Halfweg de jaren zeventig wordt wordt "disco" een begrip, ook al wordt de uitvinding van de benaming "discotheek" (niet in de betekenis van “een bibliotheek met platen i.p.v. boeken”) reeds toegeschreven aan een film van Roger Vadim in de late jaren vijftig.
Gangmaker van de eigenlijke rage was de film "Saturday night fever", waarin de muziek van The Bee Gees wel viel te pruimen. In één adem wordt (wegens hoofdvertolker John Travolta) ook meestal "Grease" genoemd, maar buiten de titelsong had de muziek niets met disco te maken. Het waren eerder pastiches van jaren vijftig-nummers en dat is bij mij steeds welgekomen als ze goed gemaakt zijn. En het merendeel was dat.
Maar "Grease" was een uitzondering. Het was een buitenbeentje in het peloton discofilms dat, al dan niet vermomd als Marsmannetjes, de wereld heeft veroverd. En al zijn er wel een paar richtingen binnen disco zelf te onderscheiden, toch komt diezelfde dreun steeds weer.
Raymond van het Groenewoud: “Ikzelf heb geen problemen met wat men dan disco noemt, want ook over dat woord bestaat er wel eens spraakverwarring. Als je dat hoort pompen in een discotheek, dan versta je wel dat de mensen daar even hun hersenen bij kwijtraken. Dat is trouwens ook de bedoeling. Net zoals bij de primitieve volkeren. De hersenen kunnen wel wat aan, maar niet alles. Voorbij het medium taal gebeurt er veel meer. Een gedicht kan ook wel meer oproepen dan enkel datgene wat er in woorden staat. Maar iemand die begint te drummen doet in mij sowieso meer ontwaken dan iemand die mij een krant doet lezen. Het doet het bloed sneller vloeien. Misschien niet letterlijk, maar als je dat gevoel hebt, is dat voldoende.”
Misschien daarom dat zogenaamde disco-singles die nog het meeste van die “dreun” afwijken mij het minst aanspreken. The Real Thing bijvoorbeeld, vertegenwoordigers van het souldisco-genre. Soul, dat is een verhaal apart. De harde rhythm and blues van Stax bijvoorbeeld tegenover het gepolijste studiowerk bij Tamla-Motown. Souldisco ligt in het verlengde van dit laatste. De meeste Motown-producties waren weliswaar uitstekend maar het gladde geluid was in feite de aanloop voor de degeneratie van soul. Met onder andere déze gevolgen. Maar écht treurig wordt het natuurlijk maar wanneer ook Frédéric François de discotoer opgaat. En wie hanteert het dirigeerstokje? Nico Gomez, jawel papa Van het Groenewoud. Met Nico Gomez zitten we dan meteen in Vlaanderen, waar Dan Lacksman natuurlijk niet mocht achterblijven. Zijn discocomputer (onder het doorzichtige pseudoniem Trans Volta) is echter het fameuze slotstuk van "Laat me nu toch niet alleen" onwaardig.
Betere Belgische discoproducties komen van Jean Kluger en Daniël Vanguard die in navolging van hun succes met de Gibson Brothers ("Cuba") nu ook Linda and the Soul Iberica Band, Good News en Who's Who trachten te lanceren (wellicht zitten achter al deze "groepen" dezelfde figuren). Zonder succes evenwel, al bewijzen de Morganstudio's hun diensten bij dit soort werk (bijvoorbeeld "Australia" is toch een goed gemaakt nummer).
De vlaggedragers van de discosound schijnen de macho-homo's van Village People te zijn. Het is bijna symbolisch dat in Berlijn een meisje zich heeft dood gedanst op uitgerekend “YMCA”. De analogie met de crisisjaren van de jaren dertig ligt zo voor de hand (They shoot horses, don't they?). “YMCA” vond ik eigenlijk geen slecht nummer en "In the Navy" ook niet, maar het is een duidelijke blauwdruk van het voorgaande en zo zal Village People dan wellicht ook langzaam wegdeemsteren. Eventueel zit er nog een solocarrière in voor de enige hetero (de leadzanger), die er (terecht) is bijgekomen om zijn stemkwaliteiten in plaats van om andere redenen. De Indiaan van zijn kant zal wellicht met veel succes zijn vroegere baantje kunnen opnemen (gogoboy in een homobar).
Maar gelukkig zijn er ook meisjes die het liefst op een aantrekkelijke manier voor het voetlicht komen. Meer zelfs, de beste discoproducties krijgen vaak een vrouwelijke stem mee zoals men kan vaststellen op een zowaar goede verzamelelpee van discohits met daarop onder andere werk van Gloria Gaynor, Alicia Bridges en Peaches and Herb.
En dan heb je ook nog Amanda Lear van wie mensen - ondanks de talrijke naaktfoto's die de jongste tijd van haar verschijnen - nog steeds beweren dat het eigenlijk een "hij" zou zijn (ze zou als Maurizio Lear in 1940 geboren zijn). Maar goed, het raadselachtige is Amanda-Maurice zijn-haar handelsmerk geworden (haar vorige plaat heette "Enigma" ofte raadsel) en als Sphinx doet hij-zij het uitstekend. Een zekere Marianne tracht dan ook met een andere Egyptische toestand Amanda te evenaren. Zonder succes.
Voorlopers van de discosound waren de Duitse Silver Convention. In 1979 blijkt echter dat het ritme toen veel trager was en de instrumentatie veel eenvoudiger, dus nog minder gevarieerd. Zo kan men dus vaststellen dat er hoe dan ook een positieve evolutie in disco zit.
Wie een instrumentale round-up wenst van de jongste discofilms, die kan terecht bij de oude rat in het vak, Geoff Love. De beste uittreksels komen uit "Saturday night fever", "The Stud" en "Grease".
Disco is ook dikwijls in verband gebracht met science-fiction-films (bijvoorbeeld "Here comes Superman" van Whizz) en wie zich daarom die andere elpee van Love aanschaft met thema's uit "Star Wars", "Space Odyssey", "Star Trek", "Space 1999"... zal zich enigszins bekocht voelen, want de versies zijn overwegend nogal klassiek uitgebouwd.
Kortom, alhoewel ik disco reeds als een verwerpelijke verbastering van de soulmuziek beschouwde, bleek het achteraf eerder een eindpunt dan een vertrekpunt voor iets nieuws. Alhoewel het genre zeker aan de basis ligt van de dance-, techno- en hiphop-rage (de melodielijn werd hierbij bijna volledig weggedraaid, enkel het ritme en de bas, drum'n'bass jawel, bleef over) is dit eerder een blank muziekgenre. Al dient gezegd dat de zwarten daar op hun beurt de "rap" als antwoord op hadden, maar, zoals Jerry Leiber zegt in "Humo": "Rap is absolute rotzooi: het is propaganda, en alle propaganda is shit, of ze nu zwart, blauw, purper of groen is. Het blijft propa-fuckin'-ganda. Het gaat niet terug op Robert Johnson maar op Goebbels."
vrijdag 21 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten