De hedendaagse Amerikaanse griezelspecialist is ongetwijfeld Stephen King (°1948), al wil hij zichzelf niet zo noemen (Time, 27/4/1992). Afgestudeerd in de letteren (studies die hij wel zelf moest bekostigen met studentenjobs) zijn zijn grote voorbeelden William Faulkner, George Orwell, William Golding en (voor de bittere humor) Heinrich Böll. En voor de rest is er de verzameling horrorverhalen die zijn vader achterliet wanneer hij (toen Stephen vier was) "een pakje sigaretten" ging halen.
Zijn doorbraak kwam er in 1974 met "Carrie", gevolgd in 1977 door "The Shining", twee boeken die, zoals bijna alle latere ("Cujo", "Christine", "Salem's lot", "Misery", "Firestarter", "The Mist", "Children of Corn"), ook werden verfilmd. Zelfs het autobiografische verhaal "Stand by me", dat niet tot het horrorgenre behoort, maar dat wel mede een verklaring geeft voor Kings obsessie, werd verfilmd en wel door Rob Reiner, beter gekend als Meathead uit "All in the family". In Humo van 1/8/1995 vertelt hij hoe King reageerde op de film: "Hij werd er zo sterk door aangegrepen dat hij na afloop niet eens met ons kon praten. Hij zei: I have to go away. Een kwartier later kwam hij terug, en toen vertelde hij ons hoezeer dat verhaal met zijn eigen leven te maken had, en hoezeer de film hem van streek had gebracht. Hij vertelde dat zijn drie vrienden van toen inmiddels al gestorven waren. Chris, de jongen die door River Phoenix werd vertolkt, was zelfs vermoord. Hij zei dat het een enorme schok was geweest om ze op het scherm opnieuw tot leven te zien komen, terwijl hij ze in het werkelijke leven nooit meer kon zien."
Omdat hij bang was dat de markt oververzadigd zou worden met zijn producten, schreef Stephen King "The Running Man" onder het pseudoniem Richard Bachmann. Hij werd echter herkend aan zijn stijl en geen ontkomen aan: ook dit boek werd verfilmd (met Arnold Schwarzenegger). Ook "Thinner" schreef hij onder die naam: 25.000 exemplaren werden ervan verkocht. Toen het opnieuw werd uitgegeven als een Stephen King-boek steeg de verkoop tot 400.000...
Die dualiteit heeft King ook in een paar van zijn boeken verwerkt. Als men "Misery" met "The dark half" dan vergelijkt, worden meteen zijn grootste sterkte en zijn grootste zwakte duidelijk. Terwijl in "The dark half" een romanfiguur (onverklaard) een eigen leven gaat lijden, wordt in "Misery" een schrijver gegijzeld door een fan en zorgt alledaags huis-, tuin- en keukengerief voor de nodige horror. In het eerste geval zit King "over the top", in het tweede toont zich de meester-verteller die hij eigenlijk toch wel is.
"Misery" werd verfilmd door Rob Reiner en is eigenlijk gebaseerd op echte ervaringen van King met sommige van zijn krankzinnige fans. Zo was er Mark Chapman b.v., de latere moordenaar van John Lennon, of ene Erik Keene, die Kings huis binnendrong en zijn vrouw Tabitha gijzelde, opdat hij samen met hem een boek zou schrijven. Hoofdvertolkster Kathy Bates hield aan de film een oscar over, wat haar filmcarrière meteen een duw gaf. Door haar zwaarlijvigheid had ze immers reeds naast "Crimes of the heart", "Night, mother" en "Frankie and Johnny" gepakt (t.v.v. resp.Diane Keaton, Sissy Spacek en Michelle Pfeiffer), alhoewel zij die rollen reeds met succes op het toneel had vertolkt. Scenarist William Goldman had haar daar gezien en wou van geen ander weten.
King is politiek gezien "a liberal", die destijds b.v. voorop liep in manifestaties tegen de oorlog in Vietnam. Hij is ook een grote rock-fanaat en heeft daarom puur voor z'n lol een lokaal radiostation gekocht (WZON), dat in de handen van muzak-makers dreigde te vallen. Rockmuziek, vooral hard-rock, heeft trouwens altijd belangstelling gehad voor het occulte. Denken we maar aan Black Sabbath.
dinsdag 5 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten