Pierre Culliford, alias Peyo, de schepper van Les Schtroumpf (de smurfen), werd op 25 juni 1928 in Schaarbeek geboren uit een Engelse vader en een Waalse moeder. De naam Peyo is ontleend aan de manier waarop een Engels neefje "Pierre" probeerde uit te spreken.
Op 16-jarige leeftijd gaat hij werken als filmprojectionist, maar als hij André Franquin, Morris en Eddy Paape tegen het lijf loopt, gaat hij in hun studio "la Compagnie Belge d'Animation" werken, die echter vlug failliet gaat.
In 1947 slaagt hij erin zijn eerste strips, gesitueerd in de middeleeuwen, over ene Johan (ook in het Franse origineel heet hij zo) te plaatsen in "La Dernière Heure". In 1952 verhuist hij naar Spirou en krijgt Johan er zijn schildknaap Pirlouit bij. Het eerste album, "Le Châtiment de Basenhau", wordt gepubliceerd in 1954.
In het negende album, "La Flûte à six trous" uit 1960 (in Spirou echter voor het eerst verschenen op 23 oktober 1958), komen een aantal blauwe dwergjes voor, de "schtroumpfs" dus, die tot een eigen reeks zouden uitgroeien en het succes van Johan en Pierewiet (zoals hij in het Nederlands heet) oneindig ver overtreffen. Het album zal dan ook worden heruitgegeven als "La Flûte à six Schtroumpfs" als eerste van de Smurfenreeks.
De naam zou teruggaan op een anekdote. Op een bepaald moment zitten Franquin en Peyo samen te eten en Peyo wil dat Franquin hem het zoutvat doorgeeft. Hij komt echter niet zo vlug op de juiste benaming en zegt dus: “Passe-moi le schtroumpf!” Er wordt eens goed mee gelachen en de rest van de dag spreken ze “schtroumpf”, met andere woorden voor bepaalde termen worden gewoon door het woord “schtroumpf” vervangen, zoals later ook de smurfen zouden doen.
Peyo gebruikte zijn succes om tal van andere reeksen te lanceren met beginnende tekenaars. Zo zijn François Walthéry ("Natacha"), Marc Wasterlain ("Le docteur Poche" en "Jeannette Pointu") of Derib (“Buddy Longway”) bij hem begonnen.
Peyo is gestorven op 24 december 1992 in Ukkel. Na zijn dood zet zijn zoon Thierry zijn werk verder, terwijl dochter Veronique zich bekommert om de merchandising. Van zijn stripverhalen zijn vier films gedraaid door de Belvision-studio's en 256 afleveringen van een half uur voor televisie door de Amerikaanse Hanna-Barbera-studio's vanaf de jaren tachtig. In die tijd opende er zelfs een themapark in Metz. Wat men er ook moge van denken, ook het Smurfenlied van Vader Abraham uit 1977 heeft enorm bijgedragen aan de populariteit van het “stripverschijnsel”. De smurfen werden in zowat alle talen ter wereld vertaald, telkens met een eigen benaming voor de personages uiteraard (Lan-Shin-Ling in het Chinees bijvoorbeeld).
Volgens de website "Smurf's Communist Learnings" van ene Dave Morgan kan die populariteit van de smurfen in China niet toevallig zijn: ondanks hun misleidende blauwe kleur dragen zij immers de communistische ideologie uit. Privé-eigendom kennen ze niet, alle voedsel wordt door de gemeenschap beheerd en verdeeld en elke smurf voert braafjes de taken uit die hem door de Grote Smurf toebedeeld worden. En welke kleur heeft de muts van onze Grote? Hé? Nu lacht ge niet meer, hé!