De oorspronkelijke fetisj-actrice van de Spaanse regisseur Pedro Almodovar was Victoria Abril. Zij debuteerde reeds als dertienjarige in "Robin and Marian" van Richard Lester. Al meteen speelt ze haar sensualiteit uit: als bedelares vraagt ze de koning om met haar naar bed te gaan.
Ze wordt echter pas echt ontdekt door de Catalaanse regisseur Juan Antonio Salgot voor diens film "Mater amatissima". Nadien speelt ze in 1982 de hoofdrol in een Portugese film van José Fonseca E. Costa, "Sem sombra de pecado". De film speelt zich af in het Lissabon van 1943, waar de jonge Henrique (Mario Viegas) geregeld van wacht is in de kazerne. Hij ontvangt dan geheimzinnige telefoontjes van een vrouw, die op de zeden van haar tijd ver vooruit is en die zich nu eens Lucilia, dan weer Maria da Luz noemt. Op een dag maakt hij een afspraak met haar. Het is het begin van een passionele verhouding, waarbij Lucilia de onschuldige Henrique in alle geheimen van de liefde inwijdt. Maar Henrique begrijpt al snel dat zij hem als schaakstuk in een wraakoefening gebruikt...
In 1991 speelt Abril de vrouwelijke hoofdrol in de Franse film "Une époque formidable" van Gérard Jugnot, die ook de hoofdrol voor zijn rekening neemt. Hij speelt hierin namelijk een kaderlid dat wordt ontslagen, maar dit niet durft bekennen aan zijn vrouw (Abril dus). Daarna is ze te zien in "Atame" van Pedro Almodovar. Een jaar later speelt ze opnieuw de hoofdrol in een film van Almodovar, "Tacones lejanos", letterlijk "Verre hakken" (omdat het als de titel van een western klinkt, zegt Almodovar), maar als je het dan toch al "verstandig" wil vertalen wordt het "Hoge hakken" en niet "hielen", zoals de officiële Vlaamse titel luidt!
Daarna volgde van diezelfde Almodovar "Kika". Hierin speelt ze een vrouwelijke Jambers die het in een reality show opneemt tegen de levenslustige en argeloze maquilleuse Kika (Palma De Rossy). Ter gelegenheid van deze film krijgt Abril een heel nieuwe biografie aangemeten. Nu wordt verteld dat ze ook in het ware leven is gedebuteerd als presentatrice van een spelprogramma op televisie (als men een job als aangeefster van een goochelaar in een circus niet meetelt), omdat haar moeder zich verzette tegen haar wens om ballerina te worden. Ze werd op die manier zelfs zo populair (aldus nog steeds de persinformatie) dat ze heeft moeten vechten om als "serieuze" actrice aanvaard te worden. De overgang zou er trouwens gekomen zijn toen ze van die populariteit wilde gebruik maken om het ook als zangeres te "maken". Helaas heeft ze totaal geen stem om te zingen. Iets wat ze in 2005 helemaal vergat om b.v. op het Gentse filmfestival zowaar bossa nova te komen zingen. Toen kende ze echter nog wél schaamte, want uit pure schaamte zou ze haar televisiecontract verbroken hebben om pas later terug te keren als actrice. Een mooi verhaal, dat echter wel volkomen haaks staat op dat debuut bij Richard Lester en al wat daarop volgt...
In 1994 was Victoria Abril alweer samen met Gérard Jugnot te zien in "Casque bleu", opnieuw een film van laatstgenoemde, die ondertussen haar levensgezel was geworden (van haar zoontje Martin is hij echter "slechts" de stiefvader, de echte vader is een cameraman, waarmee ze een drietal films draaide - zijzelf is overigens ook alleen door haar moeder, een verpleegster, opgevoed, omdat haar vader jong gestorven is). De Abril-fans werden warm gemaakt met de slagzin: "Toeristen op de rand van een zenuwinzinking"...
Almodovar zelf moest het dus zonder haar stellen voor "La flor di mi secreto", want Victoria Abril bleef in Frankrijk om er de voordelen van biseksualiteit te illustreren. Josiane Balasko neemt daarbij de gelegenheid te baat "Gazon maudit" zelf te regisseren om zich door Victoria Abril te laten bepotelen: hoe zoudt ge zelf zijn!
De lokroep van Hollywood beantwoordt Abril anderzijds natuurlijk wél. "Jimmy Hollywood" mocht er dan met een regisseur als Barry Levinson en hoofdacteurs als Joe Pesci en Christian Slater goed uitzien, toch werd het een flop.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten