vrijdag 1 februari 2008

MEI ’68 IN VLAANDEREN: "LUDIEK" OF "KEIHARD"?

Herinnert u zich deze nog? In een of andere "progressieve" kroeg, allé pakweg "De Muze", vraagt de ene langharige aan de andere: "En wie heeft het bij u thuis voor het zeggen?" "Oh, dat is mooi verdeeld," antwoordt de aangesprokene, "ik neem de grote beslissingen en mijn vrouw de kleine. Dat wil zeggen: ik bepaal bijvoorbeeld wie het bij het rechte eind heeft in de oorlog in Vietnam en mijn vrouw wie de afwas gaat doen..."

Als het waar is dat men in moppen best de tijdsgeest van een bepaalde periode weervindt (en dat is waar), dan geeft deze grap heel goed de sfeer van de jaren zestig weer: het lange haar, de vrouwenemancipatie, de kroegencultuur, de oorlog in Vietnam, de inspraak-idee... het zit er allemaal in.
Nadat men gedurende lange tijd het anarchisme volledig dood had gewaand, kreeg het plots een vernieuwde belangstelling tijdens de meirevolte van 1968 in Parijs. Dit kwam tot uiting in opschriften zoals "Il est strictement interdit d'interdire"; "Il est douleureux de subir ses chefs. Il est encore plus bête de les choisir"; "L'âge d'or était l'âge ou l'or ne regnait pas"; "L'imagination prend le pouvoir"; "Le respect se perd, n'allez pas le rechercher" en het zeer poëtische "Dessous les pavés, c'est la plage". Ook de provobeweging in Amsterdam en vooral de Kabouterbewe­ging vertoont onmiskenbare analogieën met het anarchisme, vooral dat van Kropotkin.
In Vlaanderen begon het allemaal aan de Leuvense universiteit met de strijd voor “Leuven Vlaams”, een oerflamingantische kreet die op het eerste zicht weinig van doen heeft met het “sous les pavés il y a la plage” van de Parijse Sorbonne. Maar als we dan zien dat de voortrekkers van deze studentenbeweging linkse rakkers waren als Paul Goossens, Ludo Martens en Chris Merckx, dan wordt de link alvast wat duidelijker...

Frank Winter: de veranderde levensstijl van de arbeidersklasse

Hoe de Leuvense "revolutie" naar Gent werd geëxporteerd, daarover kan Frank Winter sappig vertellen. Zijn naam laat het niet onmiddellijk vermoeden en ook zijn identiteitskaart is misleidend (hij is ondertussen genaturaliseerd), maar deze man is eigenlijk afkomstig uit Nottingham. Dat vergt dus vooraf enige uitleg...

Frank Winter: In Cambridge heb ik een postgraduaat Engelse linguïstiek gedaan, wat o.a. inhield Engels aanleren aan vreemdelingen. In die tijd was er nog werk, ik kon dus kiezen tussen een aantal aanbiedingen en uiteindelijk heb ik geopteerd voor het seminarie voor Engelse taalkunde in Gent.
- Was je in Engeland al politiek geïnteresseerd?
Frank Winter: Eerst was ik lid van de Young Communist League en vanaf 1960 van de Communist Party zelf. In Nottingham was er niks aan de hand, maar toen ik in contact kwam met de partijafdeling aan de universiteit van Cambridge, begonnen zich een aantal wrijvingen voor te doen. Je moet weten dat in die tijd geregeld mensen werden doodgeschoten aan de muur van Berlijn en ik had het daar nogal lastig mee. Maar dat stond niet ter discussie en uiteindelijk heeft men mij uitgesloten uit de partij "wegens Trotskisme". Ik wist op dat moment niet heel precies wat dat was, maar voor de Communist Party stond Trotskisme toen gewoon voor "alles wat slecht was", punt gedaan.
- En met die politieke achtergrond arriveerde je in 1967 in Gent...
Frank Winter: Precies. Midden in de heibel rond "Leuven Vlaams". Je kunt wel begrijpen dat heel die problematiek voor mij Chinees was. Ik heb er weliswaar niet zo heel lang over gedaan om Nederlands te verstaan - misschien zo'n maand of zes - maar dàt was niet het grote probleem, wel dat die stakingen, vooral van scholieren, blijkbaar werden gesteund door bepaalde takken van het katholiek onderwijs! De Blandijnberg was voor die scholen bijvoorbeeld toen reeds een actiecentrum, maar dan bleken die daar te arriveren onder begeleiding van hun leraars! Dat was dus allemaal op z'n zachtst gezegd een beetje dubbelzinnig. Die betogingen waren een soort van sport. Die vonden meestal plaats aan het bisschoppelijk paleis en als de rijkswacht dan ter plaatse kwam, stoven die jongelui vrij snel uit elkaar, richting Kuiperskaai, het toenmalige uitgangscentrum met veel dancings en dergelijke, dat vlak in de buurt lag.
Aan de universiteit was men ondertussen begonnen met "werkgroepen" op te richten die zich vooral met inhoudelijke zaken bezighielden. Zo waren er bijvoorbeeld discussies over de functie van het middelbaar onderwijs in de overdracht van de ideologie van de bourgeoisie, de aanwezigheid van arbeiderskinderen in het hoger onderwijs en al dergelijke zaken. Veel sociologische pedagogie kortom, niet uitdrukkelijk politiek.
Op al deze activiteiten had SVB (de Studentenvakbeweging) geen echte greep. Dat in tegenstelling tot Leuven waar Paul Goossens en de zijnen werkelijk pakken werk verzetten. Men was daar vooral rond de Derde Wereld bezig en iedere deelnemer kon dan 's vrijdags naar zijn dorp trekken met een stapel kersverse brochuurtjes onder de arm over het behandelde thema van die week. En in de Derde Wereldbeweging Menen, om nu maar iets te zeggen, gaf de student in kwestie dan de uitleg door die hijzelf in Leuven had gekregen.
In Gent waren echter enkel sterk gepolitiseerde figuren lid van SVB. Ik vermoed dat men dan in Leuven heeft beslist om dat aanmodderen in Gent een beetje in structurele banen te leiden en daarom werd in oktober '68 Ludo Martens naar Gent gestuurd. Die werd natuurlijk als een held ingehaald: eindelijk had Gent ook zijn studentenleider! En al meteen werd hij in een martelaarsrol geduwd, want de universitaire overheid weigerde hem in te schrijven, waarvoor men dan de straat kon optrekken, enzovoort, enzovoort.
Geruggesteund door SVB, maar ook op basis van zijn persoonlijke autoriteit, dat moet ik toegeven, is Martens dan die werkgroepen beginnen afreizen om daar het SVB-systeem in te voeren. "Tegen volgende week lezen we allemaal dit boek en bespreken het tesamen. Jij daar, wat staat er in het eerste hoofdstuk?" De lol was er dus al vlug af. Die vergaderingen begonnen zowaar een beetje op de zo gecontesteerde cursussen te gelijken!
Je moet dat ook zien tegen de achtergrond van mei '68. Als er daar sprake kon zijn van enige politieke stroming, dan was het wel het anarchisme. Enfin, dat had natuurlijk niets vandoen met de traditionele anarcho-syndicalistische beweging, dat was eerder spontaneïsme, maar dat woord werd toen niet gebruikt.
Hoe dan ook, de idee van ieder doet zijn zin zat er diep in bij de mensen en de noodzaak van vorming en organisatie veel minder. Tegen die achtergrond moet je ook die avond over pornografie zien, waaruit dan de zogenaamde Maartbeweging in 1969 is voortgekomen. Toen die avond immers verboden werd, trok men naar het rectoraat, waar de politie hardhandig tussenbeide kwam, zodanig dat men dan nogal opgewonden de faculteit van de rechten binnenviel waar toevallig die avond een druk bijgewoond debat over zin en onzin van het jurystelsel plaatshad. Martens heeft daar dan de sprekers van het podium gedreven zeggende: "Wat zitten jullie hier eigenlijk te lullen, terwijl buiten mensen in elkaar worden geslagen omdat ze een eigen mening willen hebben!" Dat was dus de breuk met die "brave" activiteiten tot dan toe.
Toch was het slechts in de laatste fase van de Maartbeweging dat er een kristallisatie begon op te treden van de Trotskisten enerzijds en de groep rond Martens anderzijds die echter zeker nog niet Maoïstisch was. Ik herinner me zo een volksvergadering van zeker 400 tot 500 man, waarop werd gediscussieerd over de slogans die men in een bepaalde betoging zou meedragen. Nu, voor een hoop mensen was dit op zich al totaal krankzinnig: je droeg toch wel de slogans mee die je wilde, zeker! Een aantal mensen hebben dan de zaal verlaten, maar er bleef toch nog vrij veel volk over om zich uit te spreken over de slogan "vakbonden verkocht" van de mensen rond Martens of "vakbondsleiding verkocht" van de Trotskisten. Ik geloof zelfs dat er uiteindelijk niets uit de bus is gekomen. De krachtsverhoudingen waren immers kifkif en de meerderheid van het publiek verstond het toch niet. Van zodra de beweging zich dus met de sociale problematiek begon bezig te houden was de eensgezindheid reeds zoek. Maar om eerlijk te zijn, de Maartbeweging is gewoon geëindigd omdat de examens voor de deur stonden (lacht). Zo simpel was dat: gedaan met de kermis.
De harde kern die daarna overbleef heeft dan op voorstel van Martens een blad uitgegeven dat "Beweging" heette en zelfs wekelijks verscheen, men kon zich daarop dus abonneren. Op een bepaald ogenblik kregen de abonnees echter plotseling "China reconstruct" in de bus. Van toen af was het nogal duidelijk welke kant men opging. Daarop besloten de Trotskisten een debatavond te organiseren met Ernest Mandel om nu eindelijk eens toe te lichten wat het Trotskisme eigenlijk was. Daar kwam heel veel volk op af, ook de fractie van Ludo Martens die de laatste drie rijen in het auditorium innam. Nu, toen Mandel aan het polemiseren was met de spontaneïsten door de nadruk te leggen op vorming en scholing en Martens bij een tussenkomst dan de naam van Mao Tse Toeng liet vallen, pikte Mandel daarop in door te zeggen: "Ja maar, heeft diezelfde Mao geen tientallen jaren gespendeerd aan het oprichten van een communistische partij?" Waarop Martens repliceerde: "Precies. En dat gaan wij nu ook doen." Dat sloeg in als een bom, want voor de meeste toehoorders was dat de eerste keer dat men iets vernam over de oprichting van een nieuwe communistische partij.
- Hoe zat het trouwens ondertussen met de "oude" communistische partij?
Frank Winter: In het stadium dat de studentenbeweging hoegenaamd nog niet politiek gestructureerd was, zijn een aantal onder hen aan Michel Vanhoorne gaan vragen of ze de infrastructuur van de toenmalige KP konden gebruiken. En effectief, een tijdlang werden de pamfletten van de studentenbeweging afgedraaid in de Sleepstraat. Maar ook hier is dat debat over de slogan tegen de vakbond het breekpunt geweest. Michel heeft daar het woord genomen en gezegd dat hij zich min of meer verraden voelde als ACOD-vakbondsmilitant. Jammer genoeg heeft hij zich dan ook tot uitspraken laten verleiden zoals "daarenboven zullen de arbeiders wel zelf bepalen of ze een vakbond nodig hebben of niet", waarop hij werd weggejouwd. Maar ik heb de indruk dat hij eender wat mocht hebben gezegd, dat hij toch zou worden uitgejouwd. Het was duidelijk dat men op een breekpunt stond en vergeet niet dat het juist de fractie van Martens was die in de Sleepstraat zat, want de Trotskisten hadden zelf een infrastructuur (in "het huis van Onslievevrouwke" op de Blandijnberg, nu de Afkikker, RDS). Bovendien hadden tegen die tijd ook de studenten een eigen infrastructuur uitgebouwd in De Brug, het studentenrestaurant.
De KP was trouwens zwaar gehandicapt omdat de communistische studenten een paar jaar voordien zo goed als van de kaart waren geveegd omwille van het sino-sovjet-geschil. Iedere communistische studentenbeweging werd toen immers onder druk gezet kleur te bekennen, ofwel voor China, dat hier toen door Grippa werd vertegenwoordigd, ofwel voor Moscou. Concreet heeft dat er in Gent toe geleid dat een aantal mensen naar de Trotskisten overgekomen zijn, zodat de VKS (Vlaamse Kommunistische Studenten) met een veel te klein aantal was om politiek zwaar door te wegen. Anderzijds moet ik wel zeggen dat ik in Antwerpen heel goede contacten heb gehad met KP-mensen uit de sector petroleum, die zich zeker niet sectair hebben opgesteld.
- Maar globaal gezien is de studentenbeweging er blijkbaar niet in geslaagd een brug te slaan naar de arbeidersbeweging?
Frank Winter: Naar dat deel van de arbeidersklasse waarnaar een brug kon geslagen worden is dat wél gebeurd. Het probleem is alleen dat men de revolutionaire capaciteit van de arbeidersklasse in haar geheel heeft overschat. Vergeet niet dat we toen in de naoorlogse periode zaten met sociale vrede, de rol van de vakbondsleiding, de socialistische partijen die veranderden van natuur, de veranderende levensstijl enzovoort. Wat wij dus verkeerd hebben ingeschat is het feit dat de arbeidersklasse sedert de oorlog materieel een grote vooruitgang had geboekt en dat die mensen niet bereid waren om dat zo maar op het spel te zetten...

Joke De Leeuw: een storm in een glas water

In 1988 verscheen een brochure onder de titel "20 jaar RUG-studenten in actie". De kaft van de brochure vermeldde ook nog "student/ludiek/keihard" en helaas dekte deze tweeslachtigheid ook de inhoud. Het "ludieke" slaat dan ook niet enkel op de toon van bepaalde politieke acties, maar behelst ook puur studentikoze manifestaties als Gravensteenstoeten en Twaalfurenlopen. Een onvermijdelijk gevolg daarvan is uiteraard dat de politieke studentenstrijd niet alleen gerelativeerd wordt (want dat is op zich niet zo erg, integendeel het is zelfs nodig op momenten dat we dachten met honderd manifestanten het televisienieuws te kunnen halen), maar ook geridiculiseerd. En dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn.
Want als er één terrein is waar de studenten toch wel hun uiterste best hebben gedaan om de arbeidersbelangen te verdedigen, dan is het bijvoorbeeld aan de Limburgse mijnen. Zou men dit op het eerste gezicht als het privé-jachtterrein van de Maoïsten kunnen beschouwen, dan werd in een reportage in het ter ziele gegane weekblad "De Post" nochtans Joke De Leeuw als boegbeeld naar voren geschoven. En Joke was - en is nu nog altijd (en dit in tegenstelling tot Frank Winter) - een Trotskiste. How come?
Joke De Leeuw: Toen de studentenbeweging zich nog volop aan het structureren was, is de mijnstaking uitgebroken en de SJW (Socialistische Jonge Wacht, jongerenafdeling van de RAL, nu dus SAP, RDS) heeft dan beslist om daarheen te gaan omdat dit de enige manier was om onze ideeën in praktijk te brengen. We zijn daar heel goed ontvangen, want het was wat men noemt een "wilde" staking en die mensen hadden dus grote organisatorische problemen. Een aantal dingen werden anders immers automatisch door de vakbond gedaan: het vertalen, afdraaien en verspreiden van pamfletten, het bijeenbrengen van mensen in regelmatige vergaderingen waar beslissingen werden genomen op een formele manier enzovoort.
- Dat is dus allemaal vrij gelijklopend met wat Amada toen deed. Een verschil is echter wel dat Amadezen de raad kregen hun studies te laten voor wat ze waren en meteen zelf maar arbeider te worden. Dat deed SJW niet?
Joke De Leeuw: Neen. Wij stelden: de studenten moeten ten dienste staan van de arbeidersstrijd, maar de beste manier om dat te doen is bijvoorbeeld via basiswerk in de faculteit het probleem te stellen van de solidariteit met de arbeiders.
- Was ook aan de mijnen die discussie tussen "klein links" hinderlijk?
Joke De Leeuw: Dat was geweldig moeilijk. De Maoïsten wilden namelijk van geen samenwerking weten. Wij hadden ons eigenlijk ten dienste gesteld van het permanent comité van de organisatie van de mijnwerkers. Wij zeiden dus ook dat zij lid moesten blijven van de vakbond en die proberen om te buigen naar een combatieve vakbond. Dat was het politieke verschil met de Maoïsten die op dat moment zeiden: scheur uw lidkaart kapot. Hun hulp bestond dan in Mijnwerkersmacht, die als doel had in de plaats te treden van de syndicaten. Dat leidde tot een heel groot sectarisme. Het was bijvoorbeeld onmogelijk om met Mijnwerkersmacht afspraken te maken om piketten te vormen of een betoging te organiseren. Wij werden beschouwd als vijanden van de strijd. Nadien zijn ze wel wat bijgedraaid omdat het permanent comité de effectieve leider van de staking bleek te blijven. De leiders daarvan, met op kop toen Slegers, waren mensen die echt heel gekend waren en aanvaard werden door alle mijnwerkers. Die begrepen dan ook niet waarom er een concurrentie moest komen met Mijnwerkersmacht.
- Nochtans kom je ook voor in het fameuze "Blauwe Boekje" van de Gentse Studentenbeweging (GSB) en die was zogezegd wel neutraal, maar eigenlijk toch heel sterk Maoïstisch geïnspireerd...
Joke De Leeuw: In het begin niet, hé! En dat "Blauwe Boekje" wàs het prille begin, want dat is gemaakt in de paasvakantie, dus amper een maand na de Maartbeweging. De mensen die dat boekje hebben gemaakt, lagen nadien wel aan de oorsprong van de Maoïstische beweging in Gent, dat is waar, maar er waren nu eenmaal een paar figuren die té bekend waren om ze te kunnen negeren. Trouwens ik ging toen nog naar de vergaderingen van die groep, alleen waren de meningsverschillen heel rap duidelijk. Het grootste zijnde dat Ludo Martens weigerde nog verder te discussiëren over het doel van de studentenbeweging. Wij wilden zoals reeds gezegd die beweging uitbouwen op het vlak van de structuren, dus de faculteiten en dergelijke, terwijl zij de meest extreme elementen liever wilden radicaliseren om hun Maoïstische groep uit te bouwen. Dus naar de fabrieken trekken en eigenlijk het terrein verlaten. Maar het spreekt vanzelf dat dit slechts voor een heel klein aantal mensen van toepassing kon zijn.
- Dat waren dan de zogenaamde "betaalde agitatoren" waarmee Vanden Boeynants kwam aandraven...
Joke De Leeuw: Dàt was klinkklare onzin natuurlijk. Alle mensen die ik ken waren wel degelijk student destijds. Nadien zijn er een aantal die permanent voor een partij zijn gaan werken, maar dat is hun volste recht, hé! Trouwens, wie zou er betaald hebben? De KP had het kunnen doen, maar heeft het niet gedaan. Er is dus niets geweest dat van buitenaf in de studentenbeweging infiltreerde. Al die wilde verhalen zijn rationalisaties van mensen die zich niet goed in hun vel voelen omdat ze de boot hebben gemist.
- Maar als jij daar zoveel jaren later op terugkijkt, zowel op het algemeen maatschappelijk vlak als meer persoonlijk: was het dan uiteindelijk niet veel meer dan een storm in een glas water of heeft het wel degelijk iets teweeggebracht?
Joke De Leeuw: Ik vrees dat het op maatschappelijk vlak een storm in een glas water is geweest. Er was geen politiek middel om echt vooruit te geraken. Er was geen revolutionaire partij of zelfs geen minimum aan organisatie die mensen kon opvangen en de band met de arbeidersbeweging echt in praktijk brengen. Van de andere kant is vooral de opstand in Leuven toch wel de basis geweest voor de radicalisering van een aantal intellectuelen, die voor hun generatie dan toch aan de opbouw van een revolutionaire partij zijn begonnen, met name dus de SAP of de PVDA. Dat niet iedereen is blijven militeren kon men natuurlijk bij voorbaat weten. Een intellectueel heeft immers altijd de kans om zijn diploma wel degelijk te gebruiken in zijn leven. En als het militeren je dan te zwaar weegt, omdat je in een minderheid zit, dan zijn er automatisch mensen die afhaken. Maar de anderen, die hebben dan toch de brug gelegd met de "oude garde" van de staking 60-61. Anders was die band misschien verloren gegaan...

Ronny De Schepper

Geen opmerkingen: