Het is waar dat de op 8 november 1935 geboren Alain Delon lang heeft moeten vechten om van zijn "beau garçon"-image af te geraken. Alhoewel. Vechten deed hij genoeg, maar hopelijk was hij toch nog voldoende luciede om in te zien dat precies "sa gueule" hem aan het baantje als slagersjongen heeft laten ontsnappen, dat op hem lag te wachten na een ongelukkige jeugd in diverse weeshuizen.
In 1957 vergezelt hij immers een paar bevriende acteurs naar het festival van Cannes - al zal hij toen wel niet (zoals later wel het geval was) met een helicopter gearriveerd zijn, ondanks zijn ervaringen als zeventienjarige parachutist in Indochina (het latere Vietnam). De trip legt hem geen windeieren: het moeten niet altijd vrouwelijke "starletjes" zijn die op het strand worden opgemerkt, een mooie jongen mag er ook al eens tussendoor glippen.
Alain Delon krijgt dus een rolletje aangeboden in "Quand la femme s'en mêle" van Yves Allegret en zijn carrière begint als een sneeuwbal te rollen. (Op de persconferentie n.a.v. "Nouvelle Vague" wist Godard overigens te vertellen dat ook hij die eerste keer reeds Delon tegen het lijf was gelopen.)
Al onmiddellijk krijgt Delon's privé-leven evenveel aandacht als zijn filmloopbaan. Het jonge Oostenrijkse filmsterretje Romy Schneider kiest hem immers als partner voor haar eerste Franse film ("Christine" van Pierre Gaspard-Huit) en zal gedurende vijf jaar ook zijn partner in het dagelijkse leven worden. In de kringen van de "copains" van Saint-Germain-des-Prés werd in Romy het onschuldige wicht dat haar in "Sissy" zo populair maakte, snel verdrongen...
Haar metamorfose legt haar anderzijds geen windeieren, want zelfs Hollywood wenkt. Maar terwijl zij ginds haar aanstaande trouwdatum bekend maakt, bereikt haar uit Frankrijk het bericht dat Alain Delon met ene Francine Canovas zal scheepgaan. Enfin, Francine laat zich toen al Nathalie noemen en later zal ze daar ook nog de naam Delon aan toevoegen.
Romy zelf huwt kort daarop met de Duitse regisseur Harry Meyen, maar wanneer Delon haar in 1968 vraagt om samen met hem in de film "La piscine" van Jacques Deray op te treden, aarzelt ze geen ogenblik. Het zal de aanloop zijn tot haar echtscheiding. Nog later zal Meyen zelfmoord plegen, iets wat Romy zichzelf altijd zal verwijten.
Ondertussen heeft Delon kennisgemaakt met Nico, de latere zangeres van Velvet Underground. Zij was in 1938 in Berlijn geboren als Christa Päffgen. De naam Nico is ontleend aan de Frans-Griekse regisseur Nico Papatakis, waarmee fotograaf Herbert Tobias bevriend was op het moment dat hij de veertienjarige Christa, die als verkoopster werkte, opmerkte.
Tobias neemt haar als model mee naar Parijs waar ze al vlug de covers van "Elle" en "Vogue" haalt. In 1960 heeft ze een klein rolletje in "La Dolce Vita" van Federico Fellini en kort daarna begint ze een verhouding met Delon, waaruit een zoon (Ari Boulogne) voortspruit, maar - ook al is de gelijkenis treffend - Delon heeft altijd ontkend dat hij de vader is. Hij brak zelfs met zijn moeder toen deze besloot het kind op te voeden. Zelfs tot en met haar dood zou hij weigeren ze nog te ontmoeten.
Delon kwam in 1969 zwaar in opspraak, nadat de moord op zijn bodyguard nog een paar andere minder frisse praktijken uit zijn privé-leven aan het licht deed komen. Een ogenblik vreest men voor zijn carrière, maar Delon komt dit integendeel snel te boven omdat zijn fans er juist zijn imago van "harde jongen" door bevestigd zien. Of Delon er ook zo over gedacht heeft toen zijn zoon Anthony eveneens door druggebruik de krantekoppen haalde is nog maar de vraag. Hoe dan ook, de zoon is nu één van de voorvechters van de drugbestrijding in Frankrijk en de vader heeft een meerderheidsparticipatie genomen in een casino in Namen. Ook hier geldt dus nog steeds de onverbiddelijke wet dat de grootste stropers nadien de beste boswachters zijn...
Maakte Alain Delon op het filmfestival van Cannes van 1990 heel wat indruk door met een helicopter vlak voor zijn hotel te landen (ik dacht dat je daar op z'n minst Jean-Marie Pfaff moest voor heten), dan deed de film waar het toch allemaal om te doen was, "Nouvelle Vague" van Jean-Luc Godard, heel wat minder stof opwaaien. Nog tijdens de vertoning zelf was er reeds boe-geroep te horen en Godard maakte dan ook dat hij wegkwam nog voor het licht in de zaal weer aanflitste.
Alain Delon zal daar wel het zijne van hebben gedacht, maar zo erg was het nu ook weer niet, want van zodra de aanwezigen doorhadden dat "de meester" het hazepad had gekozen, kalmeerde het oproer heel vlug. Wie kan er nu immers boos zijn op Alain, le copain?
Nochtans waren de verwachtingen vooraf tamelijk hoog gespannen. Voor één keer had Godard eens effectief een scenario en dialogen werkelijk op papier staan en dat mag voor hem reeds een krachttoer wezen (een ander verhaal wil trouwens dat Delon had toegezegd op basis van twee bladzijden tekst en toen de draaitijd in zicht kwam en hij nog altijd niets méér had ontvangen, vroeg hij Godard waar het scenario bleef: "Die twee bladzijden zijn het scenario," zou Godard hebben geantwoord).
Bovendien kreeg Delon een dubbelrol aangeboden en dat is een kluif waarin acteurs graag hun tanden zetten. Met name moest hij twee totaal aan elkaar tegengestelde tweelingbroers portretteren. De ene is een zwakkeling die, na door een bloedmooie jonge vrouw (gespeeld door Domiziana Giordano, wier enige wapenfeit tot dan toe een rol in "Nostalgia" van Andrei Tarkovsky was) te zijn omver gereden zich door haar laat onderhouden tot hij, onder haar ogen maar zonder enige reactie van harentwege, verdrinkt.
Duikt dan plotseling zijn tweelingbroer op, die uiterlijk als twee druppels water op hem gelijkt, maar voor de rest een totaal tegenovergesteld karakter heeft. Hij zal op zijn beurt de vrouw domineren, waarbij het Zwitserse meer waar de film werd gedraaid opnieuw een rol zal spelen... Een "nouvelle vague" (nieuwe golf) dus, al begrijpt iedereen wel dat de titel op de eerste plaats een woordspeling is op het nieuw soort film dat door Godard met "A bout de souffle" werd gelanceerd.
Zet zoiets op twee pagina's uiteen en men begrijpt meteen waarom Alain Delon de rol aanvaardde. Voor het overige zijn Godard en Delon immers nu niet bepaald de beste vrienden. "Het enige wat beiden gemeen hebben is een passie voor goede sigaren en een verblijf in Zwitserland," beweren de enen ("Nouvelle Vague" was overigens de officiële Zwitserse inzending voor het festival).
Volgens anderen zou Delon vooraf over zijn samenwerking met Godard hebben gezegd: "Met zo'n twee tegengestelde karakters wordt het stront (merde) of een meesterwerk." En aangezien het blijkbaar geen meesterwerk is geworden...
De fans van Godard zullen het wellicht natuurlijk anders zien. Zij zullen eerder aanvoeren dat een man als Delon in een productie van de Meester niets te zoeken had en dat zo'n huwelijk wel faliekant moest aflopen. Gemakshalve gaan ze dan wel voorbij aan het feit dat Alain Delon naast zijn talloze gangsterfilmpjes toch ook schitterde in werken van niet onaardig gereputeerde cineasten zoals Luchino Visconti ("Il gattopardo", "Rocco et ses frères"), Michelangelo Antonioni ("L'éclipse"), Joseph Losey ("The assassination of Trotsky", "Monsieur Klein", 1976), René Clément ("Plein soleil") of Jean-Pierre Melville ("Le samouraï"). En dan was er ook nog "Un amour de Swann" van Volker Schlöndorf.
Twee jaar later zette Alain Delon in Cannes opnieuw een opmerkelijke prestatie neer als ouder wordende Casanova (een zelfportret?), maar ook hier was de film van Edouard Nierman echter in zijn geheel minder geslaagd. In 1994 speelde hij in de Frans-Italiaanse film "L'ours en peluche", een verhaal van Georges Simenon dat zich in Brussel afspeelt (o.a. het conservatorium). Het merkwaardigste eraan is dat het seksueel zeer expliciet is, zij het dat dit meer op de (forse) schouders van Francesca Dellera berust.
vrijdag 7 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten