Ik pleeg vriend en vijand steeds te verbazen met de mededeling dat ik één van de eersten was om Helmut Lotti te interviewen. Dat moet ergens midden de jaren tachtig geweest zijn en hij heette toen nog gewoon Helmut Lotigiers. Onder die naam was hij immers op 22 oktober 1969 geboren in Gentbrugge als oudste zoon van Rita Lagrou, die in de winter met soep rondkwam en in de zomer met ijsroom.
Het wàs ook zomer tijdens dat zogenaamde interview en we zaten allebei op een koersfiets. Alhoewel “zitten” voor Helmut niet het juiste werkwoord was. De fiets was veel te groot en bij elke trap schoof zijn achterwerk dus van de ene naar de andere kant. Hij was dus aan het “boteren”, zoals men dat in vaktermen zegt (en dat is heel iets anders dan de uitdrukking “in de boter trappen” die op dit moment nogal in is in wielerkringen).
Dat was ook de reden waarom ik de kleine Helmut (die ik overigens van haar of pluim kende) had aangesproken. Of hij zijn zadel beter niet wat zou laten zakken. “Hij staat nu al op de kader,” sprak Helmut. En wat er verder nog werd gezegd, kan ik me niet meer herinneren. Wellicht zou ik zelfs het hele verhaal vergeten zijn, ware het niet dat enige tijd later een ploegmaat van mij tijdens een andere wielertoeristentocht mij aansprak met de woorden: “Herinnert gij u die kleine van Gentse Velosport nog?” (wijzelf reden immers bij Sport na Arbeid). “Die welke op zijn fiets zo zat te boteren?” vroeg ik. “Ja, die,” zei mijn maat. “Wel die is vanavond (1989) te zien in de Nederlandse KRO‑Soundmixshow.”
Uiteraard wilde ik dat wel eens zien en zo kon ik het meemaken hoe Hennie Huisman de draak met hem stak. Maar het publiek wees hem terecht. Helmuts versie van de Elvis‑song “My Boy” bezorgt hem een opgemerkte tweede plaats in de grote finale.
Prompt begint Helmut een zangcarrière onder de naam Kevin Leach. Zijn eerste drie singles “Kom Nu”, “Bij Jou Alleen” en “Waarom Ik” nestelen zich hoog in de Vlaamse hitlijsten. Hij gaat ook met een Gouden Oog aan de haal in de categorie 'Populairste zanger in Vlaanderen'.
In 1990 krijgt hij voor het eerst goud met de LP “Vlaamse Nachten”, in 1992 gevolgd door “Alles Wat Ik Voel” en in 1993 met “Memories”, een collectie Engelse versies van Vlaamse klassiekers. Het schitterende “What kind of friend” (een Elvis-versie van Will Tura's “Het kan niet zijn”) wordt ook opgenomen in de soundtrack voor de film “Boys” van Jan Verheyen.
In 1994 volgt “Just for you”, waarop Lotti voor het eerst ook eigen teksten en muziek laat horen, maar het is in september van het volgende jaar dat hij een nieuw hoofdstuk in de vaderlandse muziekgeschiedenis schrijft. Op aanraden van manager Piet Roelen brengt Helmut Lotti immers achttien populair‑klassieke liedjes in de Antwerpse Koningin Elisabethzaal. De cd met diezelfde nummers verpulvert alle verkooprecords. “Helmut Lotti goes Classic” wordt de meest en snelst verkochte plaat in België. Met 12 keer platina verbaast de schalkse zanger iedereen. Wijlen Pieter Andriessen, toen nog nethoofd van de klassieke zender “Radio 3”, vaardigt een oekaze uit dat in geen geval een nummer van Helmut Lotti op de zender mag worden gedraaid. In de reeks “Novecento” (een terugblik op een eeuw muziekgeschiedenis, ter gelegenheid van het millenium) doorbreekt Yves Knockaert deze ban met “Tiritomba”. Meteen wordt Radio 3 opgedoekt en vervangen door Klara.
Allé, ik overdrijf een beetje, maar 't was toch allemaal spectaculair wat de kleine wielertoerist uit Gentbrugge hier allemaal klaarspeelde. Hij was ondertussen ook al getrouwd met een buurmeisje en hun dochter noemde hij Messalina. Je moet er maar opkomen! Even snel was hij weer gescheiden en nu trouwde hij met een Waals meisje van Amerikaanse afkomst. Eén van haar voorouders was Edgar Allan Poe. Vanaf nu begon Helmut zich als een verwoede Belgicist te gedragen en mijn belangstelling voor hem begon dan ook weg te ebben.'t Zal hem een zorg wezen, want ondertussen was hij zowat de hele wereld aan 't veroveren.
Jan Wauters was ook één van de vele goedmenende intellectuelen die zich uiterst druk maakten over het feit dat Helmut Lotti van zijn CD "Lotti Goes Classic" op korte tijd meer dan een half miljoen exemplaren verkocht. We zouden hier kunnen spreken van de Helmut Lotti-discussie. Over het enorme succes van de Lotti goes Classic-CD's bestaan immers twee regelrecht tegenover elkaar staande meningen. In het eerste geval beschouwt men dit verschijnsel als een positieve vorm van cultuurspreiding. Zelfs al geeft men zelf de voorkeur aan 'the real thing', dan is het voor de grote massa toch een mogelijkheid om in contact te komen met klassiekers uit het 'ijzeren repertoire'. Heel misschien zet het hen zelfs aan om zich eens wat verder te 'avonturen'. Optimisten zien hen via Pavarotti (die leefde toen nog) uiteindelijk zelfs in de Muntschouwburg terecht komen. Minimalisten vinden op z'n minst het smaken van een goede melodie te verkiezen boven het lawaai en de agressie van rap en house. Als Lotti zegt dat hij brieven krijgt van meisjes van vijftien die enkel maar naar house luisterden tot zij zijn CD hoorden en nu ook naar klassieke muziek luisteren (al zal 't dan wel niet de pas overleden Karl-Heinz Stockhausen zijn), is dat dan geen goed teken?
Anderen houden er precies de tegenovergestelde mening op na. Het zich tevreden stellen met een ersatz-product zou bijdragen tot de algehele verloedering omdat het VTM-publiek genoegen zou nemen met één hitje uit een opera (en dan nog in een lichte popbewerking) liever dan naar "the real thing" te gaan kijken. Het gevolg is dat deze mensen 'echte' opera juist als iets elitairs zullen gaan/blijven zien en op die manier ook de subsidiëring daarvan in vraag stellen: waarom kan iedereen niet met Helmut Lotti tevreden zijn? En indien men dan al iets anders/beters wil, dan moet men er maar zelf voor opdraaien en niet de maatschappij! Tegenstanders verdedigen dan ook house als een culturele uiting van onze laat 20ste eeuwse maatschappij en vinden de agressie in rap en hiphop maatschappij-kritisch.
Men zou natuurlijk kunnen stellen dat eerder al die elitaire hedendaagse componisten daartoe bijdragen, want niet alleen gaan die met flink wat subsidies (belastinggeld) lopen, door het feit dat zij zich bewust weigeren te bekommeren om het publiek (laat staan het grote publiek) scheppen zij een vijandige sfeer die uiteindelijk op de opera en het concertgebeuren in het algemeen zal terechtkomen.
Mutatis mutandis kan men zeggen dat deze discussie ook aan de orde was n.a.v. de creatie van "Les Liaisons Dangereuses" in de Vlaamse Opera (al ben ik het wel eens met de inhoudelijke verkrachting van het origineel en vanuit die visie ook met de optiek van Stephan Moens dat die katholieke vingerwijzing van Piet Swerts ook te horen is in de muziek, maar anderzijds blijf ik het wel een beluisterbare opera vinden).
Want wat heet elitair?
Tegen "sociaal" elitarisme wil ik me zeker verzetten.
Om het met een boutade te zeggen: geef de werkman zijn opera!
"Artistiek" elitarisme is echter minder eenvoudig.
Om bij hetzelfde voorbeeld te blijven: als in die opera Puccini en Verdi plotseling te min zijn geworden en het allemaal hedendaagse creaties moeten zijn dan word ik niet goed.
Hoe dan ook, tijdens de Elizabethwedstrijd voor zang in mei 2004 mocht Helmut Lotti zowaar de gast zijn van Fred Brouwers, aan wie ik daarover het volgende bericht mailde: "Wel, Fred, ben je nu al een beetje bijgedraaid wat Helmut Lotti betreft? Hij mag dan niet alle technische termen kennen (een klaroen!), hij vertelde toch geen onzin. Ik hoop alvast dat hij niet omwille van een soort goedkoop Eddy Wally‑effect was binnengehaald. Ach ja, ik weet het wel, ik zal de jongen altijd blijven verdedigen omdat ik nog met hem heb gefietst toen hij een aandoenlijk joch was in een concurrerende wielerploeg (hij was bij Gentse Velosport, ik bij Sport na Arbeid), maar je zal toch moeten toegeven dat hij niet zo dom is als zijn manager ons wil doen geloven!"
En het antwoord kwam terstond: "Dag Ronny, ik moest eigenlijk niet zo bijdraaien wat Helmut betreft. Ik heb hem altijd een verstandige, bescheiden en vaak grappige jongen gevonden met een enorm veelzijdige stem. Zijn 'classic' repertoire is niet het mijne, maar ik ben wel ‑ op zijn vraag ‑ naar de opname van zijn eerste CD geweest. Wat hij op het concours zei was absoluut niet dwaas, soms intelligenter dan wat uit het zogenaamde expertenpanel kwam, dat vaak meer interesse had in mekaar elegant afmaken dan in een goede analyse. Dat we geen Wally‑effect beoogden, zullen ook de gasten van de volgende dagen duidelijk gemaakt hebben."
In de daaropvolgende zomer daalde mijn sympathie voor Lotti wel, toen hij de CD "From Russia with love" uitbracht. Het begon nog goed toen hij vooraf verklaarde op de idee te zijn gekomen door het Russische volkslied dat hij zo graag hoorde, maar eens de CD diende te worden gepromoot werden de documentaires en interviews doorspekt met anticommunistische uitlatingen, zoals deze in Humo van 8/10/2004: "Ik denk dat het de naweeën van het communisme zijn. In die tijd was het altijd veiliger om nee te zeggen dan je nek uit te steken. Wat maakte het uit, je bleef toch altijd even arm of rijk. Daarom vond ik het ook zo'n fout systeem: het stimuleert niet om iets te bereiken in het leven."
En voor wie vindt "ach, het is toch maar Lotti, waar maken we ons druk over" heb ik hier nog een citaat uit de Gazet van Antwerpen van 20/10/2004, waarin Helmut zich in alle bescheidenheid vergelijkt met niemand minder dan Jezus Christus. Gevraagd naar de resultaten van het feit dat hij sinds 1996 Goodwill Ambassadeur voor Unicef is, luidt het antwoord: Lotti zal nooit weten of hij iets goeds bereikt heeft op lange termijn. "Maar ja, dat wist Jezus ook niet." Aldus Lotti himself volgens de krant.
In al zijn bescheidenheid vergelijkt Lotti zich hiermee meteen ook met een muziekgroepje uit de jaren zestig, namelijk The Beatles. Toen John Lennon in die tijd immers verklaarde dat The Beatles populairder waren dan Jezus Christus werd dit in de Verenigde Staten gevolgd door openbare verbrandingen van het werk van The Fab Four. Moeten wij nu ook de CD's van Lotti op de brandstapel gooien?
Op 25/3/2006 was Lotti te gast in een Duitse show (“Frühlingsfest der Volksmusik”), wat op zichzelf uiteraard niets speciaals is, aangezien hij erg populair is bij onze Noorderburen. Een andere gaste was echter Nina Hagen, die na een Zarah Leander-nummer zich ook aan een jodelmelodie waagde. Toen op het einde alle gasten op het podium kwamen groeten, deed Hagen dit aan de arm van “onze” Helmut. Hij leek er niet helemaal gerust in, maar dat bleek niet nodig te zijn, ook al was het een rechtstreekse live-uitzending.
Ondertussen zat ook zijn huwelijk met Carol Jane Poe er alweer op en had hij in de periode van zijn “crooners”-CD een verhouding met één van zijn backing zangeressen (echter niet Isabelle A., die nu ook in zijn backing-koortje zat). Goed bekeken van Helmut, want op die manier stelde niemand zich vragen over het feit waar André Walgrave, de dirigent van het Golden Symphony Orchestra naartoe was. Wie is nu trouwens dirigent? Lotti zelf? De vakpers is hierin duidelijk niet geïnteresseerd.
Wel in het feit dat het backing-vocalistje al snel alweer terzijde werd geschoven, deze keer zowaar voor een journaliste die hem was komen interviewen! Ik weer jaloers natuurlijk. Niet dat ik wou dat Lotti op mij verliefd zou worden (godbeware!), maar heel mijn leven heb ik geprobeerd de mooie actrices of zangeressen die ik moest interviewen “binnen te doen”. Mij nooit gelukt. Zelfs niet met Nora Tilley! En die Lotti dan zo maar, met een vingerknip...
Maar we waren nog niet aan het eind van onze verrassingen. Enkele jaren geleden was Helmut al eens afgegaan in “De slimste mens” en dat kon hij natuurlijk niet zo maar laten. Hij bleef en bleef maar aandringen bij de makers van het programma om hem nog een tweede kans te geven, tot ze uiteindelijk hun eigen spelregels doorbraken en hem zijn zin gaven (en meteen ook de deur open zetten voor alle gebuisden die het nog eens opnieuw willen proberen). En wat bleek? Deze keer bracht Lotti het er heel goed van af. Het scheelde geen haar of hij was zelfs de eindwinnaar. Gelukkig was er een journaliste (hihi) uit Gentbrugge (hihi) die hem de (nog altijd niet goed zichtbare) baard afdeed.
Of is dat nu toch Helmut die in zijn vuistje zit te lachen en binnenkort “zijn” journaliste voor deze allerslimste zal inruilen...?
Ronny De Schepper
donderdag 13 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten