zaterdag 24 november 2007

Juli 2001: reis naar Normandië

Dinsdag 24 juli 2001
Om 16 uur arriveren we in Le Pavillon de Gouffern in het onooglijke dorpje Silly en Gouffern in het uiterste zuiden van Normandië. Om zeker niet te laat toe te komen hebben we de heenreis via de autostrade gemaakt. Gaby had uitgerekend dat we er zonder tegenslagen zes uur voor nodig zouden hebben en aangezien we vertrokken zijn om tien uur is het dus duidelijk dat alles naar wens is verlopen.
Le Pavillon de Gouffern is een vroegere "Manoir de Chasse" uit de achttiende en negentiende eeuw en bevindt zich aan de rand van een domein van tachtig hectaren. Er staan zelfs fietsen ter beschikking (tegen betaling uiteraard, want het is hier wel de regel van "niks voor niks") om het hele domein te verkennen. Het is in dat geval verboden de "platgetreden paden" te verlaten omwille van het vele wild dat er zou zitten. Sportief als we zijn, hebben we deze trip aan ons laten voorbijgaan en dat wild hebben we dan ook niet gezien. Wel veel paarden.
Want naast de stallen die zijn omgebouwd tot (het dient gezegd: comfortabele) hotelkamers zijn er nog altijd veel "echte" stallen. Merkwaardig daarbij: tussen de vele auto's met Belgische nummerplaten ook een vrachtwagen voor "horses".
Anderzijds dient gezegd dat we deze reis geboekt hebben via Freedreams, wat dus wil zeggen dat het verblijf quasi gratis is, maar dat we wel verplicht zijn elke dag een ontbijt en een avondmaal ter plaatse te nuttigen.
Over dat (nochtans redelijk dure) ontbijt kunnen we heel erg kort zijn, maar met het avondeten is er meer aan de hand. Aangezien dit de "kosten" moet dekken, spreekt het vanzelf dat het hier uitgebreide "gourmet diners" betreft. Zo hebben we bijvoorbeeld ook het François I-menu genomen, al wist de "garçon de table" niet waarom het zo heette. Misschien moest dit al een belletje doen rinkelen, evenals het antwoord op de vraag van een tafel naast de onze over de kwaliteit van het struisvogelvlees: "Een goede vraag, mevrouw, ik zou ze normaal aan onze kok voorleggen, maar hij is er niet." Met andere woorden, blijkbaar "aapte" het "ondergeschikte" personeel maar na wat de kok hen ooit had getoond. Misschien daarom dat de kaart weliswaar soms poëzie leek, zoals Jan Mestdagh zou zeggen, maar dat in werkelijkheid de gerechten nauwelijks van elkaar verschilden. Zo kreeg mevrouw Struisvogel dezelfde broccoli, bietenpuree en schelperwten als uw dienaar bij zijn "pavé de boeuf" of "filet Rossini". Gaby kreeg ze zelfs bij visgerechten!
Oh ja, en nog iets. Dat men bij een gourmet-diner geen frieten krijgt, dat konden we wel verwachten. Maar ook geen aardappelen, geen rijst, geen pasta...
Of toch nog eentje op de valreep, om het af te leren. Er was ook een dagschotel. Weliswaar elke dag hetzelfde. Iemand van de klanten had halfpension en dat maakte dat hij enkel in aanmerking kwam voor de dagschotel. Toen hij de staf daarop attent maakte, kon er natuurlijk wel iets worden geregeld. Als hij maar extra betaalde, wel te verstaan...
Achteraf blijkt dat zowel Fons & Anneke (via de Freedreams-kadobon die wij hen hadden gegeven dan nog) als Patrick Buggenhout (paarden? kaas?) ook al in het Pavillon hadden gelogeerd. In betere tijden blijkbaar, want zij hebben geen Fawlty Towers-toestanden meegemaakt.
* * * * *
Woensdag 25 juli 2001
Het Château d'O uit Mortrée mag dan nog een intrigerende naam hebben, het heeft uiteraard niets te maken met "Histoire d'O" van Pauline Réage. Alhoewel de gids toegaf dat er wel degelijk veel geïnteresseerden omwille van die reden naar het kasteel afzakken, wordt er zelfs nergens op ingespeeld.
De familie O (eigenlijk ô) is Angelsaksisch van oorsprong en gaat terug tot in de tijd van de kruistochten. Uit die vroegste periode blijft echter niets meer over. De oudste gedeelten van het kasteel dateren uit de zeventiende eeuw, de periode van François d'O, "le favori", "le mignon" of "le préféré" van koning Henri III. Heel even maakt de jonge gids (tekst van buiten geleerd, grote problemen indien er al eens een vraag wordt gesteld) een referentie aan het kasteel van Blois, maar ze voegt er gelukkig zelf relativerend aan toe "alle verhoudingen in acht genomen natuurlijk".
Er is immers geen vergelijking mogelijk met de kastelen van de Loire die we vorig jaar hebben bezocht. Het Château d'O en ook de andere kastelen uit de streek zijn niet alleen veel kleiner en veel minder luisterrijk, ze zijn vooral veel slechter onderhouden. Het Château d'O heeft bijvoorbeeld een tijdlang gediend als vakantiekamp voor kinderen van mariniers met alle gevolgen vandien. Pas vrij recent werd het kasteel aangekocht door een familie die blijkbaar als hobby heeft kastelen aankopen en restaureren. De jongste zoon van de familie woont zelfs in Château d'O.
Anderzijds is er hier in deze streek dan ook geen massatoerisme zoals aan de Loire. Zo zijn we hier in Château d'O slechts met vijf. Gaby en ik natuurlijk en dan een moeder uit de streek die haar twee kinderen dit kasteel eens wil laten zien. De kinderen willen iets in het gastenboek schrijven (met evenveel taalfouten als Vlaamse kinderen). Ik maak van de gelegenheid gebruik om eens te kijken of er hier soms allusies worden gemaakt op O: niets van te merken, wel nogal veel Nederlandse teksten, onder andere van het Willemsfonds.
* * * * *
Donderdag 26 juli 2001
Ligt Silly en Gouffern reeds erg zuidelijk (zuidelijker dan sommige kustplaatsen in Bretagne bijvoorbeeld) dan zakken we vandaag af naar het uiterste zuidpunt van le département de l'Orne en dus ook van de regio Normandië. De reden is dat "St.Cénéri le Gerei" in gidsen wordt aangeprezen als "één van de tien mooiste dorpjes van Frankrijk".
En inderdaad, de verplaatsing is zeer de moeite waard. Het dorp is in de veertiende eeuw tot stand gekomen op de plaats wat vierhonderd jaar eerder het schuiloord was van een heremiet genaamd Cénéri, waarvan men dan meteen ook maar een heilige heeft gemaakt. De kapel die rond zijn "bed" (een steen) is opgetrokken en die vlakbij de oevers van de Sarthe ligt, was gesloten, maar een kerk wat verderop uit dezelfde periode kon vrij worden bezocht, ook al waren er kunstwerken te bekijken (en zelfs te grijpen) uit vervlogen tijden maar ook hypermodern (een prachtige kruisweg). We zijn er enkel met nog een paar toeristen uit Erps-Kwerps (vier zussen en hun respectievelijke echtgenoten) en geen toezichters in velden of wegen te bekennen. Even denk ik nog dat de koster (or whatever) even weg is om de klok van tien over twaalf te luiden, maar als de klok om tien over half één opnieuw luidt, weten we dat het een (zij het ontregeld) mechanisme is. Hooligans zijn hier dus nog ver weg, maar voor hoelang nog?
Uit pure frustratie opgelopen bij onze "gourmet"-etentjes gaan we daarna in het nabijgelegen St.Léonard-des-Bois biefstuk friet eten!
* * * * *
Vrijdag 27 juli 2001
In tegenstelling met de heenreis maken we de terugreis enkel via departementale wegen, zo zien we nog iets van de omgeving. De loden hitte zorgt echter wel voor enige ongemakken. In het zicht van de aankomst (met name op veertig kilometer van de Belgische grens) besluiten we dan maar een extra-stop in te lassen. Het hotelletje A la Grande Sainte Cathérine in Arques (nabij St.Omer) is comfortabel en biedt ook een gourmet-kaart aan. En deze keer een échte! Vooral het dessertenbuffet "des brassiers" zal ons bijblijven. Alle desserten (taart, sorbet, crême) waren immers op basis van bier. Zeer lekker. Dat kon niet helemaal gezegd worden van het vierde ingrediënt, namelijk een drankje op basis van de hopbloem, maar dat was dan weer zeer sterk. Wat maakte dat we bij deze ondraaglijke temperaturen toch nog goed hebben geslapen.
* * * * *
Zaterdag 28 juli 2001
Gaby stelde voor, nu we toch extra tijd over hadden, om even langs Watou te rijden. Helaas bleek de wandeltentoonstelling pas om 14 uur "open" te gaan. Wat we wel al konden bekijken (onder andere de blok beton "een lege plek", de Hugo Claus van Roger Raveel, een paar gedichten over Herman De Coninck in de Anton van Wilderodestraat, enzovoort), was niet van aard om ons ertoe aan te zetten nog zo lang te blijven rondhangen. Via Gaby's geboortestreek dan maar naar huis om alsnog mee te maken dat Erik Zabel voor de zesde keer de groene trui pakt in de Tour, zodat zoon Rik 's anderendaags op de Champs Elysées weer op de afspraak is!
* * * * *

Geen opmerkingen: