbij is. Maar wat doen we dan met programma's als Schalkse Ruiters of nog recenter De Mol, die zelfs de verhitte discussies over de voorbije voetbalcompetitie kunnen verdringen op de maandagochtendtrein en niet-kijkers als lepreuze outcasts brandmerken?

Ondanks het feit dat Umberto Eco er b.v. niet voor terugschrikt te beweren dat de snelle beeldwisselingen à la MTV te vergelijken zijn met de romanconstructie van James Joyce, vindt Neil Postman dat televisie kijken geen specifieke vaardigheden vereist en dus ook geen specifieke vaardigheden aankweekt. "Daarom vallen er ook geen vorderingen in te boeken en bent u op dit moment geen betere of slechtere televisiekijker dan vijftien jaar geleden," zo merkt hij nuchter op. En voormalig administrateur-generaal van de BRTN, Cas Goossens, waarschuwt in De Standaard van 4/2/1999: "Niet zozeer de uitzendingen die openlijk proberen ons van iets te overtuigen, zijn gevaarlijk, wel die programma's die, zonder dat wij er erg in hebben, een soort modedenken in de hand werken, een mentaliteit verspreiden die normgevend wordt, en die ons onkritisch attitudes laat aannemen omdat het blijkbaar zo hoort."

Ik weet dat ik een oude zagevent ben, die gewoon zijn frustraties moet afreageren, maar dat "Stille waters" zo langzaam verloopt "dat zelfs een patiënt in coma kan volgen" (Rechtvaardige Rechters), is gisteren nog maar eens bewezen. Dit was nu toch werkelijk een totaal overbodige aflevering, die enkel diende om de televoting voor Eurosong ordelijk te laten verlopen.
Dat Warre Borgmans (of beter gezegd: het personage dat hij vertolkt) de gezochte pedofiel was, wisten we al uit de vorige aflevering. En wie toen toevallig met de ogen had geknipperd, kon het alvast met de trailer of de aankondiging van de speakerin stellen. (Vorige week verklapte Geena Lisa ‑ geen kwaad woord overigens over haar tepels in die witte jurk ‑ het halve plot, iets waarop ook Humo een patent heeft. Bij een doorsnee film mag je al blij zijn als er nog een kwart overblijft, wat nog niet op voorhand werd "samengevat".) De rest van de aflevering werd besteed aan het verlovingsfeest van de verschrikkelijk slecht acterende oudste zoon van Vorlat (Peter Seynaeve, 't is eigenlijk een opticien, was hij dat maar gebleven!), vooral via intieme gesprekken van moeder Chriske Thys met schoonvader Nand Buyl (de "communist zonder principes", zoals hij zichzelf in een van de vorige afleveringen typeerde). Dat Chris vorige week had gezegd dat ze Vorlat ging vorlaten, werd gemakshalve over het hoofd gezien. Geen woord daarover met Nand, al speelde die zelfs aangever ("hij heeft je niet gelukkig gemaakt, dat vergeef ik hem niet"). Verder liet de VRT‑nieuwsdienst zichzelf nogmaals te kakken zetten met Christel Van Dyck die zo maar verklaart dat "Jana Meyer spoorloos was verdwenen" (of zou ze zogezegd voor VTM werken?), al had niemand daar blijkbaar ook maar het geringste onderzoek naar gedaan, anders was al heel snel gebleken dat ze gewoon naar Antwerpen was teruggekeerd. Idem dito voor het "gestolen" geld. Hiervoor was er wel een korte scène met kameraad Tuypens ingelast, maar hoe wist die dan weer dat Borgmans zou worden opgepakt? De politie gaat hem toch zelf niet tippen, zeker? Stille waters? Maar dan toch luide flaters! Waarom zegt Antje De Boeck b.v.: "Ze hebben mijn bankkaart gepikt, ze hebben al mijn geld afgehaald"? Had ze haar codenummer misschien met viltstift op haar bankkaart geschreven? (Overigens bemerk de slogan: "Problemen met je bankkaart? Dan is er nog altijd Wim Danckaert!") En tenslotte liet Antje net als Noach in een mooi symbolisch gebaar een duif vliegen. Alleen jammer dat ze dat twee afleveringen geleden ook al had gedaan. Was dat rotbeest toch wel teruggekeerd, zeker! Maar inderdaad, "alles komt terug", zoals Mark Uytterhoeven, toch nog altijd dé televisiemaker bij uitstek, ook heel goed weet. Heel die discussie over het traagzaam trekken van de witte waters deed immers denken aan de discussie rond dat andere toenmalige BRT-feuilleton "Adriaen Brouwer".

Tom Willems van de Gazet van Antwerpen: “Een wel heel opmerkzame kijker uit Gent vraagt zich af wat de rol is van ene Fons Onnockx, die in de aftiteling van 'Witse' als 'lijkdrager' wordt vermeld. 'Het zal toch niet zijn dat men bij Witse met échte lijken werkt?' "Let op: Fons Onnonckx vind je niet terug bij de rolverdeling, maar wel bij de technische crew", schrijft Ronny De Schepper uit Gent in zijn e-mail. "Wat is de verklaring?" "Meneer De Schepper is wel héél goed bij de zaak en dat kunnen we alleen maar toejuichen", zegt VRT-fictiewoordvoerster Ann Stroobants. "Fons Onnockx is een gepensioneerde uit Halle die voor een uitvaartdienst heeft gewerkt. Hij is in feite een figurant in de serie en uiteraard draagt hij géén echte lijken. Nu worden figuranten normaal niet vermeld op de aftiteling, maar hier maken we een uitzondering. Wij beschouwen Fons als iemand die ons een technische dienst verleent. Vandaar dat zijn naam bij de techniek staat. We doen voor onze fictiereeksen, zoals bijvoorbeeld ook 'Thuis', wel meer een beroep op vakmensen. Ook hun naam of die van hun uitvaartfirma tref je dan in de aftiteling aan."

Iedere kabelkijker, niet alleen uit de regio Gent, maar ook uit de streek rond Antwerpen (maar niet Antwerpen zelf) kent wel Teleradio 1 en dat zijn ongeveer een half miljoen gezinnen. Misschien zijn ze er zich niet van bewust, maar Teleradio 1 (89.9 MHz) is de continuë stroom popmuziek die men hoort als men op de mozaïek zit te kijken of er nergens wat seks te bespeuren valt. Of voetbal, als men wil. Wie erg avontuurlijk is aangelegd, heeft op die manier misschien ook al kennisgemaakt met Teleradio 2, de klassieke zender, want als het testbeeld vanuit Eeklo wordt doorgestraald, dan zijn beide zenders via de twee stereokanalen te beluisteren. Maar laten we eerlijk zijn, wie naar Teleradio 2 (89.1 MHz) luistert, doet dat niet terwijl hij zijn beeld scherp stelt, maar doelbewust via de gratis radio-service die aan een kabeltelevisie-aansluiting is verbonden. En dan ergert-ie zich soms als hij een mooi muziekstuk hoort, dat hij niet kan thuisbrengen. Want de platen worden wel ààngekondigd, maar niet àfgekondigd. Om te weten hoe dat komt, begaven we ons merkwaardig genoeg op weg naar het confectiebedrijf Bulté in Waarschoot. Vanuit een bijgebouw van dit bedrijf vertrekt inderdaad het muzikale signaal en daar staat dan ook de geweldige installatie opgesteld. Een pareltje van menselijk vernuft. Hoe valt dit nu te rijmen met een confectiebedrijf. De heer Bulté legt uit dat muziek altijd reeds zijn hobby is geweest. Vroeger, sinds meer dan tien jaar geleden, maakte hij banden voor teleradio en nu sedert twee en een half jaar is hij voor de klassieke zender overgeschakeld op CD's en een jaar later is ook de popzender gevolgd. Het niet-afkondigen van klassieke platen heeft trouwens te maken met de omschakeling van banden naar CD's. Het aankondigen wordt immers ook op een CD ingesproken (er kunnen 99 aankondigingen op één CD) en de computer kan slechts drie CD's tegelijk de baas. Dat wil dus zeggen: de CD die net afgelopen is, de CD met de aankondiging en de nieuwe CD die aan de beurt is. Die aankondigingen worden via de administratieve computer immers gelinkt aan de plaat waarop ze toepasselijk zijn. Als men datzelfde zou doen met een CD met afkondigingen, dan zou het telkens ongeveer een minuut duren vooraleer de CD effectief begint te spelen. Men zou natuurlijk ook een aankondiging telkens kunnen laten voorafgaan op de CD door een afkondiging van de vorige plaat, maar dan zou de computer niet meer de platen dooreen kunnen "shuffelen" zoals hij dat nu doet en dat is juist de grote vooruitgang ten overstaan van de banden vroeger, die de echte liefhebbers stilaan van buiten kenden. Op dit moment zijn er zo'n zesduizend aankondigingen, maar elke maand worden er nog nieuwe CD's bijgevoegd en wordt er dus ook een nieuwe CD met aankondigingen gemaakt. De beide playlisten worden dus volledig door de computer gemaakt. Vooraf krijgt hij wel de opdracht om op een bepaald uur binnen een bepaald soort muziek te kiezen. Voor klassiek zijn dat blokken van ongeveer één uur (barok, opera, operette...), maar het eindsignaal wordt niet meer gerespecteerd, zoals dat bij de banden noodzakelijkerwijze wel het geval was en die ook vaak abrupt werden afgebroken, want elke radio had gewoon acht bandopnemers ter beschikking van telkens een uur. Telkens als de computer een stuk heeft gekozen, schrijft hij het weg, zodat hij het 's anderendaags niet opnieuw zou spelen. Als ze allemaal aan de beurt geweest zijn, gooit hij ze door elkaar en begint hij opnieuw. Ook de populaire muziek is opgedeeld in zes format-sleutels: taal, soort, jaar, dansmuziek of niet, in de hitparade gestaan of niet. En ook hier krijgt hij dan vooraf de opdracht om vanaf tien uur 's avonds alleen nog zachte muziek te spelen b.v. Elke vrijdagavond worden die twee playlisten gemaakt, die dan naar de technische computers gaan die dat inladen voor een hele week. En het is deze informatie die ook is af te lezen op Internet: http://www.hookon.be/teleradio/. Het e-mail adres is: teleradio@hookon.be. Liefhebbers van klassieke muziek blijven echter een beetje op hun honger, want de uitvoerders zijn niet af te lezen. Het systeem is immers vooral bedoeld voor de popzender en daarvoor volstaat men met de titel en de uitvoerder, wat voor klassiek dan titel plus componist is geworden. Wie dus de dirigent, het orkest of de solist wil kennen en ook diegenen die nog niet op Internet terecht kunnen, die kunnen nog altijd het nr.09/235.96.04 van Electrabel draaien, waar men dit als onderdeel van de service graag zal melden. Dat geldt zelfs voor muziek die reeds enkele weken daarvoor te beluisteren viel. Als men het precieze tijdstip weet, kan men op de computer immers nog altijd aflezen wat er op dat moment precies speelde. "En als ze het niet kunnen vinden in de winkel, neem ik het desnoods zelf voor hen op," zegt Firmin Bulté, die nog altijd een muziekliefhebber in hart en nieren is. Er is ook een noodsysteem dat in werking treedt als er iets verkeerd gaat. Dat noodsysteem bevat zes CD's en aangezien er geregeld gecontroleerd wordt, mag men veronderstellen dat op die tijd men wel heeft vastgesteld dat er iets verkeerd is gegaan. Desondanks kan er nog wel eens iets mis gaan, zoals ikzelf eens heb ondervonden. Pers-attaché Nicole Van Autrève en Paul Willaert, verantwoordelijke marktanalyse en promotie residentiële (lees: particuliere) marketing, herinneren eraan dat naast teleradio 1 als teleradio 2 Electrabel sedert april van vorig jaar ook Music Choice (MC Europe) aanbiedt. De uitzendingen van deze muziekzender zonder gepraat en zonder reklame gaan vanuit het European Playout and Uplink Centre te Winchester naar de satelliet Intelsat 601 en komen zo via de kabel digitaal de huiskamer binnen. Het grote verschil: het eerste is een gratis service, voor het tweede moet men betalen (495 fr. per maand; 990 fr. voor bedrijven en horecazaken). Er is dan ook een decoder nodig om de dertig kanalen te kunnen ontvangen, meestal met diverse vormen van popmuziek, maar er zijn ook vijf klassieke kanalen en twee kanalen voor jazz-liefhebbers. Er is zelfs een kanaal met niets anders dan filmmuziek. Maar Corneel Bracke en de andere liefhebbers van volksdans blijven alweer in de kou staan! Daar heeft "consulent" Walter Grootaers weer niet aan gedacht! Tenzij zij met country and western tevreden zijn natuurlijk, want op het kleinkunst-kanaal zal er wel niet veel te dansen vallen. Als men hier met vragen zit over een bepaalde plaat, krijgt men de gegevens op de decoder. Het spreekt vanzelf dat MC Europe, dat nog niet overal kan worden ontvangen, zodat er nog weinig publiciteit voor is gemaakt met als gevolg dat amper 0,5% van het cliënteel er gebruik van maakt, zou wensen dat de kabelmaatschappij zou stoppen met die gratis service. Even heeft men daarover nagedacht, maar gelukkig schijnt men die denkpiste nu toch te hebben verlaten.

Ronny De Schepper

Geen opmerkingen: