dinsdag 4 december 2007

De operazanger die sneller schiet dan zijn schaduw

Nu iedereen het heeft over “Munich”, de nieuwste speelfilm van Steven Spielberg, schoot het me opnieuw te binnen dat ik zo’n vijftien jaar geleden nog een gesprek heb gehad met een ooggetuige van dit drama. En dat was voor mezelf wel een verrassing, want mijn gesprekspartner was... een operazanger! De Roemeense basbariton Marcel Rosca was echter aanwezig op de Olympische Spelen van München 1972 als pistoolschutter en bood zich, net als een aantal collega-schutters, als vrijwilliger aan om de gijzelnemers neer te schieten. Zijn verhaal.
"Toen ik twintig was, heb ik nog een soort van Songfes­tival gewonnen in Roemenië. Ik zong toen vooral in een theaterorkest, waarmee ik zowel radio- als televisiewerk deed. Ik was dus eerder bekend als zanger dan als sport­man, want een echt populaire sport kan je pistoolschieten natuurlijk niet noemen, al is het maar omdat het moeilijk in beeld te brengen is op televisie. Maar ik was wél populair in die zin dat het communistische regime van Roemenië in die tijd, zoals alle communistische landen, vooral via de sport goodwill wilde creëren in het buitenland, maar ook in het binnenland."
"In films combi­neerde ik ook wel de twee. Zo heb ik in een aantal cowboyfilms opgetreden, waarin ik met scherp schoot. De koord van een gehangene doorschieten, een gat in een emmer water, iemand de hoed van het hoofd schieten, van die dingen."
SECURITATE
"Maar dan neemt mijn leven echter een tragische wending. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken had immers andere plannen met mij. Zo werd ik benoemd tot officier bij de gevreesde geheime politie, de Securitate. Tijdens mijn opleiding was dat eigenlijk wel interessant, want zo leerde ik de ware situatie in ons land kennen. Maar ik had helemaal geen zin om dienst te nemen in de Securitate en ik toonde dat ook openlijk. Toen dat niet hielp, heb ik de regelrechte imbeciel uitgehangen, ik kan het niet beter zeggen, tot ze me uiteindelijk lieten gaan. Ook omdat ik toch enige bekendheid had."
"Ik ben toen getransfereerd naar de gewone politie, waar ik een sportieve functie kon bekleden bij Dynamo, de politieclub. Toch bleef ik onder druk staan omdat men steeds van mij een spion wou maken, b.v. als ik in het buitenland zat voor mijn sport. En dat gebeurde meer dan eens. Zo werd ik Europees kampioen in 1965, nadat ik reeds tal van nationale titels had behaald. In 1967 heb ik een wereldrecord gevestigd en ik won ook de pre-Olympische Spelen in Mexico. Ik was dus de gedoodverfde favoriet. Maar toen gebeurde er een persoonlijk drama."
"Ik was in die tijd verloofd met een zeer mooie Roemeense filmactrice, we hadden zelfs reeds de trouwringen besteld. In Mexico zei een vriend echter tegen mij: als je echt van plan bent met haar te trouwen, dan moet ik je toch eens iets vertellen. Ik ga je nu niet verklappen wàt hij me juist te vertellen had, maar op twee dagen tijd ben ik wel zeven kilo vermagerd! Je kan je dus voorstellen dat ik niet bepaald in topvorm was. In de beginfase van de wedstrijd heb ik dan ook alle kansen op een gouden medaille verspeeld. Later heb ik me toch min of meer hervat, want voor de tweede plaats was er een barrage nodig met twee andere concurrenten en die heb ik dan toch verslagen."
MÜNCHEN
"In 1972 vonden dan de Olympische Spelen van München plaats, die dus uitdraaiden op een regelrechte tragedie. Voor mij waren ze trouwens reeds als een persoonlijke tragedie begonnen: ik werd slechts als reserve meegenomen omdat mijn gezondheid niet honderd procent was. Uiteindelijk ben ik niet aan bod gekomen, ook al presteerden de andere leden van de ploeg, op de zilveren medaille van Dan Iuga na, zeer zwak."
"Maar de echte tragedie is natuurlijk gebeurd met de Israëli­sche ploeg, waarin overigens vele uitgeweken Roemeense joden zaten. Daaronder ook de trainer van het pistoolschieten, Shor, die ooit nog voor Roemenië was uitgekomen. De avond voor de inval van de Palestijnse terroristen ontmoette ik hem in de club van het Olympisch dorp. Ik had een paar flessen Roemeense wijn meegebracht en hij gaf me een sleutelhanger van de Israëlische Olympische ploeg. Nadat we samen van de wijn hadden geproefd, stelde hij voor dat ik mee zou gaan naar de appartementen van de Israëli's die wat ruimer waren dan die van ons of van de andere ploegen. Wij logeerden in een gebouw met een tiental verdiepingen, terwijl dat van de Israëli's slechts twee verdiepingen telde. Kom mee, zei hij, want ik heb toch nog een kamer vrij. Dat zag ik wel zitten, maar net toen ik het gebouw wilde binnengaan, kwamen we een aantal andere Roemeense sporters tegen die naar de film gingen. Ik liet me overhalen, Shor niet. Niks erg, zei ik, we zien mekaar morge­n of overmorgen dan nog wel eens. Diezelfde nacht vielen echter de Palestijnen binnen en werd hij gedood. Aangezien ik bij mijn vlucht uit Roemenië alles heb moeten achterlaten, ben ik al mijn soevenirs kwijt, maar via-via heb ik toch gedaan kunnen krijgen dat ik nu opnieuw in het bezit ben van die sleutel­hanger, want die betekent heel wat voor mij."
"Net zoals bij de andere schutters heeft heel die actie nogal wat teweeg gebracht bij mij. We zaten op slechts een kleine afstand van het drama en we mochten niets doen. Een aantal eliteschutters hebben zich toen aangeboden om de terroristen neer te leggen, maar dat mocht niet van de politie."
"In die tijd zat Ceaucescu in Moscou, zodat de politieke afgevaardigde die de ploeg vergezelde, niet helemaal wist wat hem te doen stond in verband met de herdenkingsplechtigheid in het Olympisch stadion. De andere communistische landen gingen daar immers niet naartoe. In die tijd ging Roemenië echter soms tegen de consignes van Moscou in. Dat was wel meer show dan realiteit, maar kom. Op die manier verkregen we van Boekarest de toelating om toch te gaan. Terwijl we nog in de telefooncentrale stonden, kwam er echter een telefoontje van de Russen om ons tegen te houden. Wat jammer, antwoordde de delegatieleider terwijl we allemaal nog rond hem stonden: ze zijn net vertrok­ken..."
NADIA COMANECI
"De druk om diensten te verrichten voor de Securitate hield echter niet op. In 1976 werd ik geselecteerd voor de Olympische Spelen van Montreal, waar Nadia Comaneci, overigens een vriendin van mij, zo zou uitblinken. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken wist me echter te melden dat als ik nù niet op hun eisen inging, ik mijn sportcarrière wel mocht vergeten. Bovendien zei men mij dat ik ook moest ophouden met zingen en acteren. Men haalde daarvoor een wet aan, waarin stond dat iemand die voor het Ministerie werkte, geen andere bijverdiensten mocht hebben."
"Ondertussen hadden ze me zo gepest dat ik dan maar alles opgaf. In 1977 moest ik een soort van zelfkritiek maken, waarna ik aan het werk ging als de laagste bediende op het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Zelfs al had ik toen nog aan sport, toneel of zang willen doen, door het feit dat ik tien uur per dag moest werken, zou er toch niks meer van gekomen zijn. Dat heeft twee jaar geduurd, tot het hoofd van de spionage overliep naar de Verenigde Staten. Daardoor werden natuurlijk tal van spionnen ontmaskerd en moest Ceaucescu een beroep doen op wat je zijn reserve zou kunnen noemen. Zo kreeg ik opnieuw de graad van majoor en werd ik weer opgeroepen om een trainingskamp van de Securitate te gaan volgen, deze keer meer gericht op diensten in het buitenland."
TRANEN VOOR CEAUCESCU
"Ik wist duidelijk dat dit geen werk voor mij was, maar omdat men nu eenmaal met een tekort aan manschappen te kampen had, gooide men voor mij de rode loper uit. Ik mocht plotseling à volonté opnemen voor radio en televisie en met het radio-orkest van Boekarest heb ik een grote toernee gemaakt door zowat alle communistische landen. Daarbij heb ik voor de hoogste top gezongen, zowel voor Brezjnev als voor alle andere presidenten van die landen. En natuurlijk ook voor Ceaucescu zelf, waarbij ik, net zoals bij die andere gelegenheden, steeds werd afgetast vooraleer ik mocht optreden."
"Bovendien deed er zich bij Ceaucescu iets eigenaardigs voor. Ik kreeg namelijk altijd de tranen in de ogen. En dat was zeker niet van ontroering, geloof me vrij! Toen ik daarover sprak met collega's, bleek dat ook zij daarvan last hadden. Daarom nemen we aan dat we met een soort van spray werden bewerkt, zodat we hem niet goed konden zien zitten."
"In 1980 werd ik dan eindelijk vast aangeworven bij de Staatsopera van Boekarest. Dat betekende het definitieve einde van mijn sportieve carrière, want het was me onmogelijk om die twee nog verder te combineren. Ik moest immers veel studeren, want ik had heel wat verloren tijd in te halen."
"Toen ik in 1981 uitgenodigd werd voor optredens in Frankrijk en Duitsland, kreeg ik opnieuw de Securitate over de vloer om me aan mijn opdracht te herinneren. Ik leverde toen de meest stupiede rapporten af, die je je maar kunt indenken, maar bij het Ministerie zijn ze ook niet dom en ze hadden al vlug mijn spelletje door. Van dan af herbegonnen de pesterijen. Ik kreeg geen uitreisvisum meer."
"In juni 1985 dacht men blijkbaar dat ik murw genoeg geworden was, zodat ik opnieuw werd opgeroepen voor een kamp van de Securitate in het kader van de strijd tegen het terrorisme, zoals het officieel werd geformuleerd. In werkelijkheid betekende dit dat men juist tot terrorist werd opgeleid. Merkwaardig was ook dat men daar naar het schijnt drugs kreeg aangeboden. Aangezien ik uiteindelijk niet naar dat kamp ben gegaan, kan ik dat niet bevestigen, maar dat is wel wat me werd gezegd."
"Ik ben aan die oproep ontsnapt door me tot een hooggeplaatste generaal te wenden, die bekend stond voor zijn anti-Ceaucescu-houding. Een minister uit diezelfde entourage heeft me toen bovendien een paspoort voor Duits­land gegeven. Daar heb ik me onmiddellijk in verbinding gesteld met de Duitse politie, maar ik werd helemaal niet goed ontvangen! Klaarblijkelijk had iemand op het Duitse Ministerie van Binnenlandse Zaken een rapport tegen mij opgesteld. Hoe dan ook, gedurende vier jaar werd het me verboden me buiten de stad te begeven, zodanig zelfs dat ik een contract voor een optreden in de kathedraal van Metz eigenlijk clandestien ben nagekomen."
"Maar ik was gelukkig nog in leven te zijn. Na een paar jaar heb ik zelfs mijn moeder kunnen laten overkomen, al had die wel de expliciete boodschap meegekregen dat ik moest ophouden met interviews te geven voor Radio Free Europe en artikels tegen Ceaucescu te schrijven, als ik tenminste in leven wilde blijven..."
"Ondertussen hebben in Roemenië de gebeurtenissen plaatsgevonden die iedereen wel kent en die ik toejuich, maar ik ben tot nu toe (1992, RDS) toch nog niet teruggekeerd, want je weet maar nooit. Daarbij, ik heb het nu veel te druk met allerlei contracten in het buitenland. Mijn stem is immers teruggekomen, godzijdank, want door de psychische druk ben ik die op een bepaald moment kwijt geweest."
"En ik ben ook opnieuw beginnen schieten. In de politieploeg van Essen. Het gaat zelfs nog erg goed. Ik ben meteen tot trainer van de ploeg aangesteld en ik denk zelfs dat ik mits enige oefening opnieuw op wereldniveau zou kunnen presteren. Tenslotte zijn er zelfs schutters van zestig jaar oud! Maar ik heb echt geen tijd meer om mij erop toe te leggen."
"Schieten is immers een zéér intensieve sport. Een tijdje geleden is mijn trainer, Stefan Petrescu, de Olympische Kampioen van Melbourne 1956, gestorven op zestigjarige leef­tijd. Het is het zoveelste slachtoffer van deze harde sport. Vele van mijn collega's zijn jong ge­storven op een tragische wijze. Hartin­farct is bijna een normale doodsoorzaak. Stefan Petrescu rookte bovendien enkele pakjes per dag, zelfs na een aantal infarcten. Zelfmoord komt ook heel vaak voor. Dat heeft te maken met de enorme concentratie die de sport vergt. Men zou eigenlijk niets anders om het hoofd mogen hebben. En aangezien ieder mens in zijn leven wel eens problemen heeft..."
Dit gesprek vond plaats tijdens de opnamen van "La Bohème" in de BRTN-studio's in 1992. Op 4 maart 1994 vond ik Rosca nog eens terug in de productie "Flamma-Flamma" van Nicholas Lens, Herman Portocarero en Myriam Thijs en van 10 tot en met 14 juli 1997 zong hij in de “Don Giovanni”-productie op de Grote Markt van Meche­len. Dat is het laatste wat ik over hem heb vernomen. Maar ik neem aan dat hij nog altijd actief is als zanger, al zal hij zijn comeback als schutter ondertussen wel hebben laten varen... Voor wie echter nog meer wil vernemen over deze merkwaardige man, voeg ik hier ook nog het verhaal over zijn jeugd aan toe.

"Ik werd geboren in Boekarest uit geen alledaags gezin: mijn moeder was sopraan, mijn vader bas. Maar ik geef toe, het omgekeerde zou nog merkwaardiger geweest zijn. Dat mijn vader een bas was, was eigenlijk niet zo verwonderlijk, want hij was afkomstig uit Bas-Arabië, dat nog voor de revolutie reeds bezet was door Rusland. Aangezien hij reeds in de vijftig was, toen hij mij heeft 'verwekt', is het zelfs zo dat hij als socialist nog tegen de Bolsjevisten heeft gevochten. Na de nederlaag heeft hij Rusland verlaten door te doen alsof hij een been was verloren. Daarvoor paste hij de bekende truuk toe van zijn onderbeen aan zijn bovenbeen vast te binden en dat dan onder een grote mantel te verbergen."
BOKSEN
"In Roemenië maakte ikzelf op driejarige leeftijd mijn debuut op de scène in de operette 'Pericola'. Een jaar later speelde ik reeds piano. Toen ik een jaar of tien was, maakte ik deel uit van een jeugdorkestje met nog twee oudere jongens van een jaar of vijftien. Daarmee trokken we naar Hongarije, waar we een pistool vonden, want dat was in 1957, vlak na de opstand. Dat pistool hebben we dan meegebracht en we oefenden stiekem in de garage van mijn ouders."
"Omdat we echter geen patronen hadden, ben ik lid geworden van een club van de Pioniers, de jeugdafdeling van de Communistische Partij. Elk lid ontving immers vijf cartouches. Daarvan schoot ik er één middenin de roos en de vier andere verborg ik in mijn zak, om ze mee te nemen voor mijn vrienden. De trainer vroeg zich af hoe dat nu mogelijk was: één kogel schiet je recht in de roos en de andere schiet je er zo ver naast dat we ze zelfs niet kunnen terugvinden!"
"Op een dag werden we dan toch betrapt door de politie en moesten we een kleine geldboete betalen. Maar ik ben wel lid gebleven van die club. Nadien ben ik overgegaan naar een militaire ploeg, want dat was de enige manier om in Roemenië deze sport te kunnen beoefenen. Tegelijkertijd deed ik mijn ingangsexamen voor het conservatorium. Ik had goede punten voor zingen, maar merkwaardig genoeg kreeg ik onvoldoende voor mijn kennis van het Roemeens. Dan ben ik maar in het leger gegaan."
"Na mijn legerdienst heb ik me ingeschreven voor een theater- en filmopleiding. Terwijl ik studeerde, beoefende ik ook nog andere sporten. Roeien b.v., meer bepaald de vier zonder stuurman. Hierin heb ik ook nog een nationale titel bij de juniors behaald. En boksen heb ik ook nog gedaan, zoals je nog aan mijn gezicht kunt zien. Na twee jaar moest ik daarmee dan ook stoppen op last van mijn toneelleraar. Hoe wil je nu ooit een filmvedette worden als je je gezicht tot moes laat slaan? zei hij. Maar let op, hé, ik won ook wel eens wedstrijden!"

Ronny De Schepper

Geen opmerkingen: