Susan Sarandon is geboren in 1947 in New York als Susan Tomalin, de oudste van een katholiek gezin met negen kinderen. Ze studeerde dan ook aan de katholieke universiteit van Washington. Daar was ze politiek actief en op die manier ontmoette ze acteur Chris Sarandon, haar eerste echtgenoot. Zonder acteursopleiding debuteerde ze in "Joe". Daarna volgde de TV-reeks "A world apart"; “The great Waldo Pepper”; “The Front Page”; “The other side of midnight” en “The Rocky Horror Picture Show”.
"Pretty Baby" van Louis Malle betekende haar doorbraak. Ze hield er ook een driejarige verhouding met de onlangs overleden Franse regisseur aan over. Toch moet ze ergens in deze periode ook de tijd vinden om een kind (Eva) te krijgen van de Italiaanse scenarist Franco Amurri.
Daarna volgen "King of the Gypsies"; "The Tempest", de geflopte Shakespeare-verfilming van Paul Mazursky, en "The Hunger", waarin ze tot haar eigen vreugde het bed mag delen met Catherine Deneuve. In "Compromising positions" van Frank Perry uit 1985 naar het boek van Susan Isaac speelt ze een huisvrouw, die op eigen houtje de moordenaar van haar tandarts (Joe Mantegna) gaat opsporen (omdat ze zijn laatste patiënte was). Ze wordt in haar zoektocht bijgestaan door Raul Julia.
Daarna volgten “Sweethearts dance”; “The January Man”; “Who am I this time” (TV-reeks) en de baseball-film "Bull Durham", waarin ze de jonge Tim Robbins vastbindt aan het bed om hem te bestoken met... poëzie van Walt Whitman! Nadien is ze er een verhouding mee begonnen, waaruit twee kinderen zijn voortgekomen (Jack Henry Otis en Miles Guthrie), maar ze zijn niet getrouwd.
Dan volgen “The witches of Eastwick”; “Atlantic City” (waarvoor ze haar eerste oscarnominatie krijgt) en “A dry white season”.
In "White palace" van Luis Mandoki pijpt ze James Spader op een manier die aan de ribben blijft plakken. Het einde van deze film over de liefde tussen een “rijpe” vrouw en een jonge kerel werd veertien dagen voor de première onder druk van het succes van “Pretty woman” veranderd in een happy end.
Daarna volgt "Thelma and Louise" (Ridley Scott). Hiervoor werd Geena Davis uitgekozen boven Goldie Hawn, terwijl Louise gelukkig door Susan Sarandon werd gespeeld en niet door Meryl Streep, voor wie het oorspronkelijke script eigenlijk was bedoeld! Is Geena Davis een snoes als Thelma (op een bepaald moment bootst ze een hondje na en, mijn god, als ze dat eigenlijk niet de hele film door is: een heet teefje), dan is het toch vooral Susan Sarandon die de film draagt.
Susan Sarandon kreeg voor "Thelma and Louise" een oscarnominatie, misschien wel een illustratie van het feit dat ze een sekssymbool voor "vrouwen in hun moeilijke jaren" was (zoals Yvonne Kroonenberg het uitdrukt: "Langs achter: lyceum, langs voor: museum. Mannen die ons van achteren zien, letten op de kleding en de manier van lopen en denken: daar loopt een leuk meisje. Tot ze zien dat je een vrouw van in de veertig bent, dan ben je niet langer de uitverkorene om mee te flirten"). Vooral in "White Palace", waarin ze als serveuse (wat ook haar beroep is in "Thelma and Louise") een seksueel slopende relatie aangaat met de veel jongere James Spader en in "Bull Durham", waarin ze hele baseballploegen platneukt, werd dit uitgespeeld.
Het dient echter gezegd dat ook Ridley Scott haar graag in een wit T-shirt met niks eronder laat rondlopen, zodanig dat alvast deze jongen af en toe moest gaan verzitten in zijn zetel. Scott zal wellicht wel aanvoeren dat dit de mannelijke toeschouwers juist "medeplichtig" moet maken aan de geile blikken die de acteurs op haar werpen, maar je kan je net zo goed afvragen of hijzelf hier niet handig op de media inspeelt door Sarandon als "sexy koopwaar" aan te bieden...
"Het verschil tussen film en theater is als het verschil tussen masturbatie en vrijen. In film zit je je in je eentje af te rukken om enig genot te beleven en in het theater heb je echt een relatie met de mensen," zegt Susan Sarandon in een interview met Kurt Vandemaele in Humo. Tégen haar imago pleit echter wel het feit dat ze pas op latere leeftijd drie kinderen heeft gekregen en daar nu natuurlijk vreselijk over opschept. Anderzijds is ze wel politiek actief geweest in Nicaragua en verstoorde ze de oscar-uitreiking door kritiek te spuien op de weigering om met HIV-besmette Haïtiaanse vluchtelingen het land binnen te laten.
Daarna speelde ze de hoofdrol in "Lorenzo's oil" van George Miller met Nick Nolte en Peter Ustinov, waarvoor ze opnieuw een oscarnominatie als beste actrice kreeg.
Vrouwen mogen in actiefilms dan steeds meer hun mannetje staan, ze blijven in de schaduw van de ware Held. Hoezeer dit Hollywood-adagium nog geldt mag blijken uit "The client" van Joel Schumacher, waar een 12-jarig jongetje dat getuige is van een moord en daardoor een bedreiging vormt voor de moordenaars, de échte held is, terwijl Susan Sarandon als zijn advocate slechts in actie komt als hij door de politie onheus wordt behandeld. Toch heeft Sarandon deze film met plezier gedraaid, terwijl ze een rol in "The vanishing" heeft geweigerd. "En dat terwijl ik erg hield van de originele film ("Spoorloos" dus)," zegt ze.
Susan Sarandon speelde in 1996 wel de moeder in "Little women". Daarna was ze te zien in de film "Dead man walking", geschreven en geregisseerd door haar man Tim Robbins, over een non, tevens een tegenstander van de doodstraf, die het leven probeert te redden van een terdoodveroordeelde.
dinsdag 8 januari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten