"Als mijn film één mens ongelukkiger maakt, heb ik het gevoel dat ik mijn job goed gedaan heb,” aldus Woody Allen in een openhartige bui. En, jawel, u leest het goed. Er staat wel degelijk "ongelukkiger"...
Na een rolletje in "What's new pussycat" speelde Woody Allen haast nog uitsluitend in eigen films: "Take the money and run", "Bananas", "Everything you always wanted to know about sex" en "Sleeper". In deze laatste film maken we kennis met Diane Keaton, die het meest bekend zal blijven met haar vertolkingen in andere Woody Allen-films zoals "Manhattan", "Interiors", "Love and death" en "Annie Hall". Als ik me alweer niet vergis, was Diane Keaton ook in het dagdagelijkse leven immers eerst bij Woody, vooraleer ze met Al Pacino aanpapte.
In “Annie Hall” zitten tal van "klassieke" one-liners zoals "masturbation is having sex with someone you really like" of het veelvuldig gebruik van "neat", dat dan als oubollig wordt afgedaan (denk aan het Costner-incident in "In bed with Madonna"). De film opent trouwens met een grap die ik ooit écht heb horen vertellen door twee Nederlandse vrouwen i.v.m. een niet nader genoemd Gents restaurant: "Slecht dat het eten daar was! En weinig!" Allen vertelt de grap omdat het voor hem symbolisch is voor het leven als zodanig: we vinden het niet te doen en tegelijk vinden we het te kort.
En dan is er natuurlijk ook nog de onvergetelijke dialoog:
"What are your plans on doing Saturday night?"
"Committing suicide."
"Well, how about Friday night?"
In “A Midsummer Night's Sex Comedy” uit 1982 worden de hoofdrollen vertolkt door Woody Allen (Andrew), Mia Farrow (Ariel), José Ferrer (Leopold), Julie Hagerty (Dulcy), Tony Roberts (I) (Maxwell), Mary Steenburgen (Adrian) en Adam Redfield (Student Foxx). Shakespeares spel van vergissingen wordt hier in een moderne versie overgedaan. Drie paren besluiten samen het weekend in de stilte van het platte land door te brengen. Er worden stuivertjes geruild en ieder blijkt met de verkeerde persoon op stap gegaan te zijn. Allens farce geeft aanleiding tot heel wat hilariteiten. Zijn originaliteit brengt hem in de buurt van Charles Chaplin en Buster Keaton. Kortom, “A Midsummer Night's Sex Comedy” is een van de authentiekste Allen‑films.
"Stardust memories", de volgende film van Woody Allen met hemzelf en Charlotte Rampling in de hoofdrol, gaat over een melancholische cineast die een retrospectieve van zijn werk bijwoont en door reële en imaginaire angsten wordt overmand.
Woody Allen stuurde in 1986 opnieuw een film naar Cannes ("Hannah and her Sisters") maar stuurde zelf zijn kat. Hij moest waarschijnlijk in New York op de kinderen passen, want de dochters van Mia Farrow werden kort daarvoor betrapt op het stelen van sexy lingerie. Daarna draaide hij "Shadows and fog", gevolgd door "Husbands and wives" met hemzelf, Juliette Lewis, Sydney Pollack en Mia Farrow in de hoofdrollen. Deze laatste speelt een bedrogen echtgenote van een professor (Woody) die in zijn midlife crisis valt voor een jonge studentin. De rol van de studentin wordt overigens gespeeld door Juliette Lewis, de beloftevolle actrice die ook al schitterde in "Cape Fear". De film kreeg een BAFTA-award (British Academy of Film and Television Arts) voor het beste scenario. Ver had Allen immers niet moeten zoeken voor de inspiratie: was hij niet verliefd geworden op Mia's aangenomen dochter Soon-Yi (een Koreaanse die ze heeft geadopteerd toen ze nog bij André Previn was)? Eén en ander leidde in 1992 tot het buitenhangen van de vuile was in de boulevardpers, waarbij Farrow zo ver ging om Allen ook van incest te beschuldigen met zijn eigen zoontje Satchel! Een morbide grapjas bedacht dan ook de titel voor de volgende Woody Allen-film: "Honey I screwed the kids".
In de rechtszaak die volgde werd dit niet bewezen geacht, maar toch verloor Woody Allen het bezoekrecht voor Moses en Dylan, een geadopteerde jongen en meisje van Mia Farrow, waarvan Woody het vaderschap had aanvaard. Satchel mag hij enkel onder begeleiding bezoeken. De beschuldigingen dat hij Dylan zou hebben "gemolesteerd" waren gebaseerd op het feit dat hij soms in de kamer rondliep in zijn onderbroek en ook wel eens placht zijn hoofd in haar schoot te leggen.
Woody Allen: "Hoe langer hoe meer worden mannen in echtscheidingen vals beschuldigd van kindermisbruik. Dat is namelijk bijzonder doeltreffend. In het begin nam ik het niet au sérieux. Ik dacht dat de rechtbank zoiets waanzinnigs wel weg zou lachen. Maar nee. Het werkte heel goed. (...) Op straat komen mannen naar me toe, halen foto's van hun kinderen uit hun portefeuille en zeggen: 'Ik heb mijn kind in geen vijf jaar meer gezien.' En dan denk ik: 'Arme stakkerd, hij heeft geen geld om zijn gelijk te halen.' Maar dat is natuurlijk onzin, want ik heb het geld wél, en ook ik heb hen al bijna vijf jaar niet meer gezien." (Humo)
Allen reageerde zich af met "The Manhattan Murder Mystery", een kamerspelthriller tegen de achtergrond van een dreigende huwelijkscrisis. Als compensatie voor een midlife-inzinking pept Carol (Diane Keaton schoot meteen ter hulp om de rol van Mia Farrow over te nemen) zichzelf op door obstinaat een moord te willen ontrafelen die bij een buur gepleegd zou zijn. Haar echtgenoot, die een verhouding heeft met een schrijfster met Mae West-allures (Anjelica Huston), probeert haar vruchteloos tot rede te brengen. De ontknoping is een hommage aan "The lady from Shangai" van Orson Welles en de hele film is een duidelijke verwijzing naar "Rear window" van Alfred Hitchcock, die helemaal draait rond de vraag of buurman Martin Landau al dan niet zijn vrouw heeft vermoord.
Na "Bullets over Broadway" werd het gerucht verspreid dat Woody Allen zijn troubles met Mia Farrow zou verfilmen, maar dat was alleen maar "taktiek" in opdracht van zijn advocaten, zoals hijzelf zegt, want hij heeft daar helemaal geen zin voor (in plaats daarvan bewerkte hij zijn eerste toneelstuk "Don't drink the water" tot TV-film, al heeft hij nog altijd de pest aan het medium). Buiten de goedkeuring van hun beiden om gebeurde dat wél in de TV-film "Love and betrayal: the Mia Farrow story" van Karen Arthur (1994). De rol van Mia Farrow werd vertolkt door Patsy Kensit, de vrouw van Jim Kerr van Simple Minds, die nota bene op vierjarige leeftijd debuteerde als de dochter van... Mia Farrow (en Bruce Dern) in "The Great Gatsby". Allen zelf hield het voorlopig in zijn 31ste film "Mighty Aphrodite" nog op echtelijke troubles in het algemeen. Op een spitsvondige manier integreert hij er (zoals de titel laat vermoeden) een koor uit een Griekse tragedie in, geleid door F.Murray Abraham (ondanks z'n enorme neus had ik 'm niet herkend; ik dacht dat het een valse neus was eigenlijk). Het is echter wel degelijk een komedie (één van zijn grappigste trouwens) en daarom loopt alles ook goed af. Dat is eigenlijk het enige wat men aan deze film kan verwijten, maar toch ook weer niet, want het zou gewoon een stijlbreuk geweest zijn, mocht Woody Allen op het einde z'n cynische zelf gebleven zijn.
Aan de rol van het koor moet men een beetje wennen, maar hoe meer Allen zich van het traditionele Griekse koor verwijdert, hoe grappiger het wordt. Hoe zij in hun Griekse gewaden een typische jazz-ballade croonen b.v. of wanneer zij het hebben over de Acropolis en de montage dan kurkdroog overgaat naar een restaurant, Acropolis genaamd. Zij gaven ook de titel aan de film, die immers verwijst naar de Griekse godin van de liefde. De universele macht van de liefde is het thema van de film, het is dus niet zo dat iemand de godin gestalte geeft.
Die iemand had anders het personage kunnen zijn dat wordt gespeeld door Mira Sorvino, dochter van acteur Paul Sorvino. Zij is de moeder van een kind dat door een echtpaar (gespeeld door Woody Allen zelf en door Helena Bonham-Carter) wordt geadopteerd. Terwijl het script terecht werd genomineerd als beste originele scenario, kreeg Mira Sorvino zowaar zelfs een oscar als beste vrouwelijke bijrol. Zeer terecht want Sorvino die een gegradueerde van Harvard is, gespecialiseerd in Chinese politiek, speelt zo levensecht de rol van een prostituée en een porno-actrice dat je denkt dat Allen het zichzelf gemakkelijk heeft gemaakt en gewoon een porno-vedette heeft ingehuurd. Vooral ook omdat Allen geen repetities houdt om de spontaneïteit van zijn spelers te behouden. Dat ze mogen improviseren is wat veel gezegd, maar ze mogen er toch veel van zichzelf inleggen.
Dat het moeilijk is om overtuigend een (mannelijk) dom blondje te spelen, wordt bewezen door de jonge bokser Kevin, gespeeld door Michael Rapaport, die Lenny aan Linda wil koppelen. Al vlug heeft deze immers ingezien dat Linda niks voor hem is, maar hij wil haar wel "redden uit de poel des verderfs" tegen de tijd dat Max zou kunnen op zoek gaan naar z'n echte moeder. En hoe kan je een hoertje beter redden dan met een boerenzoon uit Tupelo of omstreken?
Welnu, Rapaport van zijn kant slaagt er niet in voldoende dwaas over te komen. Hij legt het er namelijk juist te dik op en daarom kan men niet in hem geloven. Het verschil ligt ook misschien in het feit dat Sorvino uiteindelijk toch maar weinig van de tekst van Allen is afgeweken, daar waar Rapaport dat wél deed. Als voorbereiding heeft Sorvino wél drie dagen als hoertje rondgelopen op straat. Ze vond het een beetje sneu dat de mensen haar personage leuker leken te vinden dan haarzelf, maar voor de rest geeft ze geen details over deze ervaring.
Sorvino is geen debutante, ook al heeft ze na haar studies een jaar in Bejing verbleven. Zo was ze o.a. te zien in "Quiz show", "Barcelona", "Blue in the face" en in de TV-serie "The Buccaneers". In de TV-film "The second greatest story ever told" van Katharina Otto uit 1992 speelde ze zelfs een soort van reïncarnatie van de maagd Maria in het Brooklyn van de vroege jaren zestig.
Al bij al is dat een beetje sneu voor Helena Bonham-Carter natuurlijk, die net een grote carrière aan het opbouwen was met "Room with a view" en "Howard's end", maar die ook al in "Frankenstein" niet echt tot haar recht kwam. Nochtans is zij de figuur die de film op weg zet. Als geëmancipeerde carrièrevrouw is zij het die beslist dat er een baby zal worden geadopteerd (haar moederlijke gevoelens spelen haar parten, maar ze kan haar carrière niet opzij schuiven voor de "natuurlijke" aspecten van het moederschap) en zij is het ook die als eerste uit het carcan van het huwelijk zal breken. Zij doet dit weliswaar uit ambitie (haar minnaar Jerry Bender is een galerijhouder, gespeeld door Peter Weller, de hoofdfiguur uit "Naked lunch") en niet uit liefde, zodat men dan reeds kan aanvoelen dat het uiteindelijk allemaal wel weer in orde zal komen.
Maar ondertussen zit die arme Woody dus met frustraties, die hij plotseling op de onbekende moeder van Max, zijn geadopteerde zoon (Jimmy McQuaid), projecteert. Geen wonder: Max is zowat het ideale kind. Superbegaafd, braaf, beleefd en mooi ogend. Aangezien de vader onbekend is, denkt Woody (of beter Lenny, zoals hij dus in de film heet) dat de moeder ook wel over al die gaven zal beschikken en hij gaat daarnaar op zoek. Op het adoptiebureau weet men hem te melden dat dergelijke informatie niet wordt medegedeeld maar door een list (hilarische scène) kan hij toch aan de naam geraken. Alhoewel... haar naam? Het wicht blijkt wel tien namen te hebben. Telkens als ze van beroep wisselde namelijk. Als hoertje heette ze b.v. Linda Ash, maar als porno-actrice klonk Judy Cum dan weer beter...
Naast het adoptiethema is er nog een autobiografisch element in deze film geglipt. Woody Allen is namelijk dol op sport. Dat was trouwens een van de redenen waarom hij apart leefde van Mia Farrow (ze woonden elk aan de andere kant van Central Park, maar zagen elkaar wel dagelijks, ze konden trouwens bij elkaar binnen kijken met van die telescopen die we kennen uit “Ten” en “Body double”) en op die manier is hij ook verliefd geworden op Soon-Yi, want die ging wél met hem naar het baseball als Mia Farrow weer eens niet wilde.
Nu, in de film is Lenny een sportjournalist. Op die manier komt hij niet enkel die bokser op het spoor, zijn relaties zorgen er ook voor dat hij niet wordt gemolesteerd door Linda's pooier. Kaartjes voor het NBA-basket zijn blijkbaar erg gegeerd in de VS. Ik twijfel er echter sterk aan of ik in een dergelijk geval ook aan mijn lot zou kunnen ontkomen door zo'n bink twee tickets voor de Muntschouwburg aan te bieden...
"Everyone says I love you", de volgende film van Woody Allen, was een musical met Julia Roberts en Drew Barrymore, gefilmd in Venetië en Parijs. Dat de acteurs niet echt kunnen zingen, geeft aan de film een merkwaardig soort charme.
Naast gevierd filmmaker is Woody Allen al decennia lang een gelegenheidsmuzikant, die elke maandagavond in Michael's Pub in New York in een dixielandband op de klarinet speelt. Deze door blanke orkesten gespeelde oude stijl jazz uit New Orleans is beslist een van de minst interessante jazzvormen, maar omdat de stermuzikant van het vergrijsde amateurgezelschap Woody Allen heet, toerde de band vorig jaar toch maar langs 18 Europese steden. Een vrij belachelijk concept: een publiek dat niets van jazz kent, maar alleen gekomen is om Woody Allen in levenden lijve te zien, zit braafjes in een grote zaal naar een podiumopvoering van muziek te luisteren die hooguit in een rokerige nightclub thuishoort.
Hoe dan ook, de gelauwerde Amerikaanse documentariste Barbara Kopple (van het oscar winnende "Harlan County USA") volgde Woody Allen tijdens dergelijke tournee in 1995. Het interessante van haar document "Wild Man Blues" schuilt zeker niet in Allens muzikale prestaties, wel in wat er achter de coulissen gebeurt: hoe Woody Allen met roem omgaat (pseudo‑nonchalant, in feite doortrapt en arrogant) en vooral hoe hij zijn nieuwe levensgezellin (intussen echtgenote) Soon‑Yi Previn behandelt. Allen (op dat moment 62) probeert sympathiek over te komen, maar geeft zich in dit intieme portret onvrijwillig bloot als een nijdig, hoogst onaangenaam en vooral ondraaglijk narcistisch persoon. "Moet je eens kijken," zegt hij als hij Soon‑Yi (27) in een luxehotel in haar element ziet. "En zeggen dat dit kind in Korea uit de vuilbakken moest eten."
Waarom heb ik het onprettige gevoel dat de gewiekste Allen middels deze documentaire voorbereidingen aan het treffen is om zijn jongste aanwinst als actrice te lanceren? Soon‑Yi komt overvloedig in beeld, om bazig te doen, banaliteiten te spuien of haar beate bewondering voor haar artistieke meester te ventileren. Voor mijn part mogen ze best gelukkig zijn samen (dat Allen daarmee van zijn ex zijn schoonmoeder maakte, is hùn probleem). Alleen is Soon‑Yi duidelijk niet voor de film geschapen: haar gezicht fotografeert bepaald niet flatteus en haar stemmetje is hoogst onaangenaam om naar te luisteren.
Daarna maakte Woody Allen nog “Crimes and misdemeanors”, de laatste film vooraleer hij zelfs bij de critici in ongenade viel. Toch liet hij het niet aan zijn hart komen: hij stak de plas over en scoorde in Engeland in 2005 met “Match Point” alweer een prachtige film.
Ronny De Schepper
dinsdag 22 januari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten