Van groene rebel tot verongelijkt edelman
Een jaar na het bejubelde "Dances with wolves" kreeg Costner de raspberrie voor de slechtste acteur voor "Robin Hood". Maar dat was toch totaal oneerlijk, want Patrick Bergin verdiende die veel meer voor dezelfde rol in een andere gelijknamige film uit hetzelfde jaar. Oorspronkelijk was het mijn bedoeling de twee recente verfilmingen van de bekende Britse legende met elkaar te vergelijken. Dat is echter onzinnig. De film van John Irvin met Patrick Bergin in de hoofdrol is gewoon een "vluggertje" om Kevin Reynolds (de regisseur van de Costner-film) vóór te zijn.
PRINCE OF THIEVES
Deze Britse productie was oorspronkelijk bedoeld als televisieserie, maar toen de publiciteitsmolen voor Costner begon te draaien (vooral na de zeven oscars voor "Dances with wolves"), wilde 20th Century Fox vlug een graantje meepikken door Costner de wind uit de zeilen te nemen. En daarin zijn ze alvast geslaagd. Daarmee bedoel ik dat ik mensen ben tegengekomen die zo ontgoocheld waren over deze film dat ze ook niet naar Costner willen gaan kijken, "want dat zal wel van hetzelfde laken een pak zijn!" Verkeerd, driewerf verkeerd.
Dat de film van Irvin een compilatie is van een televisieserie is b.v. te merken aan het slepend trage tempo terwijl de Reynolds-versie swingt als een Indiana Jones-story. Niet voor niets is Reynolds nog een beschermeling van Steven Spielberg geweest! Toegegeven dat het wel merkwaardig is dat aan die vriendschap juist een einde kwam nadat Reynolds "Fandango" had gedraaid, waarover Spielberg als producer ontevreden was. De hoofdvertolker van deze road-movie was eveneens... Kevin Costner.
Door zijn gebrek aan feeling voor ritme is Irvin zelfs niet in staat een behoorlijke gevechtsscène te draaien. Ook de keuze van zijn hoofdrolspelers mag merkwaardig worden genoemd. Patrick Bergin mag dan nog geen onaardig acteur zijn, hij teert daarbij echter vooral op zijn sinister uiterlijk. Daarvoor kan "Sleeping with the enemy" als voorbeeld gelden, waarin hij de perfecte kwelgeest is van de "onschuldige" Julia Roberts. Robin Hood mag dan echter al een "prince of thieves" zijn, het is er dan toch een die steelt van de rijken en geeft aan de armen. Door de grimmigheid van Bergin lijkt het er echter soms wel op dat we in "Time Bandits" van het Monty Python-team zijn terechtgekomen, waarin John Cleese als een wat verwarde Robin in zijn oprechte naïviteit steelt van de armen om aan de rijken te geven!
En als we dan toch aan historische rechtzettingen toe zijn, dan dient er terloops op gewezen dat John McGraph, de scenarist van John Irvin, wel een poging tot "historisering" heeft ondernomen door in het Engeland van de twaalfde eeuw de tegenstelling tussen de lokale bevolking en de Normandische veroveraars goed te doen uitkomen. Om dit echter in accenten te "vertalen" werden de Nederlander Jeroen Krabbé en de Duitser Jürgen Prochnow als "Normandiërs" aangetrokken!
FINAL CUT
De "Robin Hood" van Costner werd dus gedraaid door Kevin Reynolds, een vriend van hem, waarmee hij tijdens het draaien echter in de clinch geraakte. Costner heeft immers ook het "final cut"-recht voor films die hij niet zelf regisseert.
Maar hoe dan ook, Kevin Costner kan blijkbaar goed overweg met pijl en boog. Reeds voor de tweede keer dit jaar schiet hij immers midden in de roos. Nadat hij in "Dances with wolves" de kant van de indianen koos, ontpopt hij zich als "Robin Hood" opnieuw tot de redder der verdrukten. Men kan zich dan ook afvragen of het niet hoog tijd wordt dat hij zich waagt aan Willem Tell... De laatste tijd doet hij er immers toch alles aan om als eerste in Hollywood door de paus heilig te worden verklaard. Tenzij dit al gebeurd is met mensen als Gary Cooper of James Stewart, waaraan hij duidelijk refereert. Juist die zeemzoeterigheid van het smoelwerk van Costner begint stilaan een bedreiging voor zijn succes te vormen.
Maar dan heeft Kevin Reynolds een briljante ingeving gehad: hij heeft de zwarte acteur Morgan Freeman (die kort daarvoor nog een oscar-nominatie had gekregen voor "Driving Miss Daisy") naast Costner geplaatst. Daarvoor heeft hij een inleiding aan het verhaal laten breien die, merkwaardig genoeg, de legende ten goede komt: in de kerkers van het (eigenlijk allesbehalve) Heilig Land wacht Robin met zijn kameraden kruisvaarders op een onafwendbare dood als hij plotseling toch een onverhoopte kans op ontsnappen krijgt. Dat gebeurt dankzij de hulp van een Moor, die ter dood veroordeeld werd omwille van een liefdesgeschiedenis die de sultan niet welgevallig was. Die Moor (Freeman dus) staat nu volgens zijn mohammedaans geloof bij Robin in het krijt en moet op zijn beurt diens leven redden vooraleer hij opnieuw vrijuit zijn gang kan gaan. (*)
En eens men dan toch bezig was, heeft men Robin ook nog een vrij gecompliceerde verhouding met zijn vader toegedicht. Lord Locksley (gespeeld door Brian Blessed) is een soort van vrijdenker die zich als dusdanig verzet tegen het feit dat zijn zoon op kruistocht vertrekt. Terwijl deze weg is, wordt hij dan ook als duivelsvereerder opgeknoopt. Niet vooraleer echter ook nog een buitenechtelijke verhouding te hebben gehad, waardoor alweer een merkwaardig personage in de film wordt geschoven, namelijk Will Scarlett als Robins halfbroer (gespeeld door Christian Slater, de jonge novice uit "De naam van de roos" en ondertussen zelf een vedette geworden door "Pump up the volume").
TEVEEL VAN HET GOEDE
Scenarist Pen Densham is ondertussen blijkbaar zo meegesleept door zijn "vondsten" dat hij van de Sheriff van Nottingham (Alan Rickman, de boeventronie uit "Die hard") zelf ook nog een duivelaanbidder maakt, zodat er een Shakespeariaanse heks à la Macbeth ten tonele gevoerd kan worden (Geraldine McEwan). Maar dit is misschien een beetje teveel van het goede.
Toch laat dit alles de scenarist toe om tal van wijsheden over racisme en godsdienstvrijheid op een ongekunstelde manier in te bouwen in een verhaal dat wat dat betreft juist eeuwenlang het tegenovergestelde heeft beweerd.
Zo staat de islamitische cultuur in de twaalfde eeuw veel verder dan de onze. Dit wordt o.m. grappig aangebracht door het gebruik van een soort van verrekijker, wat Robin Hood natuurlijk totaal onbekend is. Zijn reactie is (wellicht opzettelijk) precies dezelfde als die van de indianen in "Dances with wolves". Bovendien krijgen we ook een mooi parallellisme, want Robin Hood mag dan nog opkomen voor de verdrukten, bovenal komt hij op voor zijn grote liefde, Lady Marian. Voor hààr is het dat hij de grootste risico's loopt. Zodat zijn vraag aan Azeem (de Moor) i.v.m. zijn doodstraf ("was ze het waard?") ook voor hem gaat gelden.
In dezelfde lijn krijgt ook Lady Marian een paar feministische kwaliteiten toebedeeld. Mary Elisabeth Mastrantonio mag dan nog een naam zijn die op dat moment nog niet meteen tot de verbeelding spreekt (ze was te zien in "The color of money" en in "The abyss"), haar vurigheid contrasteert toch heel fel met de flauwe vertolking die de meer bekende Uma Thurman ("Henry and June" en later "Pulp fiction") in de Irvin-versie ten beste geeft. Een confrater merkt terecht op dat de lange passage waarin zij als jongen aan de zijde van Robin Hood heeft plaatsgenomen zonder dat deze haar herkent, gelijk staat aan de "ticketbetalers behandelen als driedubbel overgehaalde idioten".
RICHARD LEEUWENHART
Blijft over Richard Leeuwenhart. Het leuke is immers dat in de Reynolds-film deze rol (en dan wél in de zeemzoeterigste traditie) wordt vertolkt door... Sean Connery. Zijn naam verschijnt echter niet op de aftiteling en ook de promotieafdeling van de firma die de film in België verdeelt heeft gevraagd om dit niet bekend te maken. Het heeft echter reeds in alle kranten gestaan omdat Connery voor deze "cameo-appearance" (zoals zo'n korte "anonieme" scène in vaktermen heet) een recordbedrag van ettelijke miljoenen heeft binnengerijfd. Misschien kan Robin Hood eens bij hem passeren?
Maar waarom is die vertolking van Connery nu zo merkwaardig? Omdat Kevin Costner met zijn vertolking van Robin Hood precies in het spoor treedt van Douglas Fairbanks (1922), Errol Flynn (1938) en... Sean Connery. Jawel, ook deze supervedette heeft ooit de rol van Robin Hood vertolkt, maar dan wel in de intimistische film van Richard Lester, "Robin and Marian", waarin de Robin Hood-legende eigenlijk ontluisterd wordt. Connery speelt dan ook niet de jonge held, maar een grijzende, ongeletterde avonturier, die uiteindelijk niets aan de barbaarse onrechtvaardigheid van zijn wereld heeft kunnen veranderen. En Marian (gespeeld door een nog altijd betoverende Audrey Hepburn) is in het klooster gegaan uit verdriet omdat Robin Hood twintig jaar lang in het Heilig Land ging vechten.
In deze film van Richard Lester (je weet wel, de maker van de Beatle-films) wordt Richard Leeuwenhart ook als een tiran voorgesteld, wat historisch toch enigszins juister schijnt te zijn dan de halve heilige die men er meestal van maakt. Dat dan in contrast met zijn broer John die als een bloeddorstig monster wordt afgeschilderd, maar die tenslotte toch maar de Magna Charta heeft ondertekend, zowat het eerste min of meer democratische document uit de geschiedenis...
TIME BANDITS
Naast Costner, Bergin en Connery hebben uiteraard nog tal van andere acteurs de rol van Robin Hood vertolkt. Zelfs John Cleese was zoals gezegd een unlikely Robin in "Time Bandits". Of er was Frank Sinatra in de gangsterparodie "Robin and the Seven Hoods". Bij die "Seven Hoods" andere bekende namen als Dean Martin, Sammy Davis jr., Peter Falk en Bing Crosby.
Een parodie die “iets” verder ging, was “Flesh Gordon”, “an outrageous parody of yesteryear’s superheroes”, zoals de reclameslogan luidde. En die superheroes waren dan de originele Flash Gordon natuurlijk, maar ook King Kong en... Robin Hood, als de lichtelijk nichterige Prince Precious, “rightful heir to the throne of Porno”. Voor een goed begrip: Porno is de planeet waar deze parodie-voor-volwassenen zich afspeelt.
Tot nu toe werd het verhaal immers niet minder dan 35 keer verfilmd. De eerste maal zelfs reeds in 1908. In Engeland uiteraard, waarna er tot 1913 jaarlijks nog een nieuwe versie werd gedraaid, afwisselend in Engeland en in de Verenigde Staten. Zoals het in die tijd wel eens vaker gebeurde, werden de namen van de hoofdvertolkers niet op de generiek vermeld. Het duurde tot 1922 toen Robin eindelijk een "naam" kreeg in de gedaante van niemand minder dan de atletische Douglas Fairbanks.
En dan waren er daarnaast ook nog talrijke televisiereeksen. Zo speelde David Greene (1924-1985) van 1955 tot 1959 onze held in de gelijknamige televisiereeks. Grappig is dat ook de zoon van Sean Connery, Jason, in 1984 eveneens de rol van Robin vertolkte in zo'n tv-serie. (Al geven andere bronnen Michael Praed als hoofdrolspeler.) De komische reeks uit 1975 "When things were rotten" geregisseerd door Marty Feldman, Gene Wilder of Mel Brooks zelf was reeds een aankondiging van deze laatste zijn "Men in tights".
Ook Italiaanse filmers grepen vijf keer naar deze stof voor een film, waarbij Robin Hood vaak "Capitan Fuoco" (naar de eerste film uit 1960 met Lex Barker) werd genoemd. Ze sprongen echter wel nogal vrij om met het materiaal. Zo draaide Tonino Ricci in 1982 zelfs een... karatefilm (!) rond Robin Hood ("Robin Hood, frecce, fagioli e karate" met Alan Steele). Ik gok dat de populariteit van Robin Hood in Italië samenhangt met de populariteit van de toenmalige communistische partij (PCI). In Frankrijk is deze link zelfs expliciet in het stripmagazine "Vaillant" dat door de PCF werd uitgegeven en waarin een duidelijk politiek geïnspireerde Robin-strip verscheen van de hand van scenarist Jean Ollivier en de tekenaars Lucien Nortier en nadien Martin Sièvre (E.T.Coelho).
De belangrijkste Robin Hood is echter zonder enige twijfel Errol Flynn, die in 1938 de hoofdrol vertolkte in "The adventures of Robin Hood". Naast Flynn speelde nog een superster mee in deze film en dan hebben we het niet zozeer over tegenspeelster Olivia De Havilland, maar wel over het paard dat ze bereed. Dat was immers niemand minder dan Trigger, het paard van zingende cowboy Roy Rogers (het paard was inderdaad zijn eigendom).
UNDERDOG
Sommige "hineininterpreteerders" zien het succes van deze Robin Hood als een aankondiging van het verzet tegen de imperialistische plannen van de nazi's. Belangrijker is dat deze interpretatie wijst op het "mythische" karakter van Robin Hood, de sympathieke underdog die het opneemt tegen het establishment.
Mythisch, jawel, want de echte Robin Hood heeft nooit bestaan. In zijn studie "Robin Hood. A Complete Study of the English Outlaw" (Blackwell, 1995) komt de auteur met de toepasselijke naam Stephen Knight tot de conclusie dat er in 1296 in Sussex weliswaar wel een man rondliep met die naam, maar dan zonder de verhalen die eraan worden toegedicht. Zijn concurrent, James Holt, weet in 1226 wél een outlaw te situeren, maar die heet dan wel Hobbehod, wat enkel met veel goede wil als een verbastering van Robin Hood kan worden gezien. De "mythe" als zodanig circuleert echter inderdaad reeds in de dertiende eeuw.
Als er al een echt personage heeft bestaan dat in aanmerking komt om de verhalen aan op te hangen, dan is het wellicht de "yeoman" Robert Hood van Yorkshire, die zich aan de kant van de buiten de wet gestelde Thomas van Lancaster had geschaard in diens strijd tegen Edward II. Uiteindelijk zou deze Hood het nog tot kamerdienaar van de koning brengen en in zijn rechten hersteld worden.
In 1438 duikt Robin Hood opnieuw op, merkwaardig genoeg als naam voor een "geheimzinnig" schip dat de haven van Aberdeen aandeed. En in 1473 weet ene Sir John te melden dat zijn knecht "Robin Hood ging spelen". Blijkbaar was er toen reeds een soort karnavaleske traditie ontstaan, waarbij de heldendaden van Robin Vandenbossche (heet hij bij onze zuiderburen immers niet Robin des Bois?) processiegewijs werden uitgebeeld.
Natuurlijk vond Robin ook zijn weg naar de orale volkscultuur. Met name in 1377, in de tweede editie van het bekende "Piers the Plowman" van William Langland. Daarna was er "The Original Chronicle of Scotland" van Andrew of Wyntoun uit 1420. Rond 1500 verschijnt dan "Lytell Geste of Robin Hood", waarin alle circulerende verhalen worden samengebracht tot het "canon" van Robins trouw aan het "echte" gezag, zijn schuilplaats in de bossen van Sherwood, zijn vrienden Little John, Will Scathelock (of Scarlett) en Friar Tuck, zijn incognito deelname (en overwinning) aan een wedstrijd boogschieten georganiseerd door zijn vijand, de sheriff van Nottingham enz.
In 1559 verschijnt Robin Hood voor het eerst op de planken, met name in het stuk van Robert Greene "George A-Greene, The Pinner of Wakefield". Ook de grote Ben Jonson was van plan hem op te voeren in de pastorale "The Sad Shepherd", maar het stuk bleef onafgewerkt. Maar de belangrijkste stukken over Robin Hood zijn "The Downfall of Robert, Earl of Huntingdon" en "The Death of Robert, Earl of Huntingdon" van Anthony Munday. Hierin doet ook Lady Marian haar intrede, zodat ook het liefdesthema in al zijn gedaanten kan worden bezongen. Lady Marian is hier een "verdichting" van de historische Lady Matilda Fitzwalter, die inderdaad door Prins John werd lastig gevallen (nadat hij eerst haar vader uit de weg had geruimd) en die hem uiteindelijk ook zal vergiftigen. Merkwaardig is wel dat het verhaal zich afspeelt onder het regime van Richard I en niet van Edward II.
Volgens sommige bronnen is de introductie van een dame in het verhaal echter van Franse oorsprong. Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk, ook al vanwege haar naam... In dat geval zou het samengaan van Robin en Marian een merkwaardig gevolg zijn van het pastorale "Jeu de Robin et Marion" van Adam de la Hale, waarbij deze Robin gewoon een herder is, zoals het in een pastorale hoort, die niets te maken heeft met de Engelse Robin Hood. (Omgekeerd figureerde er ook een Marian in de fameuze "morris dances", die populair werden tijdens het bewind van Hendrik VIII, wat de vermenging nog in de hand werkte.)
Een van de eerste buitenlandse uitgaven van Robins avonturen (of "geesten" zoals dat destijds heette, denk aan het Franse "gestes") werd overigens in Antwerpen gepubliceerd.
Op het einde van de achttiende eeuw telde men reeds een dozijn stukken over Robin Hood en drie komische opera's.
In 1819 wordt Robin Hood dan onder de naam Robin van Locksley een nevenpersonage in de fameuze roman "Ivanhoe" van Walter Scott. Gezien het nationalistische klimaat voert Scott ook de tegenstelling tussen Saksen en Normandiërs in.
Zoals gezegd is Robin Hood in "Ivanhoe" slechts een nevenfiguur, zodat de échte cultroman over zijn heldendaden eigenlijk "Maid Marian" is van Thomas Love Peacock in 1822. Zestien jaar later publiceert Pierce Egan het verhaal in feuilletonvorm onder de titel "Robin Hood and Little John or the Merry Men of Sherwood Forest". In het Frans zou dit verhaal verschijnen als "Le Prince des Voleurs" en over "voleurs" gesproken: vertaler Alexandre Dumas zet er gewoon zijn eigen naam als auteur onder.
In de negentiende eeuw werd - geheel conform de romantische tijdsgeest - overigens de notie ingevoerd dat Robin eigenlijk toch wel van adellijke afkomst was en het verhaal eindigt dan ook met het herstel van zijn rechten. En zo komt de groene rebel uiteindelijk toch nog "goed terecht"...
Beestachtige Robin Hoods
Robin Hood is ook een graag gezien personage in animatiefilms. Typisch voor het genre is echter dat hij meestal als een dier ten tonele wordt gevoerd. Zo is hij een soort Reinaert de Vos in de bekendste animatiefilm, namelijk die van Wolfgang Reitherman uit de Disneystudio's in 1973.
John Hubley had in 1948 Robin reeds als een vos afgebeeld in "Robin Hoodlum", een aflevering uit de serie "The Fox and the Crow" (UPA). In dit geval was de kraai dan uiteraard de sheriff van Nottingham.
Omgekeerd worden twee eekhoorns die Robin Hood spelen te grazen genomen door een vos die zich als Lady Marian heeft vermomd in "Robin Hood makes good" (Warner, 1939). Een derde kan echter ontsnappen en houdt zo toch de traditie overeind.
Vele jaren eerder, met name in 1958, had Walt Disney al eens een (korte) tekenfilm gewijd aan Robin Hood, waarbij deze de edele trekken van Daffy Duck kreeg aangemeten!
Datzelfde jaar hadden Tom en Jerry reeds een kat-en-muis spelletje gespeeld met onze held in "Robin Hoodwinked" (MGM), maar ze waren daarmee niet de eersten, want Herman en Katnip waren hen in "Robin Rodenthood" (Paramount, 1955) reeds voorafgegaan.
Omgekeerd was Robin wel een kat in "Bop'in Hood" (Paramount, 1961).
De woordspeling "Robin Hood Winked" vinden we ook nog terug bij een Popeye-filmpje uit 1948 en een Noveltoon uit 1967.
Ook Woody Woodpecker mag natuurlijk niet ontbreken in het lijstje van belangrijke Robin-incarnaties ("Robin Hoody Woody" uit 1963), evenmin als Bugs Bunny, al treedt in "Rabbit Hood" (1949) Robin Hood als dusdanig niet op, tenzij in een kort fragment uit de film met Errol Flynn.
Alleen in de allervroegste "Terrytoons", met name "Robin Hood" uit 1933 en "Robin Hood in an arrow escape" (let op de woordspeling) uit 1936 wordt onze groene rebel als een mens uitgebeeld. Tussendoor was er in 1934 ook nog "Robin Hood jr." van de fameuze Ub Iwerks in zijn Willie Whopper-reeks (over een jongetje met een levendige verbeelding).
In de niet-bewegende animatie (de strip met andere woorden) komt Robin er een beetje beter van af, al start het wel met een komische aflevering uit juli 1933 van "Dickie Dare" van Milton Caniff.
Twee jaar later probeert Charles Flanders (later de tekenaar van The Lone Ranger) een serieuze aanpak, maar de reeks zal maar drie maanden lopen. Meer succes was er weggelegd voor "Robin Hood" (tekenaar Frank Bellamy en scenarist Clifford Makins, 1955), "Robin Hood and his merry men" (Charlton Comics, 1956) en "Robin Hood Tales" (National Periodical, 1958), die vrij getrouw het "echte" verhaal volgen, dit in tegenstelling tot de Canadese reeks "Robin Hood and Company" van scenarist Ted McCall en tekenaar Charels R.Snelgrove, waarbij Robin o.a. de Vikings moet bekampen!
In 1936 moet Robin dan weer spitsroeden lopen als niemand minder dan Mickey Mouse zijn bossen binnendringt. Voor de gelegenheid is Lady Marian vervangen door ene Maid Minerva, die er verdorie toch wel uitziet als Minnie Mouse zeker, zodat Mickey natuurlijk prompt verliefd wordt en zich de woede van Robin en zijn eerder Angry dan Merry Men op de hals haalt.
Als Robin Hood al menselijke trekjes heeft, dan valt het op hoezeer de tekenaars zich op Douglas Fairbanks inspireren. Alleen Alex Raymond voert overduidelijk Errol Flynn op in een aflevering van Flash Gordon, namelijk in de gedaante van ene koning Barin, die op een Robin Hood-achtige manier oppositie voert tegen de wrede keizer Ming op de planeet Mongo. (Er is natuurlijk ook nog "Robin des Bois" van Calvo, uitgegeven in Parijs in 1939, maar dit wil expliciet een stripversie van de Errol Flynn-film zijn.)
Het geniale duo Johnny Hart en Brant Parker voeren ook een luie en verwaande Robin ten tonele in hun "Wizard of Id" (vanaf 1964). Ook het Belgische duo Turk & De Groot hebben een Robin-parodie getekend in "Tintin" (Kuifje, 1968), namelijk "Robin Dubois". In zo'n geval kan concurrent "Spirou” (Robbedoes) natuurlijk niet achterblijven, zodat reeds in 1969 "Robin des Foies" verscheen van de bekende Claire Bretécher (tot 1971).
En natuurlijk refereren ook de naam en de kledij van de helper van Batman (vanaf 1939) aan onze held...
Ronny De Schepper
(op basis van Jean-Claude Glasser)
(*) Deze ingreep is ongetwijfeld ingegeven door de hetze van de "political correctness" die in die jaren (en nu nog steeds) de filmindustrie in zijn macht heeft. Toch dient opgemerkt dat er zélfs aan de Ronde Tafel van Koning Arthur reeds een zwarte ridder zat, Moriaen. De naam is uiteraard een toespeling op zijn Moorse afkomst.
dinsdag 25 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten